donderdag 2 februari 2017

Krakamarken – Land Art

Deze blogpost is om te vieren dat ik dit jaar over Aarhus, Europese Culturele Hoofdstad  ga schrijven voor Cultuurpers  

Soms moet je je laten leiden door wat op je weg komt. Het dondert niet als je dat tijdstip een beetje uitstelt. Let op.

Op een dag zwierven we een een beetje door de omgeving ten noorden van Aarhus. Bekend terrein, dachten we. Totdat we een bordje tegenkwamen met een rare tekst: Krakamarken. Het veld van Kraka.

Het bleek te gaan om een beeldentuin, opgericht door de Deense beeldhouwer Jørn Rønnau. De tuin was gesticht in 1992 en er kwam jaarlijks iets nieuws bij, maar is sinds 1999 gesloten als voortgaand project. De natuur mag er nu z’n gang gaan en de kunstwerken mogen vervallen. We sloegen Krakamarken mentaal op en reden verder.

Een paar weken later dreigden we ons te gaan vervelen. Ten einde raad grepen we naar Krakamarken. Niets beters dan een grauwe zondagmiddag om te gaan kijken naar een hoop rommel met pretenties. Onze verwachtingen waren zo laag gestemd dat het alleen maar leuk kon worden.

Er was geen hond, we hadden heel de tuin voor onszelf. Dat begon goed, want dan is er niemand die aanstoot kan nemen aan honend gelach en flauwe opmerkingen. Ik moet bekennen dat moderne kunst vaak de Göring-reflex in mij wakker roept, maar in het kader van de permanente educatie zoek ik die toch steeds weer op. Je weet nooit wanneer het leuk wordt.

We sjouwden een heuvel op en zagen niets, behalve onkruid en een greppel met struikjes er langs. Dat vonden we enorm grappig. Het is fijn om te worden bevestigd in je verwachtingen, ook al zijn ze niet al te positief.



Het is extra fijn als je toch nog iets vindt waar je wél blij van wordt. Zo ontdekte ik dat het groepje afgezaagde bomen eigenlijk een hooggeplaatste stoel was. Dus daar moest ik op. En dat kan ook allemaal, want er was niemand en je mag er áán zitten, aan land art. Of in. Of erop, zoals in het geval van deze stoel. Hier wel, tenminste.



De volgende aangename verrassing was bij het verstopte vijvertje. De beeldentuin bevat drie vijvers, waarvan eentje een beetje achteraf. Bij het vijvertje lag een steen. Dat was een goed teken, want een van onze melige hobbies is het elkaar attent maken op Bijzondere Stenen. In de meeste gevallen zijn dat stenen die bij het ploegen naar boven zijn gekomen in het landschap. We hebben in onze tuin zelfs een Bijzondere Steen, waarop de poezen en ik af en toe Kleine Meermin spelen. Of tikkertje. Maar het is ook een goede manier om hunebedden en runestenen belachelijk te maken als we een beetje moe worden van de Deense voortreffelijkheid, die zich vooral uit als trots op het Deense Vikingverleden.

Maar ik dwaal af.

Deze steen was echt bijzonder. Hij deed alsof hij een grafsteen was maar ondertussen stond erop ’I am still alive’ en daar werden we allebei erg vrolijk van. Het deed me denken aan het verhaal over hoe John Lennon Yoko Ono ontmoette. Op een tentoonstelling van haar werk was er een installatie die bestond uit een ladder waar je op moest klimmen om het ’echte’, piepkleine werkje te zien aan het plafond. En dat bestond uit het enkele woord ’yes’. ”Het zou helemaal anders zijn gelopen als er ’no’ had gestaan”, volgens Lennon.

Dus ja! Woorden doen ertoe.

En nou ga ik iets vertellen, het is echt waar: dit kunstwerk is ook het werk van een Japanner, Kimio Tsuchiya! Dat ontdekte ik bij het schrijven van dit blog. Is dit toeval of heeft de subliminale kunstopvoeding toegeslagen?!

