Posts tonen met het label inburgeren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label inburgeren. Alle posts tonen

dinsdag 19 mei 2015

Kongetro

Vorige maand vierde koningin Margrethe van Denemarken haar vijfenzeventigste verjaardag met pracht en praal, en normaal zou ik daar een vrolijk blogje over hebben geschreven. Maar het weekend daarvoor schoot, zoals de Denen dat zo fraai zeggen, mij de koffie verkeerd in de hals toen ik het interview met haar las in Berlingske Tidende.

Ze zei dat buitenlanders zich moeten voegen naar wat in grote trekken de gewoonten zijn in Denemarken.

Ze zei ook, dat de Denen eisen moeten stellen aan buitenlanders, in elk geval de eis dat buitenlanders zich moeten verdiepen in het land waar ze terecht zijn gekomen. Dat het gaat om verwachtingen.

En tenslotte zei ze dat ze met de kennis van nu, de dingen die ze eerder in haar koninginnecarrière had gezegd over buitenlanders, niet zo zou hebben gezegd.

Het meest opmerkelijke dat ze daar over heeft gezegd nemen veel Denen haar nog steeds kwalijk, maar ik vond het geweldig stoer:

“En dan komen wij met onze 'Deense humor', met kleine wijsneuzige opmerkingen, we ontvangen ze koeltjes, en dan zijn we niet ver verwijderd van pesterij en erger. Dat hoort niet.”

“Så kommer vi med vores "danske humor" og små dum-smarte bemærkninger, så møder vi dem med kølighed, og så er der ikke langt til chikane og grovere metoder. Det kan vi ikke være bekendt.”

Dat was haar bijdrage aan het integratiedebat in 1984.

Dat nam ze dertig jaar na dato terug.

Eisen

Diep, diep teleurgesteld was ik. Ik wist niet dat ik zo koningsgezind was, maar klaarblijkelijk had ik ook verwachtingen - net zoals Denen verwachtingen hebben over buitenlanders. De koningin die ik tot dan toe had aangezien voor een kosmopolitische vrouw, zelf van (half-)buitenlandse afkomst (haar moeder was Zweedse), met een Franse man en twee zoons die een Australische en een Franse hebben getrouwd, huilde uiteindelijk mee met de nationalistische wolven in het Deense bos.

Wat stoort me er nou zo aan?

Ten eerste dat ze zich aansluit bij wat andere politici, Helle Thorning-Schmidt van de sociaal-democraten voorop, zeggen: we moeten eisen stellen aan buitenlanders!

Daar is op zich niets mis mee. Sterker nog, het stellen van eisen is juist goed, want dat betekent dat je a) de wederpartij serieus neemt en b) verwacht dat de wederpartij dat redelijkerwijs ook voor elkaar kan krijgen.

Maar aan de andere kant is die eis een holle frase die niet concreet is. Uit de echoput van pre-verkiezings-Denemarken komt een geluid naar voren, waaruit je kunt opmaken dat het oké is om eisen te stellen aan buitenlanders. Wat de eis inhoudt, doet er niet zo toe. Het gaat erom dat je kunt eisen. Als Deen.

Misschien ben ik nu ten prooi gevallen aan immigrantenparanoia, maar dit vind ik doodeng. Ik kan me de ongein op de werkplek al voorstellen. “Dit moet jij doen, omdat ik Deen ben in Denemarken en ik eisen aan jou kan stellen. Ah nee joh, grapje. Deense humor! Maar je moet het wel doen hoor, wat ik net zei. Nee, grapje! GRAPJUHHH! Kan je niet tegen een gebbetje dan? Je moet niet alles zo letterlijk nemen... die buitenlanders ook, altijd zo lichtgeraakt...”

Zucht.

Ik kan er met mijn verstand niet bij dat verstandige vrouwen zoals koningin Margrethe en premier Thorning-Schmidt (ook getrouwd met een buitenlander trouwens, de Brit Stephen Kinnock – inderdaad, de zoon van ex-Labourleider Neil Kinnock) zich voor dit soort xenofobe ongein laten lenen.

Dum-smart

En wat me verder enorm van koningin Margrethe tegenvalt is dat ze dus haar 'dum-smarte'-uitspraak terugneemt. Dat vond ik nou zo'n stoere stelling: je ziet in dat iets typisch Deens, die humor dus, integratie in de weg kan staan. En dat je er goed aan zou kunnen doen om dat aspect van je Deensheid wat naar omlaag bij te stellen, als handreiking.

Dat ze juist die uitspraak terugneemt, juist in verkiezingstijd, vind ik, sorry hoor Majesteit, laf.

Als je er een beetje over nadenkt is het hele buitenlanderdebat laf. Het gaat over 11,1 procent van de bevolking, waarvan het overgrote deel geen stemrecht heeft en een onbekend deel de taal niet (voldoende) spreekt om deel te nemen aan het maatschappelijke debat – over henzelf. En de rest van de bevolking kan roepen waar het zin in heeft, want iedereen is wel eens een buitenlander tegengekomen. Kortom, het niveau is niet om over naar huis te schrijven – al doe ik dat nu wel.

En 'thuis' is het al niet veel beter, helaas. Vluchten kan niet meer.

Ik word voorlopig geen republikein, maar mijn koningsgezindheid is flink gedaald.

donderdag 22 januari 2015

Bordjes

De bordjes worden verhangen in Denemarken, en dat gaat niet zonder slag of stoot.

In de Zuid-Deense stad Sønderborg kreeg de plaatselijke Føtex (een soort Albert Heijn) de volle laag omdat ze de euvele moed hadden gehad om een bordje in het Arabisch op te hangen in hun winkel.
Uit Ekstrabladet: http://ekstrabladet.dk/nyheder/samfund/df-ordfoerer-arabisk-foetex-skilt-er-et-knaefald-for-islam/5410051

Op alle kleding in het assortiment wordt een korting van 40% gegeven aan de kassa, staat er.

'We doen dat omdat op nog geen driehonderd meter van dit filiaal een opvangcentrum is voor net aangekomen Syrische vluchtelingen. Natuurlijk lezen die nog geen Deens, dus we dachten dat we ze zo van dienst konden zijn', zegt de woordvoerder van Dansk Supermarked, het moederconcern van Føtex.

Maar heel wat Denen maken zich er enorm boos om. Martin Henriksen, integratiewoordvoerder van Dansk Folkeparti, vindt het een knieval voor de toenemende islamisering van Denemarken. 'Met zo'n bordje geef je aan, dat als jij geen Deens wilt leren, de Deense samenleving zich wel aanpast, en dat deugt niet' zei hij tegen journalist Christian Kloster van Ekstrabladet. 'Wij vinden dat er een grens is aan hoe ver je anderstalige klanten tegemoet moet komen uit economische overwegingen. Bedrijven hebben ook een verantwoordelijkheid voor hoe de samenleving zich ontwikkelt. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die om die reden niet meer bij Føtex boodschappen willen doen.'

Maar zo'n bordje, voor mensen die een vreselijke tijd achter de rug hebben en hier nog maar net zijn, probeerde de journalist nog. 'We vinden dat deze vluchtelingen helemaal niet in Denemarken horen te zijn, hun cultuur verschilt te veel van de onze', luidde het antwoord.

Dansk Folkeparti ligt een beetje onder vuur de laatste tijd. Er is een nationaal-conservatieve partij in oprichting, Dansk Samling, en die zou kunnen rekenen op bijna dertien procent van de Deense stemgerechtigden. Vooral het buitenlanderbeleid kan wel wat strenger, vinden ze.

