vrijdag 21 juni 2013

Snollie 1995-2013


(Zo schreef ik het op de Deininglijst vanochtend. En beter kan ik het niet zeggen, daarom heb ik de e-mail maar domweg gekopieerd. i.)

Ik ben erg verdrietig want mijn kat is dood. Snollie, ook wel genoemd Snorrie vanwege haar enorme snor, heeft de respectabele leeftijd van achttien jaar bereikt. Maar ze werd steeds magerder. En sinds de laatste week eiste ze eten, om er vervolgens wat aan te likken en dan weer te schreeuwen. Ik denk dat een haarbal in de weg zat die er niet meer uitkwam.

Bij de dierenarts bleek dat ze ook koorts had. En hoewel ze, nadat de dierenarts niet meer aan en in haar poerde, weer haar eigen charmante zelf werd (compleet met kopjes geven en vraag- en antwoordmiauwen) besloten we toch om haar te laten inslapen. Dat gebeurde in alle rust en zonder nare verschijnselen. Ze werd verdoofd en kroop tegen me aan om te gaan slapen.  En toen ze sliep, legde de dierenarts haar liefdevol netjes neer, stak een groene spuit met heksachtige paarse vloeistof recht in haar hart, en ze was meteen weg.

Alle lof voor de 'bedside manners' van de dierenarts. Nuchter en invoelend. Detail: toen ze dood was en ik bij de balie stond om te betalen, kwam hij achter me langs met Snollies lijkje, ingepakt in plastic. Hij droeg haar - ze bungelde dus niet als een pond gehakt in een plastic zak. Vreemd genoeg was dat een grote troost.

Het noodlot vond het blijkbaar verder wel genoeg voor die dag, dus een sessie op het belastingkantoor verliep gladjes, en 's avonds had ik een kalm, ritueel zeiltochtje met een vriend, waar we jenever in de zee plengden en er eentje namen te harer nagedachtenis. En toen ik naar huis reed, ging de zon onder in sluiers van mist, de vleermuizen dartelden door de lucht en P1 speelde de nocturne uit Mendelssohns Midzomernachtsdroom (dankjewel Otto voor de link). En het was goed zo.