Kimio Tsuchiya, I am still alive - steen en verkoolde boom


De rest van de tuin voorzag verder in nog meer bijzondere stenen, sommige opgesteld in Vikingpatronen, maar ook gewoon als stapstenen in alwéér een verstopt vijvertje. En vanuit een andere hoek zagen we hoe greppels een geometrische (Viking?) figuur vormden. Er lag hier en daar ook gewoon oude kunstrommel, maar die stoorde niet.

Van de zomer wil ik terug. Eens kijken of die tuin dan dezelfde baldadigheid oproept.

http://www.museetfordanskkunst.dk/krakamarken/DefaultDK.htm (geen Engelse versie meer helaas, die is ook tot stof vergaan blijkbaar)

woensdag 1 februari 2017

Uddannelsesloft revisited

Krap anderhalve maand nadat de wet was aangenomen in het parlement, wordt die al gewijzigd. Gisteren kondigde minister van onderzoek Søren Pind aan dat de Uddannelsesloft-wet de mogelijkheid herstelt om van studie te veranderen.

Tot de invoering van de wet was het zo, dat je van studie kon veranderen als je toch de verkeerde studie had gekozen, en dat je aan een tweede studie kon beginnen zolang je nog SU (studiefinanciering) had. De nieuwe wet maakte dat onmogelijk: bij het behalen van je eerste diploma was je uitgestudeerd. Zelfs later in je leven en op eigen kosten aan een andere opleiding beginnen kon niet meer, tenzij je door ziekte het roer moest omgooien. Of als je een studie wilde doen waar de maatschappij enorm op zat te wachten (kijk voor een uitgebreider verhaal hier)

Met andere woorden: om- en bijscholing, daar geloofde de regering niet in.

Maar nu wordt de wet dus gewijzigd. Je mag aan een nieuwe opleiding beginnen – zes jaar nadat je het diploma hebt behaald van je eerste opleiding. Ook wordt de lijst van opleidingen uitgebreid waarvoor je ontheffing kan krijgen van die zes jaar.

Regering blij, iedereen blij. Of toch niet?

Nee. Veel studenten vinden een quarantaineperiode van zes jaar wel erg lang. En het verandert niets aan het feit dat studenten de ene studie gebruiken als opstap naar andere studie, als ze de eerste keer niet tot de studie van hun dromen worden toegelaten. Ze moeten nu alleen zes jaar wachten.

Verder moet er nu een dienst worden opgetuigd die elk jaar vaststelt welke studies ontheven zijn van quarantaine.

En hoe was de rekensom ook alweer? Want de belangrijkste reden voor de Uddannelsesloft was dat de daarmee bespaarde studiefinanciering naar de gepensioneerden zouden gaan. Haalt de regering dat nu wel?

Geen hond die het weet, want de spindoktoren jubelen alleen maar over het voortschrijdend inzicht van de regering en de politieke partijen. Maar feitelijk blijft de wet een onlogisch monstrum en hij kost nog extra geld ook.

En dan vragen politici zich nog af waarom het vertrouwen in hen terugloopt.

maandag 19 december 2016

Uddannelsesloft(ebrud)

Uddannelsesloft

De afgelopen dagen zijn de Denen opgescrhikt door een regeringsvoorstel dat vlak voor de zomer aan ieders aandacht was ontsnapt: de uddannelsesloft, of wel het onderwijsplafond.

Vanaf januari 2017 mag een Deense jongere geen tweede opleiding meer volgen. Iemand die een bachelor Deens heeft, mag geen opleiding tot kleuterleider volgen. Of een bachelor marketing doen.

De regering vindt dat het toch al royale Deense opleidingsbeleid wel een beetje minder kan.