Nu vond die opiniepeiling toevallig een dag na de aanslag op Charlie Hebdo plaats, dus dat kan ook een verklaring voor dat felle buitenlanderstandpunt zijn. Feit blijft dat Dansk Folkeparti concurrentie krijgt ter rechterzijde, en dat nog wel in een verkiezingsjaar. Dansk Samling hoopt dat verkiezingen niet vóór april worden uitgeroepen, want pas in april verandert de wetgeving die het stichten van een nieuwe politieke partij regelt. Nu moeten steunverklaringen voor de nieuwe partij nog met pen en papier en, niet onbelangrijk, met heel veel portokosten worden ingezameld. Na april kan dat electronisch en dus veel goedkoper.

Kritik nej tak
Maar ter rechterzijde rommelt het ook nog op andere manieren. De laatste tijd zijn er artikelen verschenen waarin mensen vertelden hoe ze niet werden toeglaten als partijlid, omdat ze zich in het verleden kritisch over de partij hadden uitgelaten. Dansk Folkeparti heeft geen behoefte aan. De voorganger van Dansk Folkeparti, de Fremskridtsparti, waar Pia Kjærsgaard ook een rol in speelde, was op die manier gestrand. Met strakke partijdiscipline probeert de leiding kritiek te voorkomen.

Een ander geval was een man die half Noors is, in Denemarken woont en werkt (bij het leger zelfs) en lid wilde worden van DF. Kon niet, want hij is geen Deens staatsburger en om lid te zijn van DF moet je Deens staatsburger zijn.

Op DF stemmen mag wél zonder Deense pas. Is dat niet een beetje raar, vroegen de journalisten van Berlingske Tidende aan Peter Skaarup. Maar die vond dat niet raar: 'Je kunt eisen stellen aan je leden, en een van die eisen is dat je Deens staatsburger moet zijn.'

Maar om Deens staatsburger te worden moet je je actief in het verenigingsleven bewegen, is een eis van DF, zeiden de journalisten. Is het dan niet een beetje raar dat dat uitgerekend bij jullie niet kan? Dat vond Skaarup nog steeds niet raar.

De Noorse man vond dat wel raar. 'Je kunt als Scandinaviër je dienstplicht in een ander land vervullen dan je eigen, en ik heb Denemarken gekozen. Ik vind het problematisch dat een partij wel de stemmen van buitenlanders wil hebben, maar hen niet als lid wil opnemen.'

Je mag hopen dat deze episode de Noor heeft geleerd, dat hij een bordje voor z'n kop heeft gehad. Een bordje met 'Forbudt' erop geschreven. Als het niet zo triest was, zou je erom kunnen lachen.

dinsdag 16 december 2014

Integrrrration



Wanneer zijn de verkiezingen? Na drie jaar heeft de zittende premier het recht om verkiezingen uit te schrijven in Denemarken. 2015 wordt dus het jaar van de verkiezingen in Denemarken, al weet niemand nog precies wanneer. Ja, misschien de premier zelf, en een paar ingewijden.

Voor de zekerheid brengen de politieke partijen hun verkiezingsmachines alvast onder stoom. De grote vraag daarbij is wat Het Thema van de verkiezingen zal zijn. De vorige verkiezingen gingen om de economische ontwikkeling van Denemarken. Nu lijkt het erop dat dat het Deense vreemdelingenbeleid zal zijn.

Niet zo gek, aangezien er hier, net zoals in de rest van Europa, meer en meer vluchtelingen komen. Voornamelijk Syriërs. Waar laat je ze, is de eerste vraag. In een piepklein dorpje zonder verdere voorzieningen is misschien niet een goed idee...

Het is ook niet gek dat je dan terugkijkt om te zien hoe het is gegaan met die andere vluchtelingen en immigranten die in de afgelopen jaren hier zijn gekomen. En dan lees je artikel na artikel over al die niet-westerse immigranten die maar met z'n allen in de bijstand zitten, tegen kerstbomen en varkensvlees zijn, en vóór hoofddoekjes.

Ik kan me er nog steeds over opwinden, over het niveau waarop de integratie-discussie zich bevindt, ook al omdat het wel dichtbij komt. Ik ben namelijk óók immigrant, al zou ik dat soms bijna vergeten, en immigrantenkind. Dat laatste realiseer ik me steeds meer naarmate ik hier langer woon.

Maar vanochtend zei K. iets wat me aan het denken zette. Ik las stukken voor uit het hoofdartikel van Jyllands-Posten vandaag en raakte steeds meer opgewonden, toen hij zei “Ik ben opgehouden de integratie-discussie in Denemarken te volgen toen ik me realiseerde dat het helemaal niet meer om een inhoudelijke discussie gaat.”

En inderdaad. Want waar maakte ik me nou zo druk om? Om een opiniepeiling die vertelt dat zestig procent van de Denen vindt dat immigranten niet hard genoeg hun best doen om te integreren. En dan drie deskundigen erbij die zeggen dat het inderdaad toch wel heel erg is.

Lees de eennalaatste zin nog eens over.

[leespauze]

Het gaat erom dat zestig procent Denen iets vindt. Maar het zegt niks over of het zo is, en op grond waarvan dan wel. Wanneer doe je je best om te integreren? Wanneer ben je voldoende geïntegreerd? Hoe ziet de ideale integratie eruit?

En dan nog wat. De hele tijd gaat het over de nieuwkomers die iets moeten, of juist laten. Maar wat doen de ontvangers, de autochtonen, zelf aan integratie – behalve belasting betalen aan de staat die daar dan integratiedingen mee doet? Integratie is een wederzijds proces – de een past zich aan, de ander schikt wat in. Dat gaat nooit helemaal zonder wrijving, helaas. Maar die wederzijdsheid op het persoonlijke vlak, daar hoor je niemand over.

Een voorbeeld. Deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, dat is een eis die aan alle immigranten, waar ook ter wereld, wordt gesteld. Deelnemen aan het maatschappelijk verkeer is op z'n allersimpelst: boodschappen doen, fietsen, naar de kroeg. Vooral in het begin is dat eng, want het is allemaal in een andere taal, je begrijpt dingen niet, je bent bang dat je je belachelijk maakt.

Maar goed, die angst overwin je, alleen al omdat je niet anders kan, en dan ontmoet je andere mensen. Denen dus. Als die dan van me weglopen, of me negeren wanneer ik in de buurt kom, dan ben ik het niet, die niet aan het maatschappelijk verkeer deelneemt. Dat is de Deen of Deense, die zich afwendt.

Die doet dat meestal niet uit hufterigheid. Die doet dat omdat die geen zin heeft in moeilijk gedoe – taal, misverstanden, bang om overvraagd te worden. En dat kan. Soms is er in je leven even geen tijd voor moeilijk gedoe. Dus dan ontwijk je dat probleem.

Maar zo ontstaat er wel een probleem voor mij: hoe word ik in een winkel geholpen zonder dat de verkoper mij helpt? Hoe vraag ik de weg zonder een Deen die antwoordt? Hoe bestel ik een biertje zonder kroegbaas? Negeren is voor mij geen optie.

Ik kan niet deelnemen aan het maatschappelijk verkeer als Denen mij negeren. Ik kan geen Deens leren als niemand met mij wil praten, behalve de leerkrachten op school. Zoals je neuken, of voetbal, uiteindelijk leert in de praktijk (en niet uit een boek) kan integratie niet zonder nader menselijk contact. Je afwenden en roepen dat de staat daar maar voor moet zorgen, is voor sommige dingen geen optie. Het is wel lekker makkelijk.

