Posts tonen met het label Aarhus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Aarhus. Alle posts tonen

donderdag 2 februari 2017

Krakamarken – Land Art

Deze blogpost is om te vieren dat ik dit jaar over Aarhus, Europese Culturele Hoofdstad  ga schrijven voor Cultuurpers  

Soms moet je je laten leiden door wat op je weg komt. Het dondert niet als je dat tijdstip een beetje uitstelt. Let op.

Op een dag zwierven we een een beetje door de omgeving ten noorden van Aarhus. Bekend terrein, dachten we. Totdat we een bordje tegenkwamen met een rare tekst: Krakamarken. Het veld van Kraka.

Het bleek te gaan om een beeldentuin, opgericht door de Deense beeldhouwer Jørn Rønnau. De tuin was gesticht in 1992 en er kwam jaarlijks iets nieuws bij, maar is sinds 1999 gesloten als voortgaand project. De natuur mag er nu z’n gang gaan en de kunstwerken mogen vervallen. We sloegen Krakamarken mentaal op en reden verder.

Een paar weken later dreigden we ons te gaan vervelen. Ten einde raad grepen we naar Krakamarken. Niets beters dan een grauwe zondagmiddag om te gaan kijken naar een hoop rommel met pretenties. Onze verwachtingen waren zo laag gestemd dat het alleen maar leuk kon worden.

Er was geen hond, we hadden heel de tuin voor onszelf. Dat begon goed, want dan is er niemand die aanstoot kan nemen aan honend gelach en flauwe opmerkingen. Ik moet bekennen dat moderne kunst vaak de Göring-reflex in mij wakker roept, maar in het kader van de permanente educatie zoek ik die toch steeds weer op. Je weet nooit wanneer het leuk wordt.

We sjouwden een heuvel op en zagen niets, behalve onkruid en een greppel met struikjes er langs. Dat vonden we enorm grappig. Het is fijn om te worden bevestigd in je verwachtingen, ook al zijn ze niet al te positief.



Het is extra fijn als je toch nog iets vindt waar je wél blij van wordt. Zo ontdekte ik dat het groepje afgezaagde bomen eigenlijk een hooggeplaatste stoel was. Dus daar moest ik op. En dat kan ook allemaal, want er was niemand en je mag er áán zitten, aan land art. Of in. Of erop, zoals in het geval van deze stoel. Hier wel, tenminste.



De volgende aangename verrassing was bij het verstopte vijvertje. De beeldentuin bevat drie vijvers, waarvan eentje een beetje achteraf. Bij het vijvertje lag een steen. Dat was een goed teken, want een van onze melige hobbies is het elkaar attent maken op Bijzondere Stenen. In de meeste gevallen zijn dat stenen die bij het ploegen naar boven zijn gekomen in het landschap. We hebben in onze tuin zelfs een Bijzondere Steen, waarop de poezen en ik af en toe Kleine Meermin spelen. Of tikkertje. Maar het is ook een goede manier om hunebedden en runestenen belachelijk te maken als we een beetje moe worden van de Deense voortreffelijkheid, die zich vooral uit als trots op het Deense Vikingverleden.

Maar ik dwaal af.

Deze steen was echt bijzonder. Hij deed alsof hij een grafsteen was maar ondertussen stond erop ’I am still alive’ en daar werden we allebei erg vrolijk van. Het deed me denken aan het verhaal over hoe John Lennon Yoko Ono ontmoette. Op een tentoonstelling van haar werk was er een installatie die bestond uit een ladder waar je op moest klimmen om het ’echte’, piepkleine werkje te zien aan het plafond. En dat bestond uit het enkele woord ’yes’. ”Het zou helemaal anders zijn gelopen als er ’no’ had gestaan”, volgens Lennon.

Dus ja! Woorden doen ertoe.

En nou ga ik iets vertellen, het is echt waar: dit kunstwerk is ook het werk van een Japanner, Kimio Tsuchiya! Dat ontdekte ik bij het schrijven van dit blog. Is dit toeval of heeft de subliminale kunstopvoeding toegeslagen?!

Kimio Tsuchiya, I am still alive - steen en verkoolde boom


De rest van de tuin voorzag verder in nog meer bijzondere stenen, sommige opgesteld in Vikingpatronen, maar ook gewoon als stapstenen in alwéér een verstopt vijvertje. En vanuit een andere hoek zagen we hoe greppels een geometrische (Viking?) figuur vormden. Er lag hier en daar ook gewoon oude kunstrommel, maar die stoorde niet.

Van de zomer wil ik terug. Eens kijken of die tuin dan dezelfde baldadigheid oproept.

http://www.museetfordanskkunst.dk/krakamarken/DefaultDK.htm (geen Engelse versie meer helaas, die is ook tot stof vergaan blijkbaar)

donderdag 6 augustus 2015

Flash Guide to Aarhus for Ellen and Olga

Yesterday, the first meetup after the summer of the University International Club of Aarhus University took place in ARoS. Twelve expats in Aarhus (among which two Danes) were there and shared fun and information.