En royaal is het. Vanaf je achttiende heb je hier recht op SU (Statens Uddannelsesstøtte, staatsonderwijssteun), je betaalt geen college- of schoolgeld (behalve als het een privé-opleiding is). Je krijgt een 'knipkaart' met zeventig maanden gratis onderwijs en levensonderhoud, en je mag in beperkte mate bijverdienen. Je betaalt hierover belasting, net als alle andere Deense burgers. De hoogte van je SU hangt af van of je thuis woont, en hoeveel je ouders verdienen. Je mag ook extra SU lenen. En je mag zo veel opleidingen doen als je wilt.

Aan dat laatste wil de regering nu een eind maken. Studenten moeten gewoon aan de gang als ze klaar zijn met hun studie. Je knipkaart 'opmaken', dat kost de staat alleen maar geld.

Studiekeuze als fout gekozen toetje
Studenten zijn zich rotgeschrokken en protesteren luidkeels. Om meerdere redenen.

Ten eerste kun je je vergissen in je studiekeuze, juist omdát je verder komt in je studie. Alleen wordt dit voortschrijdend inzicht niet beloond maar bestraft alsof het een verkeerd gekozen toetje is: 'tóch opeten!' In plaats van studenten de kans te geven om zich verder te ontwikkelen, moeten ze nu door op de ingeslagen weg – die eigenlijk een doodlopende weg is. De nieuwe maatregel verleidt studenten ertoe om de eerste studie niet af te maken, hoewel ze het wel zouden kunnen.

Ten tweede voelen veel studenten zich onzeker over hun keuze. Veel potentiële studenten schuiven de keuze dan voor zich uit en beginnen niet aan een studie. Uitstel = afstel?

Ten derde zijn er studenten die weloverwogen kiezen voor een dubbele studie, omdat ze het leuk vinden en omdat het hen betere kansen geeft op de arbeidsmarkt. Voorbeeld: een meisje is nu bijna afgestudeerd bouwkundig ingenieur, maar eígenlijk wil ze architect worden. Op aanraden van haar studiebegeleider heeft ze gekozen voor haar eerste studie. Omdat de wet per 1 januari 2017 wordt geacht in te gaan, wordt de deur van de architectschool in feite in haar gezicht dichtgegooid. De overheid bewijst zich daarmee ook nog eens als een onbetrouwbare partner.

Ten vierde zijn er degenen voor wie de eerste studie een parkeerstudie is, op weg naar de droomstudie: medicijnen, tandheelkunde. Dit hangt samen met het Deense toelatingsbeleid. Het doorsnee-cijfer van je eindexamen bepaalt of je een opleiding binnenkomt. Is je cijfer te laag, dan kun je via een omweggetje toch binnenkomen, en een (voltooide) studie in een aanpalend vak (biochemie als voorloper voor medicijnen is een bekende) is één van die omweggetjes.

Ten vijfde vinden zowel studenten als onderwijsorganisaties dat de snelle invoering van de wet maakt dat de wet in feite met terugwerkende kracht wordt ingevoerd. Studenten die gekozen hebben voor een bepaalde studieweg zouden onder de huidige omstandigheden wellicht hebben gekozen voor iets anders. Met andere woorden: tijdens het spel de spelregels veranderen is niet netjes. Zei ik al iets over onbetrouwbare partners?

En ten zesde is het volgen van een tweede opleiding zelfs niet mogelijk als je er zelf voor wil betalen en wilt afzien van SU. Een journaliste die het roer wilde omgooien en vroedvrouw of verpleegster wilde worden, stuitte op deze onmogelijkheid. Investeren in jezelf mag dus blijkbaar ook niet.

De liberale oplossing: betaal zelf?
Het lijkt erop dat dit laatste bezwaar tegen de wet wordt weggenomen – niet onlogisch in een liberaal kabinet waar vrijheid en voor-wat-hoort-wat vooropstaan.

Maar verder hebben de politici die de meerderheid vormen achter dit wetsvoorstel (de huidige conservatieve minderheidsregering, met steun van sociaaldemocraten en de populistische partij Dansk Folkeparti) er geen problemen mee. Een beetje rondshoppen in opleidingen, dat moet maar afgelopen zijn. Verder zijn niet alle tweede opleidingen uitgesloten: je mag geen tweede bachelor doen, of een 'lagere' opleiding volgen maar je mag wel een master doen. Een fiscalist mag geen kleuterleider worden, maar metselaar mag wel doorleren voor ingenieur.