Maar dat is dus precies wat er gebeurt, met instemming van politici die het integratievraagstuk zien als een gebruiksvoorwerp om zichzelf en hun partij te kunnen profileren. Ook lekker makkelijk.

Maar lost het wat op? Nee. Integendeel. In verbale wedstrijdjes waarin iedereen elkaar opjuint om dingen weer net even wat scherper te zeggen, verruwt het spel.

Afijn. Voor de goede zaak ben ik in het Deens in de pen geklommen om weer eens wat over integratie te roepen, en Jyllands-Posten heeft geluisterd :-)

 

vrijdag 29 augustus 2014

Trængsel og alarm

Lees nooit een boek in het openbaar vervoer, het kan tot grote misverstanden leiden.

Gisteren was er groot alarm in Kopenhagen. Een man die zich verdacht, want zenuwachtig, gedroeg, was gesignaleerd op het hoofdstation van Kopenhagen, en later in de metro.
Toen zijn rolkoffertje om- en openviel werd hij helemaal zenuwachtig. Er waren wat snoeren te zien, maar hij borg die snel weer op om weer, zachtjes mompelend, in zijn boek te zitten lezen. Titel: 'War on Terror'.

Een medepassagiere vond het maar niks.

Binnen een paar uur tijd stonden Twitter en Facebook roodgloeiend van de berichten en foto's en oproepen omtrent de man en was de politie in verhoogde staat van paraatheid gebracht. Maar geen spoor van de man zelf.

Een paar uur later werd de politie gebeld. 'Jullie zoeken mij. Ik ben Alisiv Ceran, student Engels en Mandarijn, was naar een examen buitenlandse politiek, had mijn telefoon uitgezet en zie nu pas wat er allemaal gaande is. Mijn vrienden hebben me gewaarschuwd dat ik verdacht word van terrorisme. Ik heb me opgesloten op een gehandicaptentoilet want ik durf niet naar buiten vanwege het gesunde Volksempfinden. Willen jullie me bevrijden?'

Zo ongeveer.

En dat deed de politie gelukkig. Met het geweer in de aanslag, want je weet maar nooit.

Twee dingen vallen op.
Anno nu moet je je eigen printer meenemen naar een examen. Dat is trouwens niet alleen zo op de universiteit (hoewel ik Kees er nog nooit over heb gehoord), maar het geldt ook voor de leerlingen die eindexamen doen van de middelbare school. Verlengsnoeren hebben ze blijkbaar wél in voldoende mate. Communicatieplatformen à la Blackboard ook. Maar electronisch examen doen met je eigen laptop, dat kan niet.

En je kan maar beter geen donkere huidskleur, een volle zwarte baard hebben EN een boek lezen over terrorisme.

Denemarken heeft een serieus racismeprobleem. Niet iedereen die een zwarte baard heeft en een boek over terrorisme leest, is een terrorist. Niet iedere Aziatische vrouw is een postorderbruid uit Thailand. Niet elke Roemeen is een dief. Maar mannen met zwarte baarden, Aziatische vrouwen en Roemenen – en zij die er zo uitzien – worden wel behandeld als uitschot.

Ik vrees dat het in Nederland geen haar beter is. En dat boek, ik ben er nog steeds niet achter van wie het is!

dinsdag 12 augustus 2014

Første skoledag

Gisteren was de eerste schooldag voor een hele jaargang in Denemarken. Tegelijkertijd was het ook de eerste schooldag voor alle Folkeskole-leerlingen (= grofweg: basisschoolleerlingen) van Het Nieuwe Regime: de Skolereform.

De Deense basisschool is langer gaan duren. Per dag dan. Leerlingen beginnen op hun zesde, en eindigen op hun vijftiende (gemiddeld). De school duurt nu van 8-14 uur voor de kleinsten (eerste t/m derde klas), 8-14.30 uur voor de vierde t/m zesde klas, en 8-15 voor de 7e t/m 9e klas.

Grofweg zoals in Nederland dus.

Maar in Denemarken is deze verlenging van de schooldag ongehoord voor velen. Kinderen kunnen niet meer naar hun sportclub. Maar ze krijgen wel per dag 45 minuten bewegingsles op school. BSO's worden uitgekleed (kinderen zitten immers langer op school) en scholen bieden huiswerkcafé's aan, die nu nog vrijwillig zijn maar later verplicht zullen worden.

Achtergrond van deze schoolhervorming is, bruut gezegd, tweeledig. Denemarken scoort relatief laag in de PISA scores, en die moet omhoog. Kinderen moeten daarom niet alleen harder maar in elk geval langer leren.

De andere reden is dat leraren geld kosten en op deze manier worden ze gedwongen langer te werken tegen hetzelfde loon. Daar was vorig jaar protest over, en dat leidde tot een lockout (zie hier), en dat verloren de leraren. Over de eerste schooldag hing dus ook een beetje een zwarte wolk.

Veel ouders zijn ook tegen de skolereform. Niet uit solidairteit met de meesters en juffen, maar omdat ze vinden dat de overheid ingrijpt in het privé-gezinsleven, en dat de het de vrijheid van kinderen beknot.

In zijn blog kijkt hoofdredacteur Tom Jensen van Berlingske Tidende er wel wat anders tegenaan. Ten eerste zijn Deense kinderen al een paar maanden nadat ze geboren zijn 'geïnstitutionaliseerd'. De overgrote meerderheid van ouders werkt immers allebei (en meestal fulltime), kinderopvang is wijdverspreid en goed georganiseerd, dus hoeveel vrijheid neem je ze nou af als ze een uur langer op school blijven en een uur korter naar de BSO gaan? Verder zitten pa en ma nog steeds op hun werk, het gezinsleven staat overdag uit tot etenstijd, dus zo veel inbreuk vindt daar ook niet plaats, aldus Tom Jensen.

Het zal velen verbazen maar vroeger vond ik het altijd heerlijk om naar huis te gaan en een tijdje alleen te spelen. Niet de hele tijd dat gedoe van anderen om je heen, maar klooien op je kamer met je poppenhuis, je Barbie, je cowboys. Of gewoon lekker lezen: Pim en Pom, Meester Pompelmoes (en de Mompelpoes), de encyclopedie die mijn ouders speciaal voor mijn broer en mij hadden aangeschaft. Het lijkt me erg onrustig om kind te zijn tegenwoordig. Of idealiseer ik dat nu?

donderdag 7 augustus 2014

At vise flag (met update)

I Vlag tonen, kleur bekennen. Als het om vlaggen gaat, hebben Denen daar geen moeite mee. Op kantoor hebben we een mini-vlaggenmast met Dannebrog (zo heet de Deense vlag), die op tafel verschijnt bij verjaardagen. Gewoon tussen de koek en de koffie.

Bij verjaardagen, maar ook als je visite verwacht, gaat de vlag uit. In het begin denk je 'wat een nationalistische figuren zijn die Denen toch', maar meerdere Denen hebben me verzekerd dat je dat niet zo moet zien. Ten eerste is de vlag van het volk, niet van de hoge omes. Ten tweede vlag je wanneer het jou goeddunkt – dus niet alleen voor de koningin, voor bevrijdingsdag, voor Kerstmis of Grondwetsdag, maar ook omdat je jarig bent, of omdat je buurmeisje jarig is en het hele dorp dan gezellig meevlagt. Of als er iemand uit je omgeving overleden is en je dan de vlag halfstok hijst.