With two women, Olga and Ellen, I embarked on a conversation about finding work in Aarhus. I promised to send some links to them. Later, I thought 'Why not share it on my blog, so others can read it, too?'

So here goes. Feel free to add your suggestions in the comments, and I'll add them to this list.

Organisations and groups that are helping newcomers in Aarhus

International Community
Sponsored by Aarhus Municipality and Erhverv Aarhus, of which the latter is the organisation of entrepreneurs in Aarhus, it goes out of its way to make your 'landing' in Aarhus as smooth and informative as possible. They know all about the practicalities of settling in, and if they don't, they have a network to help you along. They also organise events for socialising among expats.

UIC - University International Club
Is the social branch of the International Center of Aarhus University. It meets weekly and organises presentations and (informative) events about all things Danish. A big plus is that internationally minded Danes are joining, too, so you can tap their minds on the weirdest questions, like how to find a good Peugeot garage, where is a good jeweller, who is a good child-psychologist that works in English ...
Furthermore, it organises an International Playgroup, and Language Buddies for learning Danish - look here for more UIC-activities

Meetup Aarhus - Aarhus Internationals
Is an international concept for expats finding each other abroad - they also organise events.

InterNations
Is a network I haven't explored.

Arriving in Denmark and being an expat

ExpatinDenmark.com
Is the digital, national version of International Community, so to speak :-) Good for a broader perspective. they also go 'on tour' and organise events in denmarks bigger cities, often in co-operation with, in Aarhus' case, International Community.

Your Danish Life
Is a magazine, both digital and on paper, about building up your Danish life in Denmark. Available at the 7-Eleven at the main train station, and at Kristian Møller Boghandel on Store Torv (this bookshop also has a good English section)

A blog I particularly like is Life in Aalborg


Learning the language

Lærdansk
Is the place to start your Danish lessons. It's free for every newcomer who has a residence permit. Sadly, they have a waiting list of eight weeks! So much for hitting the ground running...
Lærdansk also teaches courses at the university campus, especially aimed at university employees. So without having to trek around the city, you can follow a Danish language course right after work. Hard, but worth the investment. See also UIC Language Buddies.

Once I gave a presentation about learning Danish - I have copied here the (shortened) blog version.


Finding work

WorkinDenmark organises workshops where you can rewrite your CV and cover letter the Danish way. These are very useful, not in the least because they also explain how the Danish labour market works.

Job Center is the first place you will be sent to when looking for work. More often than not, they'll tell you to start learning Danish first. their website is in Danish only, too. True, learning Danish is almost a job in itself, but in my opinion it is a bit sad that momentum goes out of your career by moving over here. Also, it's not true. There are foreigners who have found jobs in Denmark while speaking English mostly. This is not only because there are workplaces where the working laguage is English, but also because it is a matter of offer and demand. If you have special talents and competences, there is always a solution. Finally, the Danish authorities are very keen on people finding work, and there are special arrangements for foreigners, too. Ask for it. Even in English.

The way to find a job in Denmark is through your network. Anybody can be part of your network: your tennis partner, your neighbour, someone in your language class, the mother of your daughter's friend in school, people you meet at Aarhus Meetup socials... Be aware of that, and start thinking like a networker - seeing opportunities for others in your network.

Also, find professional networks in your field. You can also join The Bridge Project, a network group of foreigners in Aarhus trying to find work. See also The Bridge Project (TBP) on LinkedIn (you'll have to join the group first, though) and The Bridge Project on Facebook (public)

Also, consider joining service clubs like Lions or Rotary. There is a special International Rotary Aarhus Chapter, where the main language is English.

Another interesting network is AarhusToastmasters


Starting your business

For many newcomers, starting up a business can be a good plan. If you want to offer translation and editing services (an option for many native English-speaking expats), being a 'selvstændig' (independent = freelancer) makes sense.

But you can also explore this trail in order to find out for yourself, what you have on offer. Thinking of yourself as a 'shop' or business can unleash a creativity that is helpful for defining your Unique Selling Points :-)

Startvækst Aarhus  has an English website and offers support in English, too. Sometimes there are mentor schemes, where you get assigned a mentor who can be your sparring partner. Furthermore, they organise networking events, too.

The StartUp Digest has also a lot of networking events on offer. You can tailor it to your own needs and preferences.


Where to find Real Danish People to be friends with?
So far, most of the links are to expat-community activities. If you want to make friends with Danes, you have to venture out to where they are. But that's another story :-)

Again, if you think that there are links and activities lacking in this overview, feel free to comment and I'll add your suggestion!

woensdag 27 mei 2015

Folketingsvalget 2015 - real-life Borgen

Vanochtend heeft premier Helle Thorning-Schmidt verkiezingen uitgeschreven voor het Deense parlement. Op 18 juni, een donderdag, mogen de Denen naar de stembus. Tot 16 juni mogen ze per brief stemmen. En je kunt ook thuis stemmen, als je het huis niet uitkunt en het op tijd aanvraagt.