Je mag ook een tweede bachelor doen als de arbeidsmarkt behoefte heeft aan afgestudeerden in een bepaalde studierichting. Elke twee jaar wordt een uitzonderingenlijst gemaakt (het wetsvoorstel vermeldt achttien opleidingen).

Als je door ziekte niet kunt doorgaan op de ingeslagen weg, mag je ook veranderen.

Verder zijn er veel deeltijd- en privéopleidingen die van deze maatregel zijn uitgesloten.

Minachting voor kennis
Maar of de snelle invoering van de wet wordt uitgesteld, en in plaats daarvan een overgangsregeling komt, is nog maar de vraag.

Het 'onderwijsplafond' moet een besparing opleveren van 425 miljoen kronen (een dikke dertig miljoen euro) die grotendeels, zoals een meerderheid in het Deense parlement heeft afgesproken, gaat worden gebruikt om de onlangs verlaagde WWV-uitkeringen weer te verhogen. Een klein deel van de besparing gaat terug naar het voortgezet onderwijs zelf, in de vorm van geld voor betere studiekeuzebegeleiding.

Ik vind dit om meerdere redenen onbegrijpelijk.

'Uddannelsessnobberi', of wel onderwijssnobs: hogere opleiding mag wel, lagere opleiding mag niet. Welke boodschap breng je dan over aan de rest van de maatschappij? Dat sommige soorten onderwijs meer waard zijn dan andere?

Ja, het is een luxe om zonder 'gebruikersbetaling', op kosten van de belastingbetaler, een opleiding te kunnen doen, en het is een nog grotere luxe om er een tweede opleiding bij te kunnen volgen.
Maar het is ook dom en kapitaalvernietiging om studenten, die inzien dat ze op het verkeerde pad zitten, niet de kans te geven om terug te keren op hun schreden. Tussen je achttiende en vijfentwintigste gebeurt heel veel. Als je mensen dan niet de kans geeft om de 'verkeerde' studie netjes af te maken en met enige snelheid (want vrijstellingen) door de tweede opleiding te schieten, ontken je de werkelijkheid.

Dat het ook niet mogelijk is om na enige tijd alsnog die tweede opleiding te gaan doen, is eveneens een ontkenning van het feit dat mensen (en hun omstandigheden!) veranderen. De meeste mensen zijn geen 'one trick ponies', beestjes die maar één kunstje kunnen.  

Het is ook minachting voor kennis, voor hoe je die verwerft en hoe die, in zekere zin, soms ook problemen schept.

Het is minachting voor het feit dat in veel banen en bedrijven juist de combinatie van kennis (en vaak ook opleiding) waardevol is.


It's the economy, stupid
Van deze bezuiniging (bovenop de andere bezuinigingen in het onderwijs: per jaar moet er 2% af, kaasschaafsgewijs, de komende vier jaar) gaat het leeuwendeel dus naar uitkeringen voor recent werkloos geraakte, oudere mensen. Het electoraat van zowel de sociaaldemocraten als DF. Dat geld pak je dus weg bij jongeren, bij onderwijs – kortom bij degenen die de komende jaren moeten werken om al die belastingcenten op te brengen.

Terwijl dit financiële probleem (met een hoop andere) gewoon opgelost zou kunnen worden als de Deense belastingdienst zou innen wat er uitstaat, en bedrijven en grootverdieners zouden betalen wat ze wettelijk moeten.

Om nog maar te zwijgen van de deplorabele toestanden binnen de belastingdienst zelf. Vorige week kwam aan het licht dat de staat miljarden aan kronen misloopt vanwege een BTW-truukje, waarvoor de belastingdienst helaas geen tijd heeft om dat tot op de bodem uit te zoeken. De Deense Algemene Rekenkamer spreekt er schande van.