Dus toen het op 23 juli nationale rouwdag was in Nederland vanwege de neergestorte MH17, vond ik dat ik ook moest vlaggen.


De huiselijke manier waarop Denen omgaan met hun vlag zou je bijna doen vergeten dat de symbolische waarde ervan uiteindelijk toch te maken heeft met territoriumdrift. Het sierlijk afpissen van je eigen domein. En dat wil ik ook wel eens! Als immigrant bekruipt je af en toe de onbedwingbare behoefte om te laten zien wie je bent, kleur te bekennen – en af en toe even met je landsvlag te zwaaien.

Maar, zo bleek, daar zijn wetten voor. Of eigenlijk: tegen. In Denemarken mag je niet zomaar de vlag van je land hijsen. Ik kwam erachter dat je daarvoor toestemming moet hebben van de politie. Na een bezoek aan de plaatselijke politieagent, die me aankeek alsof ik 'm voor de gek hield met mijn verzoek, stuurde ik een keurige brief naar het hoofd van politie van Oost-Jutland. Ik ontving prompt een mailtje met de vraag, op welke dagen ik wilde vlaggen. En daarna hoorde ik twee jaar niets meer.

Tot eind vorige week.

Toen ik op nationale rouwdag vlagde, was dat eigenlijk illegaal. Om mijn slechte geweten te sussen stuurde ik een mailtje ter herinnering naar de politie. En na tien dagen kreeg ik een mailtje terug met toestemming.

Aan de toestemming zijn wel een paar voorwaarden verbonden. Zo MOET de Dannebrog ook gehesen zijn, en MOET de Dannebrog groter zijn dan de vlag van het andere land. Ook mag ik niet de Nederlandse vlag hijsen op de officiële Deense vlaggedagen.

Nou, daar kan ik wel mee leven. 15 augustus (bevrijdingsdag WO II Azië) gaat de hele lappenwinkel legaal de mast in!

Update: op weg naar huis kwam ik een Palestijnse fietsdemonstratie tegen, rijkelijk behangen met vlaggen. Eens kijken hoe snel de vlaggenwet erbij gehaald wordt de komende dagen!



dinsdag 27 mei 2014

Stueren

Nee, geen typfout. Stueren is het Deense woord voor 'zindelijk' – letterlijk vertaald 'woonkamerschoon' (stue = woonkamer, ren = rein). Met een beetje goede wil kun je het ook in goed Nederlands 'salonfähig' noemen.

Tien jaar gelden won de sociaaldemocratische premier Poul Nyrup Rasmussen ruim vierhonderdduizend persoonlijke stemmen bij de Europese verkiezingen. Een record. Nyrup Rasmussen deed ook de gedenkwaardige uitspraak 'Hoeveel moeite men ook doet, in mijn ogen wordt Dansk Folkeparti nooit salonfähig.'

Vandaag staat in de krant dat uitgerekend Morten Messerschmidt, de lijsttrekker van Dansk Folkeparti, meer dan 465.000 persoonlijke stemmen heeft gekregen bij de Europese verkiezingen.

26,6 procent van de Denen die gestemd hebben, stemden voor Dansk Folkeparti (DF). Daarmee haalde de partij de meeste stemmen binnen – vóór de sociaal-democratische partij, die tot dan toe de meeste stemmen had.

Nyrup Rasmussen had geen commentaar.

Hoe zindelijk kun je zijn, vragen diverse DF-leden nu triomfantelijk. Een winst van elf procent ten opzichte van de verkiezingen in 2009, vier parlementsleden. Die veeg je niet zomaar van tafel.

Dus ook niet de verkiezingsthema's die Messerschmidt heeft uitgedragen: meer controle aan de grens, en een nieuw Deens voorbehoud bij de Europese wetgeving – deze keer over het recht van niet-Denen op Deense welvaartsstaatsuitkeringen. Het zijn alleen wel thema´s die in het Deense parlement moeten worden uitgevochten. Niet in Brussel of Straatsburg.

Niet alleen thuis zindelijk
In het rijtje rechts-populistische partijen dat fors heeft gewonnen bij de Europese verkiezingen valt de Dansk Folkeparti op als vrij gematigd, vinden de Denen zelf. DF is niet tegen de EU maar wil gewoon minder EU – en meer Denemarken. Ook gaan er binnen en buiten de partij stemmen op om DF regeringsverantwoordelijkheid te geven.

De vraag is ten eerste of ze dat willen. Het is veel gemakkelijker om kritiek te hebben op de besluiten die anderen nemen, dan om zelf een besluit te nemen en dat te verdedigen tegenover anderen.

De tweede vraag is of DF nou echt wel zo gematigd is. Voor een groot deel willen ze nog steeds hetzelfde als tien jaar geleden, en is het de rest van het politieke spectrum dat is opgeschoven naar rechts. Of eigenlijk kun je beter zeggen dat het politieke spectrum wordt verbreed: met kleine, uitgesproken linkse of rechtse partijen die het politieke debat bepalen, en de oude grote partijen, die in de loop der jaren gekrompen zijn, en afhankelijker zijn geworden van de steun van kleine partijen.

Hoe het ook zij, en hoe gematigd DF lijkt naast UKIP en Front National: een partij die tegen vreemdelingen is, is de grootste geworden (al gaat het maar om 26 procent van de 56 procent Denen die gestemd heeft).

En ik ben een vreemdeling.

Je kunt je integreren zoveel je wilt, maar als de ontvangende partij je niet moet, dan heeft het niet veel zin.

woensdag 14 mei 2014

Voteman - twelve points, douze points

Deze wil ik jullie niet onthouden, en aan wat @careau geschreven heeft heb ik niets toe te voegen, behalve dat de humor van de meeste Denen inderdaad rauw is, maar wel vreselijk leuk. En dat het seksistisch is kan me vandaag geen reet schelen. Daar dan.

http://kleindeensgeluk.eu/voteman-de-stemviking/



woensdag 11 december 2013

Ho ho ho?

Christmas in Denmark is refreshingly pagan. That is what struck me the first time we celebrated Christmas here. Food, gifts and having fun with family and friends.

In the Netherlands we have a strict division of labour. Though the feasts are both in December, they are widely different: Christmas is about religion, fine food and, perhaps, merriment (as in 'classy' fun). Whereas gifts and boisterous fun is the realm of Sinterklaas.

Sinterklaas is both the familiar name for Saint Nicholas and the festivity itself. On the eve of 5 December, the Dutch exchange gifts. The idea is that you do not know who has given you the gift, and often there's a poem attached that is supposed to be funny – sometimes to, and beyond, the pain threshold. It can also be wrapped up inside something funny - the so-called 'surprise'. Thus hours of work disappear into crafting a container for a small gift. Grown-ups poke fun at each other that way, but children get 'real' gifts if they are still considered believers. Believers in the Sinterklaas story, that is. Here comes the simple version.

The story about Sinterklaas is that he lives in Madrid and travels yearly to the Netherlands on a boat filled with gifts for children who have been good. On the evening of 5 December, Sinterklaas rides out on his white horse on the Dutch roofs, delivering the gifts through the chimneys. His helper, Zwarte Piet (Black Pete), does the chimney bit. Children who have been naughty get no gifts but a bag of salt. If they are lucky, that is. Zwarte Piet's other task is doling out corporal punishment, or, worst of the worst, abducting the rascals in a burlap sack and taking them to Spain.