Vanochtend voor negenen hingen de jongens en meisjes van de jeugdafdelingen van de Deense politieke partijen al in de lantaarnpalen. Al autorijdend zag ik ze, maar ik had geen tijd om foto's te maken. Het is een sport om zo snel mogelijk je plakkaten op goed zichtbare plekken te hangen. De binnenstad, bruggen en uitvalswegen zijn het populairst. Met militaire precisie zijn routes en auto's en niet te vergeten plakkaten op hardboard en tie-wraps in voldoende hoeveelheden gepland.

Alleen mag dat pas nadat de premier de verkiezingsdatum officieel heeft bekend gemaakt. En dat deed ze pas om tien uur 's ochtends. Voor elk te vroeg opgehangen plakkaat kan de politie veertig kronen in rekening brengen. Of dat ook gebeurt, is een volstrekt willekeurige zaak – en voor veel mensen reden om boos te worden over politici die de hand lichten met regels die ze nota bene zelf hebben gemaakt. Waar moet het heen met de wereld....

Dit weekeinde ging het gerucht al dat de verkiezingen snel zouden worden uitgeschreven. Gisteren kwam de regering met een investeringsvoorstel voor 'welvaart' (kinderen, bejaarden gezondheidszorg) – én kwamen de vismænd van de Economische Raad met het verheugende bericht, dat het goed gaat met de economie. En in lijn daarmee voeren de sociaal-democraten verkiezingscampagne: investeren in de Deense welvaart.

Coalitiegenoten van de partij Radikale Venstre (soort D66) voeren pikant genoeg campagne met verlaging van belastingen.

Grootste oppositiepartij Venstre, onder leiding van Lars Løkke Rasmussen, voert campagne om de overheidsuitgaven niet te vergroten, en vindt dat het moet lonen om te werken. Met andere woorden: de uitkeringen zijn te hoog.

SF, Socialistisk Folkeparti, die eerder uit de regeringscoalitie is gestapt, voert juist campagne om de uitkeringen te beschermen.

De andere grote oppositiepartij Dansk Folkeparti voert op twee punten campagne: een streng buitenlandersbeleid en een vluchtelingenstop, en behoud van de Deense welvaartsstaat.

Er doen ook nieuwe partijen mee aan de verkiezingen, waaronder Alternativet (Het Alternatief). Voor hen komen de verkiezingen nét iets te vroeg, ze zijn nog niet helemaal klaar met de voorbereidingen, zei kandidaat Julius G. Grantzau: 'Het is voor ons ook de eerste keer, vandaar!'

De grote onderwerpen worden de verdere ontwikkeling (of afbouw) van de verzorgingsstaat, en het buitenlanderbeleid. Vooral dat laatste bekijk en beluister ik met argusogen, al mag ik niet stemmen.

De komende drie weken is het dus een drukte van jewelste, een soort volksfeest bijna. Vanavond het eerste lijsttrekkersdebat. Real-life Borgen, jongens. Ik verheug me!

dinsdag 26 mei 2015

Tømmermænd

Der größte Feind des Menschen wohl,
das ist und bleibt der Alkohol.
Doch in der Bibel steht geschrieben:
„Du sollst auch deine Feinde lieben.“

Een gedichtje dat ik mijn vader af en toe hoorde uitspreken op gezellige feesten. Voor dat u denkt dat mijn vader een dronkenlap is: nee. Hij houdt van lekkere wijn, niets meer en niets minder.



Ik sta wat ambivalent tegenover alcoholgebruik. En al helemaal tegenover de Deense alcoholcultuur.. Toen we net in Aarhus waren, woonden we in een keurige, rustige, bijna saaie en stille wijk, waar de rust echter elke vrijdag- en zaterdagnacht wreed werd verstoord door lallende Denen die naar huis zwalkten onder het het voetballen met lege blikjes en het hier en daar kapotsmijten van flessen. Waar je de volgende dag dan weer om heen moest slalommen met je fiets. Nee, echt leuk.

Tegelijkertijd betrap ik mezelf erop dat ik geregeld rare teksten uitkraai als 'ja, laten we lekker dronken worden, laten we 'm flink raken, laat de kurken knallen, de champagne bruisen en het bier vloeien' terwijl ik het juist helemaal niet leuk vind om dronken te zijn. Een van de weinige gevallen waarin de weg ernaartoe leuker is dan de eindbestemming. Want het is wel leuk om een beetje aangeschoten te zijn, moet ik eerlijk bekennen.

Maar dronkenschap zit er zo ingeramd als uitdrukking voor gezelligheid dat ik me er, vreemd genoeg, niet aan kan onttrekken.