En de regering weet niets beters te bedenken dan onderwijsmogelijkheden te verminderen om wat miljoenen te scoren voor hun politieke klanten.


maandag 5 december 2016

Nissedør

Nederland heeft Sinterklaas en (voor hoe lang nog) Zwarte Piet. Maar Denemarken heeft nisser!

 

Ik heb deze illustrator ontdekt, Lennart Helje, die verdraaglijke nisser tekent. De meeste nisser zijn namelijk nog erger dan laven (daar krijgen jullie dus geen plaatje van, zoek zelf maar op). Bij bovenstaande afbeelding helpt het natuurlijk ook dat er een kat in voorkomt.

Nisser zijn kaboutertjes of elfjes, oorspronkelijk eigenlijk kleine huisgoden, die ervoor zorgen dat alles goed gaat in huis. Rond december, of eigenlijk bij het begin van de adventstijd, duiken ze op en eisen ze hun aandeel in de kerstpret. Een kom rijstebrij is het offer waarmee je je huisnisse gunstig kunt stemmen. Ben je daar niet op tijd mee, of hebben ze gewoon zin om een potje te rellen, dan stoken ze onrust. Nietsvermoedend kom je 's ochtends je slaapkamer uit om alle eetkamerstoelen op de grond te zien liggen. Of op tafel. Of op elkaar gestapeld tegen de voordeur.

Andere klassieke plagerijen zijn zout in de suikerpot, blauwe kleurstof in het eten, sleutels verstopt... de mogelijkheden zijn eindeloos.

De goede verstaander ziet hier de blijkbaar internationale neiging van ouders om hun kinderen voor de gek te houden. Wij hebben immers sinterklaassurprises, en schoenen met hooi en wortels die bij de schoorsteen/centrale verwarming/het raam worden gezet. Kinderen moeten zingen, worden aangespoord om brieven aan Sinterklaas te sturen, worden nodeloos bang gemaakt voor een nep-autoriteit.... maar ik dwaal af.



DIE DEUR DUS
Kan ik dus absoluut niet tegen nisser, hun deuren daarentegen vind ik aanbiddelijk. In sommige Deense huizen verschijnt er tegen de eerste adventsdag magischerwijze een piepklein deurtje ergens in huis. Compleet met deurbel, slee voor de deur, kleine klompjes en andere nisse-attributen. Dit zijn vaak ook de gezinnen waar er een adventskalender is voor elk kind. En dan niet zomaar een stuk karton met chocola achter de luikjes 1 tot en met 24, nee, elke dag een klein cadeautje. Open te maken bij het ontbijt.

Andere gezinnen bouwen 'nisselandschappen' – denk poppenhuis, of modelspoorbaan zonder treinen maar met kabouters. Zo'n beetje een kerststalletje-plus. Ook hier voorzien winkels (en, jawel, bouwmarkten!) in de nodige accessoires.


Ze komen bij u thuis!


Kortom: kerstmis in Denemarken, er is maar weinig christelijks aan. De nisser zijn heidens en voor-christelijk en komen overigens ook voor in Noorwegen en Zuid-Zweden. De rest van Zweden heeft tomte.

(Uit advertentie van santashop.dk)

Hier een link naar een andere vakman: http://www.nisse-shop.dk/Nisselandskab

DAT DOET DE DEUR DICHT!
De helemaal ingeburgerde kerstman en kerstboom zijn overigens immigranten. De eerste Deense kerstboom werd in 1808 versierd – Duitse import. De kerstman is rond 1900 opgedoken in Denemarken – import uit Amerika, via Coca Cola om precies te zijn. De Denen wijzen er fijntjes op dat de rode muts van de kerstman wel verdacht veel lijkt op die van de nisse. Maar wij weten beter. Santaclaus is gewoon een slechte kopie van Sinterklaas. Zonder Zwarte Piet ook nog eens.