Through the years, the division of labour between Sinterklaas and Christmas has become blurred. As religion has become less prominent in Dutch society, many people tend to give gifts at Christmas, too. Or they have stopped celebrating Sinterklaas altogether and do gift-giving the American Way, at Christmas. Still, many people have a bad conscience about the wealth of gifts and the tables filled with food and wines – all in sharp contrast to that babe in the manger. Not to speak of the rest of the world that is suffering hardship and hunger.

Alongside this process, the Sinterklaas festivities and the accompanying story have changed. Corporal punishment has gone out of fashion, and it is no longer a threat but rather a treat to go to Spain. Also, Zwarte Piet is not alone anymore, he has gotten more and more assistants and has gotten more light-skinned over the years. Despite all that, Zwarte Piet himself has become a source of controversy because quite a number of Dutch consider his figure as a symbol of slavery, confirming all prejudices about blacks – so not a festive figure at all. Other Dutch people though fiercely cling to the 'black' in Zwarte Piet, so much so that he now stands for an expression of real Dutchness. Which has led me to the conclusion that it takes roughly 150 years to integrate in the Netherlands if you are black.


Some sort of a Sinterklaas will survive in Holland, I think. If not, we have to console ourselves with the thought that his descendant, Santaclaus, is gaining world domination – also in Denmark.

dinsdag 19 november 2013

May I have your votes, please!

Zelfs Google stuurde je naar de stembus

Vandaag zijn er gemeente- en regio-verkiezingen in Denemarken. K. en ik waren allebei een beetje opgewonden want we mochten meedoen! Als haviken hebben we de brievenbus in de gaten gehouden, en een zucht van verlichting ging door het huishouden toen de stemkaarten (valgkort) uiteindelijk in de bus vielen.

Vanmiddag hebben we dus onze democratische plicht gedaan. Bij de sporthal hadden ze de parkeerplaats omgebouwd, zodat de stemmers die met de auto kwamen zonder elkaar te hinderen konden parkeren en weggaan.

Het was in vergelijking met Nederland een vrij massale aangelegenheid: drie 'stations' waar je je stemkaart kon inleveren voor stembiljetten, een hele rij hokjes met blauwe gordijnen waar je je stem kon uitbrengen, en drie paar stembussen: drie gele en drie grijze. De gele voor de regionale verkiezingen en de grijze voor de gemeenteverkiezingen.

De stembiljetten zijn een verhaal apart, want enorm groot – zie de foto. Maar ze zijn bescheiden in vergelijking met stembiljetten voor parlementsverkeizingen. Dat zijn werkelijk jonge tafellakens.

Verder hing er een grafiek van het aantal uitgebrachte stemmen tot dan toe, in vergelijking met die van de vorige verkiezingen. En dozen met appeltjes voor de stemmers.



We kwamen ook nog een buurman tegen, dus toen kon de stemming al helemaal niet meer stuk. Opgetogen reden we naar huis, en nu wachten we bij de brandende houtkachel op de uitslagen.

woensdag 9 oktober 2013

Pepernoten - pebernødder

Vanaf het begin is me opgevallen hoeveel Denemarken en Nederland op elkaar lijken. Drop, pepernoten, fietspaden en veel fietsers. Maar ook: mannen met witte sokken in sandalen, de zuipcultuur, het op-het botte-af-informele gedrag tegenover mensen die je niet kent, en de vaste overtuiging dat 'gezelligheid' en 'hygge' nergens anders bestaan dan in het eigen land.

Natuurlijk zijn er ook dingen die wezenlijk anders zijn. Dat Denen afstammen van de Vikingen, dat willen ze weten. En dat merk je ook van tijd tot tijd. Er zijn mensen die de godsdienst van voor het Christendom aanhangen. Dat heet Asatro, en er zijn er niet veel van maar je vindt ze in elk geval in hoge concentraties in Aarhus in de maand juli. Bij het Vikingmuseum Moesgaard verrijst dan een Viking-tentendorp, waar mensen een week lang als Vikingen leven. Niet noodzakelijkerwijs als aanhangers van de oude goden, maar toch.

Ook wezenlijk anders is dat Denemarken in hoge mate een mono-cultuur is. Met andere woorden: ze doen de meeste dingen allemaal op dezelfde manier en vinden dat ook leuk. Afwijking daar van is hoogst merkwaardig en soms bijna een belediging. Klein voorbeeld: Julefrokost, het kerstdiner, bestaat uit een vast aantal gerechten rijkelijk besproeid met drank. Toen bij mijn man op het werk de organisatoren de euvele moed hadden om tapas te serveren in plaats van het traditionele varkensgebraad met gecaramelliseerde aardappelen en de hele verdere Julefrokost-rest, gingen veel van de hoogculturele, welbereisde en ruimdenkende intellectuelen steigeren. In Nederland is men, voor zover ik kan zien, meer geneigd om tradities overboord te zetten ten voordele van wat toevallig in de mode is. Voor allebei is iets te zeggen, al neig ik meer naar traditie, moet ik bekennen


Pepernoten dus – pebernødder. Nu liggen ze hier in de winkel en dat is op het randje, want een andere traditie is dat de kerst z'n intrede doet in de Deense etalages na de najaarsvakantie. En die is volgende week...


woensdag 1 augustus 2012

Venskab

Oude en nieuwe vrienden


Vandaag is het twee jaar geleden dat we in Denemarken aankwamen. Of eigenlijk is het gisteravond twee jaar geleden, maar 1 augustus was de eerste volle dag (mierenneukmodus).

Ik kan me niet herinneren of we er vorig jaar uitvoerig bij hebben stilgestaan. Op dit blog in elk geval niet. Maar het kan geen kwaad even terug te kijken. Uit een baaierd van onderwerpen (verkeer, politiek, drop, buitenlanders) kies ik het hoofdje 'vriendschap'.

Gisteren heb ik vrienden uitgezwaaid die nu in Noorwegen gaan wonen. Eerder deze maand hebben we andere vrienden uitgezwaaid, die teruggingen naar Australië. Zoiets stemt tot nadenken.

Vriendschappen in den vreemde zijn snel gesloten. Voor mij dan he. Niet alleen omdat je wel moet (mensen zijn sociale dieren en ik ben geen uitzondering), maar ook omdat je wensen en eisen anders zijn dan 'thuis': het netwerk van vrienden en relaties dat je in je leven hebt opgebouwd is op grotere afstand komen te liggen. Je leven van alledag ziet er ook anders uit, is door de emigratie overhoop gehaald en je bent jezelf opnieuw aan het uitvinden. Verder ben je een vreemdeling, en de neiging is groot om je heil te zoeken bij andere vreemdelingen. Daarbij komt dat het moeilijk is om aansluiting te vinden bij Denen, vooral in het begin – de taal zit zo in de weg, en Denen hebben hun eigen (in de loop van hun leven opgebouwde) netwerk.

Maar er is ook nog iets anders. Je bent ouder, en stelt andere eisen aan vriendschappen dan toen je jonger was. Je weet beter wat je wilt, wat je prettig vindt, waar je niet goed in bent en waar je knettergek van wordt. Zo ben ik niet goed in zingeving, godsdienst en andere soorten zweverigheid. Ook ben ik niet goed in gevoelens en kinderen en 'vrouwendingen' (behalve schoenen, stoffen en tassen). Maar ik ben heel goed in zakmessen en andere gadgets, in zeilen, boeken en politiek. Of in elk geval ben ik in die onderwerpen geïnteresseerd.