Bij de Denen zit de combinatie gezelligheid-dronkenschap vast verankerd in de volksaard, lijkt het. Een paar voorbeelden: ik hoorde een vriend zeggen dat een avond zo leuk was geweest omdat een van de anderen heel erg dronken was geworden. In de krant las ik een stukje over een vrouw die vertelde waarom ze het liefst witte wijn dronk: daar werd je zo fijn dronken van. Meerdere malen heb ik in de middag electriciens en loodgieters over de vloer gehad, die glimlachend en gehuld in een lichte alcoholwalm aan de slag gingen. Het toppunt was toch wel dat in een lesboek van de taalschool een stuk stond over de kater (en dan bedoel ik niet een katachtige), waarin omstandig werd uitgelegd wat je moest drinken om katerverschijnselen te vermijden. Gek genoeg kwam de meest voor de hand liggende remedie, niet zuipen, niet in het rijtje voor. Overigens is het Deense woord voor kater tømmermænd. Je zou denken: timmerman. Maar dat is weer een tømrer. Bron voor misverstanden als je uit Nederland komt!

Maar ik dwaal af.

Naar aanleiding van dat stukje in het lesboek bereidde ik een spreekbeurt voor en begon ik het beter te snappen. Ten eerste drinken Denen inderdaad om dronken te worden, niet per se omdat ze de alcohol lekker vinden (dat is trouwens wel mooi meegenomen, maar niet het doel). Ten tweede is het zo dat sinds een jaar of dertig, veertig, twee drinkculturen elkaar overlappen. De Deense drinkcultuur was die van bier bij de lunch voor het werkvolk, en snaps op hoogtijdagen voor iedereen. Het bier, dat was 'klein bier' en daar hoefde je niet starnakelbezopen van te raken, zielige gevallen daargelaten. Snaps, dat was voor hoogtijdagen en dan dronk je je een roes. Er hangt ook een romantisch waas van de stoere Viking omheen die, na Dorestad, Lindisfarne of een andere onschuldige stad te hebben platgebrand, eens lekker ging rieleksen op Vikingse wijze door middel van bruut alcoholmisbruik. Work hard, play hard.

De meditterrane drinkcultuur van elke dag wijn voor iedereen kwam in zwang tijdens de jaren zestig, en die ging een monsterverbond aan met de Deense drinkcultuur van 'drinken om de roes', dat is de verklaring voor de hedendaagse Deense alcoholconsumptie. Wat trouwens niet helemaal klopt, want het dagelijks bier was al een vast onderdeel van het Deense menu. Maar ja, als je wijn van dertien procent achterover giet als ware het bier van vijf procent, dan wil het dronken worden wel snel lukken.

In de loop der tijd heb ik mijn vragen voorgelegd aan allerlei soorten van Denen, en veel van hen zeggen dat het iets is dat bij jongerengedrag hoort. En dat klinkt niet onlogisch.
Maar dat geldt ook voor Nederland en Engeland, waar je straalbezopen voetbalfans en, in het Nederlandse geval, zuipketen voor jongeren hebt.

Er is een verschil, maar ik ben er nog niet achter.

dinsdag 18 november 2014

Groenland, gekleurd door de geschiedenis


Je zou het bijna vergeten en in het dagelijkse leven merk je er niet veel van, maar Groenland is een deel van het Deense Koninkrijk. Daarom zijn het ook de Denen, die zich druk maken over een deal voor een onderhoudscontract die de Amerikanen hebben gesloten met een Deens bedrijf na een aanbestedingsronde.

Klinkt saai? Het wordt spannend: landjepik, minderheden, Koude Oorlog...

Thule Air Base ligt aan de linkerkant van Groenland. Groenland is groter dan Noorwegen, Zweden en Finland bij elkaar, en ligt nóg noordelijker.

Maar ook westelijker. Dichter bij de VS dus. En in de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Amerikanen Groenland als een springplank om vanuit de VS naar Europa te komen.

Dat was een beetje pikant, omdat Groenland Deens is en in die periode 'onder' Nazi-Duitsland viel, maar zo ver kwamen de Duitsers niet. In Washington zat een erg eigenwijze Deense ambassadeur, Henrik Kauffmann, die op eigen houtje goedkeurde dat de Amerikanen daar een luchtbasis mochten bouwen.

De Denen wilden na de oorlog de Amerikanen weer weg hebben. De Amerikanen wilden hun luchtbasis en eigenlijk heel Groenland wel hebben en deden een bod: honderd miljoen dollar. Maar de Denen sloegen dat af. Best een woeste daad, als je nagaat hoe het land na de Tweede Wereldoorlog om geld verlegen zat.

De luchtbasis bleef gewoon bestaan, al bleef dat een teer punt tussen Denemarken en de VS. Aan de ene kant moesten ze als trouwe NATO-bondgenoten meedoen met de Koude Oorlog. Aan de andere kant wilden ze toch een schijn van onafhankelijkheid en neutraliteit ophouden, want Sovjet-Rusland zat wel erg dichtbij. Een deel van Denemarken is zelfs aan het eind van de Tweede Wereldoorlog nog even bezet geweest door de Russen: het eiland Bornholm.