Ook ligt er minder druk op vriendschappen. Van vriendschappen in mijn school- en studententijd kan ik me herinneren dat het zo belangrijk was wat je van elkaar vond, en wat anderen van je vonden, en de balans tussen hoe nodig je elkaar had, of juist niet, hield ik nauwlettend in de gaten. Terwijl ik dit opschrijf, valt me het zotte (en hoogmoedige) ervan op. Met de kennis van nu, uiteraard.

Tegenwoordig lig ik er niet meer zo wakker van hoe belangrijk ik voor een ander ben. Of de ander voor mij. Een beetje 'onbalans' is er altijd wel in een vriendschap, en zoalng beide partijen daar mee kunnen leven, is het okee. Trouwens, de balans past wel op zichzelf, die hoeft niet geanalyseerd te worden. En je stelt je sneller open voor mensen, je durft meer dan vroeger.Twintig jaar geleden, toen ik weer terugkwam naar Nederland na drie jaar Italië, ging ik weer cricketen bij mijn oude club Hippo. Met de meeste teamgenoten pakte ik de draad meteen weer op, veel makkelijker en relaxter dan daarvoor. Waarom? Geen idee. Ik wijt het aan rust, ouderdom, en minder hooggespannen verwachtingen. En toen was het opeens veel leuker ook!

Maar goed. Ondertussen ben ik toch maar twee goede vriendinnen met leuke echtgenoten kwijt, of liever, ze zitten op afstand, en als tactiel aangelegd persoon is dat wat onhandig. Maar verder is alles goed :-)

woensdag 30 mei 2012

Bare slappe af


Gek word ik ervan. Vraag je aan Deense vrienden wat ze doen, gaan doen of hebben gedaan: 'Oh, jeg skal bare slappe af' zeggen ze dan. 'Slappe af' betekent ontspannen. Relaxen.

Het kan aan mij liggen maar ik vind het vaag klinken. Ik houd niet van containerbegrippen. En de woorden zelf, 'slappe af' (in het Deens klinkt het als 'sleppe èh') ze klinken niet erg appetijtelijk. (Ik zou bijna zeggen: ik krijg er geen stijve van). Om de verwarring nog te vergroten: relaxed in het Deens is 'afslappend', maar dat klinkt dan weer als 'auwsleppend'. Als taal is Deens bepaald niet 'rielekst', voor je het weet zing je een woord helemaal verkeerd en dan is de verwarring weer compleet.

Maar ik dwaal af.

'Slappe af', ontspannen dus. In mijn ogen is dat een nogal wijds begrip. Lezen, slapen, zwemmen, je teennagels lakken, je schroevendraaiers op kleur en volgorde leggen, punniken, gitaarspelen, in bad... Maar als Denen ontspannen, doen ze niks. Tenminste, dat zeggen ze, ik heb het aan verschillende gevraagd.

Onder nietsdoen versta ik vrij letterlijk 'niets doen'. Niet bewegen, blik op oneindig, verstand op nul – en ik kan me gewoon niet voorstellen dat een Deen, een mens, een levend wezen vrijwillig en voor z'n genoegen in de zombiestand gaat. En dat dan een heel weekend achter elkaar!

Vanmiddag lag ik onder het mes bij de kapster en in een opwelling besloot ik het haar te vragen. 'Helle, wat bedoelen Denen nou als ze zeggen dat ze ontspannen?' Helle's antwoord was simpel. 'Dat kan voor iedereen iets anders zijn: een boswandeling, lezen... maar voor mij betekent het niet-bewegen, bankzitten. Vrije tijd. Programmaloze tijd. Iets doen wat je leuk vindt, zonder afspraken of verplichtingen – bare slappe af.'

Toen begon ik het te begrijpen. Waar Denen zeggen dat ze niets doen, zeggen wij dat we een beetje aanrommelen - maar we doen dan per saldo niks. Toch gebruiken we er een actief woord voor, want ledigheid is des duivels oorkussen. Zou dat de invloed van het calvinisme zijn? Dat we nietsdoen verheffen tot (of maskeren door) een handeling – al is het maar aanrommelen?

donderdag 16 februari 2012

Vinterbadning

Als een fruitvliegje in een glas whisky. On the rocks. Zo voelde ik me toen ik me in een staalgrijze zee gelardeerd met ijsschotsen dompelde en daarna het verijsde trappetje opglibberde, met een snerpende oostenwind op m'n blote bast. Maar ik wou het zelf. Dat is nou vinterbadning. Een adembenemende ervaring.

M. nam me mee naar Den Permanente, een badpaviljoen uit de jaren dertig bij de haven van Aarhus, om de geneugten van het winterzwemmen aan den lijve te ervaren. Midden in de winter rondspartelen in zee, de sauna in, dan de zee weer in, enzovoorts. Het is een gewoonte waar een vleugje Viking en een vleugje gezondheidsfreak omheen hangt, en ik wou dat wel eens van dichtbij meemaken.

Nu was het al jaren geleden dat ik voor het laatst naar de sauna was geweest. Wat ik me ervan herinner was warmte, vruchtensla eten en de leesmap doornemen. En de menthollucht van het Turkse bad. Een klein beetje zenuwachtig was ik dus wel. Voordeel bij een sauna is dat de vraag 'wat zal ik aantrekken' makkelijk te beantwoorden is, maar het heeft toch meer om het lijf dan je denkt. Dus snoeide ik dagen tevoren al haren weg van plaatsen waar vrouwen geacht worden geen haar te hebben. En op De Dag mikte ik alles in m'n tas wat ik me van vroeger herinnerde als onmisbaar: handdoek, badjas, shampoo, zeep, bodylotion en zelfs haarspul (normaal doe ik niet aan haarspul, maar van die droge vrieslucht krijg ik van die statische plakharen, dat vind ik stom dus vandaar).

Nou, dat had ik allemaal rustig thuis kunnen laten, op die handdoek na dan. Niks geen zalfjes en oliën andere weldadige attributen. Winterzwemmen wil je, en dat krijg je: zee, sauna, klaar. Gezandstraald door de gierende wind als je geluk hebt. Geen ligstoelen maar houten bankjes. Buiten. Kleedkamers: ook buiten. Geen deuren. Haken aan de muur, geen kluisjes. Geen warme douches, maar koude. Beschut tegen nieuwsgierige blikken van buitenaf, dat wel. En al helemaal geen vruchtensla! M. had een bidonnetje voor me meegenomen, we vulden de bidons met water bij de wc's en toen was het strippen, plonzen en dan de sauna invluchten. Met bidon, om het vochtverlies tegen te gaan.

We waren bepaald niet de enigen. We zaten met een man of twaalf in een vrij krappe sauna, maar wel een sauna met uitzicht! Een uitzicht op de bocht van Aarhus en een giga voor anker liggend schip. En af en toe een deinende strook drijfijs die kalm strandwaarts dreef.

Verder heb ik nog nergens een plek meegemaakt waar Denen zo toeschietelijk zijn, en de argeloze nieuwkomer willen betrekken in een gesprek. M. vertelde dat er soms hele saunagroepsgesprekken en -discussies ontstaan over van alles en nog wat, en dat vinterbadning eigenlijk de geheime universiteit van Aarhus is: Jomsborg Universitetet.

Jomsborg, zo heet de winterzwemvereniging die badpaviljoen Den Permanente bevolkt. 's Zomers is het vrij toegankelijk, maar in de winter hebben alleen de vijfduizend leden van vinterbadning toegang tot het complex. Het heeft, zoals het een ouderwets badpaviljoen betaamt, een mannen- en een vrouwengedeelte, maar in de winter hokt iedereen samen in het mannengedeelte waar de sauna's zijn. Bij volle maan is het paviljoen 's avonds tot elf uur geopend, de plankieren worden verlicht met kaarsen als de wind dat toelaat, en leden kunnen zich opgeven om een voordracht te houden, of foto's tentoon te stellen.

Jullie begrijpen: ik kan niet wachten om lid te worden. Dat kan pas met ingang van het volgende winterseizoen. Om te verpozen daarom deze vraag: doen Nederlanders eigenlijk aan winterbaden, buiten dus? Toen ik in Konstanz woonde zag ik, midden in de winter, een naakte man uit de Rijn oprijzen, en K. vertelde dat er geregeld oudere dames voorbijliepen in badpak als het weer daar helemaal geen aanleiding toe gaf (zijn werkkamer keek uit over de Rijn). En de rabbi van Konstanz ging wekelijks baden in het meer van Konstanz, maar dat was omdat daar geen mikwe (ritueel bad) was.

Enfin, ik dwaal af. Winterbaden – wie biedt?

cartoon van Natalie Hanssen

dinsdag 20 december 2011

Kerstblues, of taalpuberteit

(de Nederlandse vertaling, speciaal voor Corry en Jonneke)

Maandag hadden we het laatste examen, en nu hebben we vrij. We hebben het er uitstekend vanaf gebracht, mag ik wel zeggen, vooral mijn klasgenoten. Ik was daarentegen behoorlijk ongeconcentreerd bij het mondeling, maar uiteindelijk ben ik niet helemaal ontevreden (ja, ik maak me het Jutlandse gevoel voor understatement al aardig eigen). Maar waarom voel ik me dan toch zo... klote?

Ik ben niet de enige. L. voelde zich ook een beetje down, en zei ”Ik heb het examen gehaald met prachtige cijfers, maar ik voel me een bedrieger. ik praat nog steeds als een kind, en ik heb moeite mensen te verstaan. Ik ben nog niet klaar, maar school is nu afgelopen, en ik mis school ook – het was zo'n groot deel van ons leven.”

Hij heeft gelijk – school is des te belangrijker als je in den vreemde landt, zonder werk, alleen taalschool. Voor degenen die goede herinneringen hebben aan hun school- en studietijd, is taalschool een heerlijke tijdmachine. Het is een leerzame en een leuke ervaring om leerling te zijn als volwassene. Daarom is het niet verwonderlijk dat we een beetje last hebben van onthoudingsverschijnselen, is mijn amateurdiagnose.

Maar hij heeft ook gelijk omdat het, op z'n zachtst gezegd, teleurstellend is om de school uit te huppelen en bij de eerste de beste moedige poging tot een gesprek met je bek vol tanden te staan. Elke keer als ik de grote Deense wereld intrek en weer thuiskom, kruip ik m'n bed in en voer ik de gesprekken van de dag weer overnieuw. Esprit de l'escalier heet dat in goed Nederlands – trapportaal-tegenwoordigheid van geest, zou je kunnen zeggen. Dat wat je bedenkt als je naar buiten gaat, na afloop. Te laat, verdomme!

Ik was aan het strijken (huishoudelijk werk is ook goed om de ziel op te ruimen) toen ik me herinnerde wanneer ik dezelfde soort gevoelens had: in de puberteit. En toen vielen de puzzelstukjes op hun plaats. We zijn geen kleine kinderen meer, we zijn taaltieners, maar zonder heftige hormoonschommelingen (daar ben ik trouwens ook niet helemaal zeker van).

maandag 19 december 2011

Juleblues eller sprogpubertet

(Historisk/hysterisk øjeblik: min første blog på dansk! Tak Conni og Per for rettelserne)

Den sidste eksamen var i mandags, og nu holder vi fri. Vi klarede os udmærket, må jeg sige, især mine klassekammerater. Jeg var til gengæld vildt ufokuseret da jeg gik op til min mundtlig eksamen, men alt i alt er jeg ikke helt utilfreds (ja, jeg tilegner mig stille og roligt den jyske sans for underdrivelse). Hvorfor mon har jeg det så.... skidt?

Jeg er ikke alene i det. L. følte sig også lidt nedtrykt, og sagde: ”Jeg bestod eksamen med glimrende karakterer, men jeg føler mig en svindler – jeg taler stadig som et barn, og jeg har det stadig svært med at forstå folk. Jeg er ikke færdig, men undervisningen er slut nu, og jeg savner bare skolen – det har vært så en vigtig del af vores liv.”

Han har ret – skolen bliver endnu vigtigere, når man lander i det fremmede og har ingen arbejde, bare sprogskolen. For dem, der har gode minder fra deres skole- eller studietid, er sprogskolen en dejlig tidsmaskine. Det er en lærerig og rar oplevelse at blive elev som voksen. Derfor er det ikke mærkeligt at vi lider lidt af abstinenssymptomer, er min amatørdiagnose.

Men han har også ret, fordi det er, mildt sagt, skuffende, når man hopper ud fra skolen og ved det første modige forsøg ude på gaden står med åben mund. Kun senere opdager man, hvad man kunne have sagt. Hver gang jeg tager ud i den store danske verden og kommer hjem, går jeg i seng og gennemgår dagens samtaler igen. Esprit de l'escalier, hedder det på rigtig hollandsk (jo, det er fransk) – trappeåndsnærværelse, kunne man sige på dansk. Det, som kommer i tanken når man er på vej ud. For sent, for satan!

Jeg var ved at stryge (husholdningsarbejde er også god til at rydde op sjælen), da jeg huskede hvornår jeg havde den samme følelse: Det var i puberteten. Og så faldt puslestykkerne til plads. Vi har lavet et lærespring, vi er kommet til 'the next level' – og føler, at vi starter forfra igen. Vi er ikke mere små børn, vi er sprogteenager nu, men uden store hormonsvingninger (jeg er forresten ikke helt sikker på det...).

woensdag 13 oktober 2010

Vild med dansk

Eindelijk, eindelijk is het zover. Maandag over twee weken gaat mijn taalles van start.

De afgelopen tijd heb ik al wel veel gelezen in het Deens en ik merk dat het steeds beter gaat. Verstaan gaat ook steeds beter. Ik hoor nu woorden, niet alleen maar (nasale en overgeef-)klanken. Maar ja, wat die woorden precies betekenen... het gaat nog te snel.

Aan zelf Deens praten durf ik niet zo goed te beginnen. Ik doe het wel, en soms verstaan ze me nog ook, maar dan versta ik het antwoord niet... Vaker verstaan ze me niet, omdat het Deens een paar geniepige uitspraakdingetjes heeft.

Meest in het oog/oor loopt de 'zachte d', onder K. en mij bekend als de 'dikke l' - en hoofdschuldige van het feit dat Deens soms als overgeven klinkt. Eigenlijk is het een Engelse th. Maar dan anders. Hoe anders, dat kunnen Denen me tot op heden ook niet uitleggen. Ik beloof mezelf nu al een maand dat ik de Deense spraaktherapeute die ik ken, moet opbellen om een lesje te vragen. Maar het komt er niet van.

Verder is er het fenomeen van de Deense stoot. Dat is een soort kuchje. Engelsen noemen het ook wel de glottal stop, en dat is precies wat het is, je sluit een woord of lettergreep af door je stembanden te sluiten. (Overigens sluit je je stembanden ook als je perst bij het poepen. Maar dit terzijde)  Hoe dan ook, de Deense stoot is belangrijk want sommige woorden die verder hetzelfde klinken, veranderen van betekenis als je de stoot weglaat.