En wat vonden de Groenlanders daar nou van?

Die hadden in de Tweede Wereldoorlog van de vrijheid geproefd. De Denen hadden tot die tijd het land afgesloten voor de vrije handel, maar in de oorlog golden die regels niet meer. Het land dekoloniseerde rap. Denemarken probeerde nog te redden wat er te redden viel. Zo kreeg het in 1953 de status van een gewone Deense provincie, in 1979 kreeg het zijn eigen parlement, en in 2009 werd Groenlands de officiële voertaal.

Nu 'doet' Denemarken alleen nog Buitenlandse Zaken en Defensie voor Groenland. Verder staan ze er zelf voor – met z'n zesenvijftigduizenden.

Groenland heeft op een aantal punten heel andere belangen dan Denemarken. Zo was lidmaatschap van de EU, met bijbehorend visserijbeleid, niet handig voor de Groenlanders, die buiten de visserij niet veel andere middelen van bestaan hebben. Daarom stapten ze uit de EU.

Verder schijnt Groenland enorm veel kostbare grondstoffen te bezitten. Alleen is het erg moeilijk om daar bij te komen, zo onder het ijs en de sneeuw. En de gevolgen voor het milieu zijn ook niet te overzien.

Veel Groenlanders willen wel af van de Deense bemoeizucht (vermengd met een slecht geweten over de koloniale uitbuiting). Ze willen graag zelf hun zaken regelen, en niet gehinderd worden door Denen die de Groenlandse natuur en het Groenlandse 'natuurvolk' willen beschermen.

Is het trouwens wel beschermen? Diezelfde Deense goede wil leidde in de jaren vijftig en zestig tot een verplichte exodus van jonge kinderen die in Denemarken naar school moesten om daar te worden opgeleid. Daarna moesten ze terug naar Groenland, waar meestal geen werk voor ze was, en waar zich ook niet meer thuis voelden.

Maar ik dwaal af.

Kort samengevat: Groenland is een enorm land met (waarschijnlijk) een godsvermogen aan delfstoffen. En met weinig mensen, en dus met te weinig koop- en menskracht om dat zelfstandig aan te kunnen, dus er moet hulp van buitenaf bij. Hoe onbaatzuchtig is die hulp?

Daarom is dat onderhoudscontract, waarmee dit verhaal begon, zo suspect. Er liep een aanbestedingsprocedure om het onderhoud aan de luchtmachtbasis (van benzinetoevoer tot eerstehulp-dozen tot IT), en vanaf 2015 mag het Exelis dat uitvoeren. Exelis is een papieren bedrijf, gevestigd in een postbus in Helllerup, en eigendom van Vectrus. Vectrus is een gigantisch bedrijf, gevestigd in Chicago, dat het onderhoud doet voor het Amerikaanse leger op allerlei plekken in de wereld.

Maar nu liggen er afspraken, daterend van de jaren vijftig, dat alleen Deense bedrijven onderhoud mogen doen, en dat Groenlandse werknemers dat uitvoeren. Het lijkt erop dat de Amerikanen zich via een postbus onder die afspraken uit willen wurmen.

De Denen werpen zich wel op als de verdedigers van Groenlandse belangen, maar het bedrijf dat het werk nu doet, is een Deens bedrijf waarvan de meeste aandelen in handen zijn van MT Højgaard – een weg-, water- en mijnbouwgigant, gezeteld in Aarhus.

Dit is maar een van de vele voorbeelden die er zijn te geven van de moeizame, ex-koloniale verhouding tussen Groenland en Denemarken. Een verhouding, en een voorbeeld trouwens ook, waarin niet zo makkelijk de 'goeien' en de 'kwaaien' van elkaar zijn te onderscheiden.

En ten slotte: ook een voorbeeld van hoe de geschiedenis zakelijke afspraken overschaduwt met diep gevoelde sentimenten van beide partijen.

Een soort zwartepiet-geschiedenis, maar dan in het wit en heel groot.In afmetingen, en in cold cash.

vrijdag 14 februari 2014

What's love got to do with it?

It took me Lærdansk, a friend and a Danish philosopher (Anne Marie Pahuus) to realise how much love enters in the equation that made us end up here in Denmark.

First Lærdansk.

Almost every foreigner ends up in Lærdansk in order to, well, learn Danish. One day, my fellow student Christine and I let our thoughts wander about various subjects, such as Danish integration policy, and why we are here - in Denmark, that is.

We concluded that we, and each and every one of our class mates, were here for love. Either because we fell in love with a Danish citizen, or with a partner we decided to follow, because this person's work required her or him to come here. Imagine that: a classroom full of love!

Then the philosopher, Anne Marie Pahuus.