Eigenlijk is het een combinatie van problemen, want woorden schrijf je verschillend maar je spreekt ze hetzelfde uit: 'hond' en 'zij' is 'hund' en 'hun', en je zegt 'hoen'. Maar in het geval van hond dus mét stoot.

Leuk is wel dat het Deens veel woorden klinken zoals Nederlandse woorden: elastiek; ketel, bon. Of woorden die veel op Nederlandse woorden lijken, maar net iets anders betekenen: gammel (=oud), altid (=nooit), straks (=onmiddellijk), knallert (=brommer). Of die je tot oud-Nederlandse of dialectwoorden kunt herleiden: stadig (=vaak), bukse (boks = broek).

Afijn. Dat is dan nog maar het begin. Mijn ambitie is om op dit blog ook Deense stukjes te zetten, maar of dat voor de Kerst gebeurt... ik heb er een hard hoofd in, nu. Straks. Nee, nu! *verwarring*

zondag 3 oktober 2010

Deense dingetjes - 2: feest!

Denen zijn nogal van het vlagvertoon. Jaren geleden verbaasden K. en ik ons al over Deense campings waar bij elke caravan een vlaggenstandaard met de Dannebrog stond.

Want de Deense vlag heeft ook nog eens een eigen naam. De Dannebrog zou in 1219 door goddelijke tussenkomst uit de lucht zijn komen vallen tijdens de slag om Lyndanisse, in Estland, tijdens de noordelijke kruistochten. Koning Valdemar II stond op het punt die slag te verliezen toen dit wonder gebeurde. De vlag dwarrelde uit de hemel, de koning ving 'm op en zwaaide ermee, de soldaten kregen nieuwe moed en wonnen de slag, hiep hiep hoera.

Anno 2010 is een visite niet compleet zonder wapperende vlaggen. Een grote Dannebrog aan de vlaggenmast, en kleine Dannebrogjes in de tuin.

Laatst kreeg ik visite, dus leek het mij een goed idee om wat Nederlandse vlaggetjes neer te zetten. Die had ik met vooruitziende blik ingeslagen bij de feestwinkel in de Paradisgade. Zo zag het eruit.
L. (Engelse, drie jaar ervaring hier ter stede) kon de decoraties wel waarderen, maar wees me op een veelzeggend detail: ik had de vlaggetjes aan de rand van de tuin gezet. Dat gaf toch een beetje het gevoel van Hollandse territoriumdrift. Echte Denen zetten hun vlaggetjes bij de ingang en langs de oprit. Is toch anders.

Nou kreeg ik die avond nogmaals visite, deze keer van echte Denen, dus ik kon me nog revancheren. De buren zullen wel gedacht hebben.

Deense Dingetjes - 1

Vandaag is het precies twee maanden geleden dat we hier zijn aangekomen. Toen was het zomer, nu is het herfst. Niet alleen om die redenen is het vakantiegevoel er vanaf. Wat is me allemaal opgevallen?

* Het gemak waarmee Denen Engels spreken. Dat maakt het leven, met name de contacten met instanties, wel een stuk makkelijker. Het maakt de verleiding om Deens er dan maar een beetje bij te laten bungelen, wel groter. Buitenlanders die hier al wat langer zijn, klagen erover dat Denen hen niet de kans geven om Deens te praten: van hompelig Deens worden ze ongeduldig. Dan maar liever snel in het Engels.

* Stopcontacten. Die hebben hier lieve gezichtjes. Kijk!


* Winkelpersoneel. Vriend N., die zelf in de zomer een bijbaantje had als kok en kelner, zei het al: er staan relatief weinig mensen in een winkel, want personeel is duur.  Dus moet je best lang wachten voor je aan de beurt bent. Dat geldt voor allerlei soorten winkels, of ze nou groot zijn of klein.

* Verkeer. Denen zijn een stuk gezagsgetrouwer dan Nederlanders, en dat merk je als je door de stad fietst (fietspaden zijn wel een stuk smaller hier!). Iedereen wacht keurig voor stoplichten: auto's, fietsers en voetgangers. Fietsers maken een stopsein als ze linksaf gaan slaan en even willen wachten op passerend verkeer. Tegen het verkeer in fietsen gebeurt hoogst zelden. Fietsers stappen af en lopen als ze via een zebrapad oversteken.
Het is zo rielekst als mensen zich aan regels houden! En je voelt je heel erg deugdzaam en Deens als je daaraan meedoet. Echt, ik kan het aanraden.

Toch schijnen Denen ook een minder gezagsgetrouw trekje te hebben. Dat zie je het duidelijkst op de werkvloer, volgens de inburgerboekjes. Managers uit het buitenland staan te kijken van Deens personeel dat het openlijk niet eens is met de manager en dat niet onder stoelen of banken steekt. Bij het bouwen van de grote brug tussen Denemarken en Zweden kwamen meer Denen om. En dat zou zijn gekomen omdat Denen eigenwijs en ongezeglijk zijn. ' Gevaarlijk? Dat maak ik zelf wel uit... ' *baf*
In milde vorm zie ik zoiets ook bij mijn koor. Nog nooit heb ik zo vaak en zo veel terugkletsende koorleden gezien. De dirigent wil dat we bij maaat 35 beginnen, en iemand uit het koor kwekt terug. Discussie. Pas daarna zingen we. En zoiets gebeurt vaak, ik ben de tel gewoonweg kwijtgeraakt.

* Geen washandjes, maar waslapjes.

* Veel in het openbaar drinkende hangouderen. In groepjes bij elkaar, bierfles in de hand, en hijsen maar.

* Veel fietshelmdragers.

* Weinig verkeer, weinig drukte. Nou is alles relatief: een Italiaanse kennis uit Milaan die vlak bij de tweede ringweg woont (ik zou het te druk vinden daar), vond het een verademing.  'Waar zijn de auto's?'  vroeg hij zich af. Er zijn best files te zien in en rond Aarhus, maar ze lossen ook snel weer op.

Tijdens de Aarhus Festuge (=feestweek) merkte ik het ook: wat de Denen druk vinden, vinden wij gezellig.

* Werktijden. Denen beginnen vroeg, en houden nog vroeger op. Als K. om half negen op z'n werk komt, is-ie aan de late kant. Maar om half vier, vier uur stromen de kantoren leeg en de supermarkten vol. In sommige supermarkten kun je tot acht of tien uur 's avonds boodschappen doen, en dat is heerlijk want dan is het superrustig. Wel even wennen: op zaterdag sluiten de meeste winkels rond het middaguur!

* Een ander gevoel voor belastingen. Het viel me bij meerdere gelegenheden op: mensen die bij een overheidsinstantie werken, zeggen dat ze vinden dat zoveel mogelijk mensen gebruik moeten maken van hun diensten, want daar hebben burgers voor betaald. Ze nodigen je ook uit om nieuwe diensten te verzinnen die zij dan kunnen leveren. Dat overkwam me bij de bibliotheek, en bij Aarhus Teater.

Nou kan dat ook het riedeltje zijn dat voorlichters afdraaien, en in Nederland is het lang geleden dat ik me in een bibliotheek of theater heb laten rondleiden, maar toch.

Een paar Deense dingetjes verdienen meer aandacht en krijgen een eigen blogje. En verder: wordt vervolgd.