She published a book on love in the 'Tænkepause' series of Aarhus University Press, and recently presented her work for an audience of expat partners in University International Club at Aarhus University (all this while holding her youngest daughter on her hip). She took us on a whirlwind tour of philosophy and literature, touching upon the works of philosophers like Plato and Kierkegaard and authors such as Milan Kundera.

In other words, it got really philosophical and up-in-the-air, and as she was talking, all of a sudden I fell to earth so to speak, and the conversation I had with Christine came to mind. Again I found myself sitting in a room full of love – expat partners who have ventured out with their loved ones, out into the unknown, and they were all gathered here, in a sterile-looking seminar room in Aarhus.

It struck me that love was represented as a sort of end product, but can that be true? As far as I am concerned, no. Something changes in the relationship when a couple moves to another country, something having to do with balance. Usually, the move is for the direct benefit of one of the partners, while the other one's benefits are not always that straightforward to describe. That does things with you – and with your loved one.

Also, the new circumstances make that the two of you develop yourselves. Sometimes in unforeseeable ways. That can be scary – let's be honest about that (I can be, eh, LOUD). But it can also be exhilarating, resulting in a giddy feeling of success, and a strengthening of the bond between you and your loved one.

So the choice for being an expat comes from love, and the choice itself influences the love that made it happen. That's scary, too...

Wait. Could it be that philosophy is contagious and I just wrote down something philosopical?!

I'll stop immediately and do something down-to-earth, like running away to buy my sweetheart some chocolate and roses. It's Valentine's Day anyway.


maandag 9 april 2012

Sejlads


Ik was elf, en met alle zesdeklassers van mijn lagere school maakten we het Amstelmeer onveilig in vier vletjes en een schouw. Daarna heb ik nooit meer gezeild (afgezien van die ene keer met kapitein Iglo ”Touwtje? Touwtje?! Dat heet een VAL!!”). O ja, ik wou ook stuurvrouw worden toen ik elf was, maar het vooruitzicht om me mijn hele middelbare school te moeten wijden aan wis- en natuurkunde was iets te veel gevraagd, ondanks dat mijn oom Theo (zelf stuurman op de koopvaardij, ooit) bemoedigend zei dat wiskunde 99% transpiratie en 1% inspiratie was.

Maar nu woon ik al weer bijna twee jaar op loopafstand van de zee en ja, de zee, zij roept. Onweerstaanbaar. Vorig jaar ben ik dus zeilles gaan nemen, en dat beviel zo goed dat ik in de winter de theoriecursus ben gaan doen, en die heb ik een tijdje geleden met succes afgerond. En weer moest ik aan oom Theo denken, want er kwam toch wel behoorlijk wat rekenwerk aan te pas, met al die peilingen, stroom, wind, deviatie, variatie, positielijnen en gegist bestek.

Wat is er nou zo leuk aan zeilen? Allereerst is het op zee, en je deint zo lekker mee op de golven. Aarhus Bocht ligt beschut dus het is niet erg wild, dat moet ik er wel even bij zeggen. Deinen tot kotsens toe, dat heb ik nog niet meegemaakt.

Verder is het leuk omdat je dingen 'op gevoel' moet doen, maar dat kan je leren. Maar er zijn ook een heleboel dingen die je gewoon moet weten – van de betekenis van boeien tot kaart- en kompaslezen. Ook dat kan je leren. En dat is leuk.

Verder kun je op allerlei niveau's zeilen. Het hangt een beetje af in wat voor soort boot je zeilt, maar je kunt racen, en ook rustig en veilig van A naar B zeilen. De zeilboot als crossmotor, als racefiets, of als drijvend vakantiehuis. Zelf houd ik van lekker hard zeilen en flink schuin gaan met je boot, rap overstag gaan, en dat dan zeiltechnisch zo slim mogelijk. Ja, ik heb nog een hoop te leren...

Zeilen is leuk op elk niveau, en dat doet me dan weer denken aan cricket. Dat speelde ik jarenlang. Cricket is ook een technische sport die je op allerlei niveaus kunt spelen. En van zeilen krijg je ook onverklaarbaar opgelopen blauwe plekken in de loop van het seizoen.

Zeilers en cricketers kunnen zich ook helemaal verliezen in prutsen en poetsen aan hun uitrusting. Zeilers nog een graadje meer. Het heeft iets knus-huishoudelijks, al die netjes opgeschoten lijnen hangend aan hun eigen haakje, die keurig linksom-rechtsom opgevouwen zeilen. En het zijn dus merendeels mannen hè, die dat doen. Samen met medeleerlingen maak ik een boot van de zeilschool zeilklaar, en elke keer als ik in de haven kom valt me weer op hoe poetserig zeilers zijn. En hoe blij ze daar van worden. Ze sjouwen in hun overall of oude kleren rond en aaien hun boot, dat is het eigenlijk.

Afijn. Lang verhaal kort: ik heb een boot gekocht. Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling om dat dit jaar al te doen, maar het is zo'n schatje (en financieel een buitenkansje – echte zeilers werpen zich nu brullend van het lachen ter aarde) dat ik het toch maar heb gedaan. Voor de kenners: het is een H-boot uit 1973. Er gaat nu een wereld van buitenboordmotoren, scheepsonderhoud en Hogere Touwkunde voor me open. En qua zeilen heb ik een steile leercurve voor de boeg...


donderdag 16 februari 2012

Vinterbadning

Als een fruitvliegje in een glas whisky. On the rocks. Zo voelde ik me toen ik me in een staalgrijze zee gelardeerd met ijsschotsen dompelde en daarna het verijsde trappetje opglibberde, met een snerpende oostenwind op m'n blote bast. Maar ik wou het zelf. Dat is nou vinterbadning. Een adembenemende ervaring.

M. nam me mee naar Den Permanente, een badpaviljoen uit de jaren dertig bij de haven van Aarhus, om de geneugten van het winterzwemmen aan den lijve te ervaren. Midden in de winter rondspartelen in zee, de sauna in, dan de zee weer in, enzovoorts. Het is een gewoonte waar een vleugje Viking en een vleugje gezondheidsfreak omheen hangt, en ik wou dat wel eens van dichtbij meemaken.

Nu was het al jaren geleden dat ik voor het laatst naar de sauna was geweest. Wat ik me ervan herinner was warmte, vruchtensla eten en de leesmap doornemen. En de menthollucht van het Turkse bad. Een klein beetje zenuwachtig was ik dus wel. Voordeel bij een sauna is dat de vraag 'wat zal ik aantrekken' makkelijk te beantwoorden is, maar het heeft toch meer om het lijf dan je denkt. Dus snoeide ik dagen tevoren al haren weg van plaatsen waar vrouwen geacht worden geen haar te hebben. En op De Dag mikte ik alles in m'n tas wat ik me van vroeger herinnerde als onmisbaar: handdoek, badjas, shampoo, zeep, bodylotion en zelfs haarspul (normaal doe ik niet aan haarspul, maar van die droge vrieslucht krijg ik van die statische plakharen, dat vind ik stom dus vandaar).

Nou, dat had ik allemaal rustig thuis kunnen laten, op die handdoek na dan. Niks geen zalfjes en oliën andere weldadige attributen. Winterzwemmen wil je, en dat krijg je: zee, sauna, klaar. Gezandstraald door de gierende wind als je geluk hebt. Geen ligstoelen maar houten bankjes. Buiten. Kleedkamers: ook buiten. Geen deuren. Haken aan de muur, geen kluisjes. Geen warme douches, maar koude. Beschut tegen nieuwsgierige blikken van buitenaf, dat wel. En al helemaal geen vruchtensla! M. had een bidonnetje voor me meegenomen, we vulden de bidons met water bij de wc's en toen was het strippen, plonzen en dan de sauna invluchten. Met bidon, om het vochtverlies tegen te gaan.

We waren bepaald niet de enigen. We zaten met een man of twaalf in een vrij krappe sauna, maar wel een sauna met uitzicht! Een uitzicht op de bocht van Aarhus en een giga voor anker liggend schip. En af en toe een deinende strook drijfijs die kalm strandwaarts dreef.

Verder heb ik nog nergens een plek meegemaakt waar Denen zo toeschietelijk zijn, en de argeloze nieuwkomer willen betrekken in een gesprek. M. vertelde dat er soms hele saunagroepsgesprekken en -discussies ontstaan over van alles en nog wat, en dat vinterbadning eigenlijk de geheime universiteit van Aarhus is: Jomsborg Universitetet.

Jomsborg, zo heet de winterzwemvereniging die badpaviljoen Den Permanente bevolkt. 's Zomers is het vrij toegankelijk, maar in de winter hebben alleen de vijfduizend leden van vinterbadning toegang tot het complex. Het heeft, zoals het een ouderwets badpaviljoen betaamt, een mannen- en een vrouwengedeelte, maar in de winter hokt iedereen samen in het mannengedeelte waar de sauna's zijn. Bij volle maan is het paviljoen 's avonds tot elf uur geopend, de plankieren worden verlicht met kaarsen als de wind dat toelaat, en leden kunnen zich opgeven om een voordracht te houden, of foto's tentoon te stellen.

Jullie begrijpen: ik kan niet wachten om lid te worden. Dat kan pas met ingang van het volgende winterseizoen. Om te verpozen daarom deze vraag: doen Nederlanders eigenlijk aan winterbaden, buiten dus? Toen ik in Konstanz woonde zag ik, midden in de winter, een naakte man uit de Rijn oprijzen, en K. vertelde dat er geregeld oudere dames voorbijliepen in badpak als het weer daar helemaal geen aanleiding toe gaf (zijn werkkamer keek uit over de Rijn). En de rabbi van Konstanz ging wekelijks baden in het meer van Konstanz, maar dat was omdat daar geen mikwe (ritueel bad) was.

Enfin, ik dwaal af. Winterbaden – wie biedt?

cartoon van Natalie Hanssen

dinsdag 19 juli 2011

Svanen og Thyra, ofwel hoe zeilontwenning te overleven

Het leek zo'n gewone maandag. K. en ik togen naar Aarhus, met mijn fiets achterop want de auto moest naar de garage. Nadat ik K. op z'n werk en de auto bij de garage had afgeleverd, suisde ik de heuvel af naar de haven want daar zouden Svanen en Thyra vertrekken.

Vooraan Svanen, daarachter Thyra. Tweelingschepen. Deden me denken aan de Pollux.


Svanen ("De Zwaan") en Thyra (Deense meisjesnaam) zijn opleidingszeilschepen van de Deense marine (Y 101 en Y 102). Svanen is 51 en Thyra is vijftig jaar oud, en van mei tot oktober zeilen ze rond Denemarken met een vaste bemanning van vier en een wisselende bemanning van zes kadetten (officiers-in-opleiding). Het idee is dat ze zo al zeilende hun vaarkennis verbreden. Zo moeten ze twee keer per uur hun positie bepalen – niet met GPS maar gewoon ouderwets met sextant (geloof ik), en dat dan opschrijven en dat dan nog een keer in het net in een logboek. Overigens: R. vertelde me dat het in Groot-Brittannië verplicht is om een logboek bij te houden van waar je was en wat er gebeurde (wat voor wind, wat voor weer, waarheen, waarvoor, wie/welk schip je tegenkwam, enzovoorts). In het onvolprezen, tot nadenken stemmende boek 'Total Loss - 45 verhalen van zeiljachten die op zee vergaan zijn' van Jack Coote las ik telkens weer hoe verdrietig mensen waren dat ze hun logboek niet mee hadden kunnen nemen omdat hun schip te snel verging. Leuk hoor, logboeken.

Maar ik dwaal af.

Svanen en Thyra, positiebepaling. Je zou bijna zeggen: een kantoorbaan op het water, maar dat is niet zo. Geen zelfhalende lieren met twee versnellingen en een zwengel, maar gewoon aan het touw (sorry, de schoot) gaan hangen met twee of drie man. En de zeilen zijn ook geen kleintjes, het kleinste (bezaan-)zeil meet twintig vierkante meter. Verder slapen de zes kadetten in één ruimte die overdag dienst doet als, nou ja, kantine. Wil je zien hoe dat eruit ziet, kijk dan hier en scroll naar beneden.

Afijn, waarom vertel ik dit? Omdat de zeilschool vakantie heeft en ik aan zeilontwenningsverschijnselen lijd. Zeilvriend R. heeft daar ook last van en maakte me attent op de aanwezigheid van deze twee beauties. Dus zondagmiddag, tussen twee stortbuien door, togen we naar de jachthaven van Aarhus om hebberig bootjes te kijken en daarna de wachtlopende kadet bij Svanen en Thyra lastig te vallen.

Bij de opleiding hoort dat marinemensen burgervolk vriendelijk tegemoettreden, dus gaf hij geduldig antwoord op al R.'s vragen. Op mijn verzoek ging dat allemaal in het Deens maar daar werd ik dan weer zo verlegen van (en het verwerken van alle informatie gaat zo langzaam dat actief deelnemen aan een gesprek onmogelijk is omdat ik altijd achterloop) dat ik alles aanhoorde en verder weinig vragen stelde.

Maar zo hoorden we wel dat Svanen en Thyra maandagochtend negen uur zouden vertrekken. Dat wilden R. en ik wel zien, dus daarom stonden we op maandagochtend in de haven, samen met wat toevallige zeilpensionado's en stratenmakers.

We hadden de stille hoop dat ze onder zeil zouden vertrekken, maar ze deden het op de motor (Volvo Penta Turbo TMD 22P voor de kenners). Ter compensatie was er een hoop marineceremonieel, wat ik mooi en aandoenlijk vind maar waar ik ook een beetje lacherig van word. Vlaggetjes, salueren naar alle kanten, zeg maar de tafelmanieren van de marine maar dan anders.
Hier prevelden de heren standaardformules naar elkaar. Met grijnsje.

Trossen los!

Inderdaad, de man met de zonnebril is van de US Navy (Deense Amerikaanse vloot doen aan uitwisseling). Hij had het commando en praatte het schip de haven uit

Wachten op een commando

Ook het touwwerk is groter hier

Svanen vaart Aarhus Lystbådehavn uit

Eenmaal buiten de haven hesen ze de zeilen.

Svanen tegen de achtergrond van Mols Bjerge

Thyra en Svanen


R. en ik leverden wijsgerig zeilcommentaar op het hoe en waarom en toen, als kers op de slagroom, zagen we een dolfijn spelen in de haven!



Tien voor half tien. De dag kon niet meer stuk. En we hadden nog geen centimeter gezeild.