zondag 28 november 2010

Vinter

Al weken probeer ik mezelf op te lieren om een blog te schrijven. Maar vandaag was er zo iets spectaculairs, dat moet er gewoon uit. De rest komt nog wel.






Het heeft namelijk gesneeuwd. Copieus gesneeuwd. Kniediep. Ik kan me niet herinneren dat ooit te hebben meegemaakt.

Vanochtend moest ik met de bus naar de stad, en het is hallucinant om mee te maken hoe laconiek de Denen sneeuw en verkeer benaderen. Ze raggen gewoon door. Waar bij ons het raderwerk stilstaat zodra het asfalt niet meer zwart is, blijft hier alles lopen. Het is wel wat rustiger op straat, maar de bussen blijven stug rijden. Ik zag een bus die niet meer uit de sneeuw kwam. De chauffeur ronselde een paar jongens om even te duwen als-ie gas gaf, en hopla, de bus deed het weer. Met dank aan de drie onbekende helden - zie de foto.

Vanmiddag hebben K. en ik dus door de sneeuw gewandeld. Om de buurt te verkennen en te kijken hoe het strand erbij lag. Het was geweldig, we liepen door een kerstkaart. Sterker nog, we wonen in een kerstkaart. Zie de foto's! Heel apart, zo'n wintersportgevoel in eigen huis...

woensdag 13 oktober 2010

And i trafikken

Eergisteren ging ik op de fiets de stad in. Dat is een leuk ritje: bijna alles heuvel-af, dwars door de Botanische tuin die er nu prachtig uitziet met al die herfstkleuren en de laatste rozen van het jaar. Je dendert zo het centrum in, het geeft een dynamisch gevoel waar je he-le-maal niks voor hoeft te doen, zelfs niet trappen. Alleen remmen bij het stoplicht, dat moet natuurlijk wel, als het rood is. Want zo doen we dat in Denemarken :-): stoppen bij rode lichten, hand uitsteken, stoptekens geven...

Maar dinsdag trof ik een verkeersdeelnemertje dat dat niet helemaal door had. Ik suisde over Vesterbro Torv en zag op de stoep verderop twee eenden. ' Hee, eenden,' dacht ik nog, en toen steeg er eentje (!) op! En die kwam recht op me af!

Ik dook al in elkaar, maar de stakker kwam niet eens zo hoog. Met een verbazingwekkend zacht plofje kwam-ie tegen m'n kuit aan en tolde over het wegdek. Ik stopte vijftig meter verder, keek om, en daar zag ik een versufte eend overeind krabbelen, glazig in de koplampen van stilstaande auto's kijken, en bedachtzaam een stapje vooruit doen. En toen weer achteruit. Met allemaal auto's om 'm heen.


Hoe het verhaal eindigde, weet ik niet - ik moest door. En nu ik dit allemaal opschrijf, herinner ik me opeens die twee eenden die het Nijmeegse Keizer Karelplein overstaken. Lopend. En levend de overkant haalden.

Het kan dus wel. De eendenbeschermengel heeft het er maar druk mee.

Vild med dansk

Eindelijk, eindelijk is het zover. Maandag over twee weken gaat mijn taalles van start.

De afgelopen tijd heb ik al wel veel gelezen in het Deens en ik merk dat het steeds beter gaat. Verstaan gaat ook steeds beter. Ik hoor nu woorden, niet alleen maar (nasale en overgeef-)klanken. Maar ja, wat die woorden precies betekenen... het gaat nog te snel.

Aan zelf Deens praten durf ik niet zo goed te beginnen. Ik doe het wel, en soms verstaan ze me nog ook, maar dan versta ik het antwoord niet... Vaker verstaan ze me niet, omdat het Deens een paar geniepige uitspraakdingetjes heeft.

Meest in het oog/oor loopt de 'zachte d', onder K. en mij bekend als de 'dikke l' - en hoofdschuldige van het feit dat Deens soms als overgeven klinkt. Eigenlijk is het een Engelse th. Maar dan anders. Hoe anders, dat kunnen Denen me tot op heden ook niet uitleggen. Ik beloof mezelf nu al een maand dat ik de Deense spraaktherapeute die ik ken, moet opbellen om een lesje te vragen. Maar het komt er niet van.

Verder is er het fenomeen van de Deense stoot. Dat is een soort kuchje. Engelsen noemen het ook wel de glottal stop, en dat is precies wat het is, je sluit een woord of lettergreep af door je stembanden te sluiten. (Overigens sluit je je stembanden ook als je perst bij het poepen. Maar dit terzijde)  Hoe dan ook, de Deense stoot is belangrijk want sommige woorden die verder hetzelfde klinken, veranderen van betekenis als je de stoot weglaat.

Eigenlijk is het een combinatie van problemen, want woorden schrijf je verschillend maar je spreekt ze hetzelfde uit: 'hond' en 'zij' is 'hund' en 'hun', en je zegt 'hoen'. Maar in het geval van hond dus mét stoot.

Leuk is wel dat het Deens veel woorden klinken zoals Nederlandse woorden: elastiek; ketel, bon. Of woorden die veel op Nederlandse woorden lijken, maar net iets anders betekenen: gammel (=oud), altid (=nooit), straks (=onmiddellijk), knallert (=brommer). Of die je tot oud-Nederlandse of dialectwoorden kunt herleiden: stadig (=vaak), bukse (boks = broek).

Afijn. Dat is dan nog maar het begin. Mijn ambitie is om op dit blog ook Deense stukjes te zetten, maar of dat voor de Kerst gebeurt... ik heb er een hard hoofd in, nu. Straks. Nee, nu! *verwarring*

zondag 3 oktober 2010

Deense dingetjes - 2: feest!

Denen zijn nogal van het vlagvertoon. Jaren geleden verbaasden K. en ik ons al over Deense campings waar bij elke caravan een vlaggenstandaard met de Dannebrog stond.

Want de Deense vlag heeft ook nog eens een eigen naam. De Dannebrog zou in 1219 door goddelijke tussenkomst uit de lucht zijn komen vallen tijdens de slag om Lyndanisse, in Estland, tijdens de noordelijke kruistochten. Koning Valdemar II stond op het punt die slag te verliezen toen dit wonder gebeurde. De vlag dwarrelde uit de hemel, de koning ving 'm op en zwaaide ermee, de soldaten kregen nieuwe moed en wonnen de slag, hiep hiep hoera.

Anno 2010 is een visite niet compleet zonder wapperende vlaggen. Een grote Dannebrog aan de vlaggenmast, en kleine Dannebrogjes in de tuin.

Laatst kreeg ik visite, dus leek het mij een goed idee om wat Nederlandse vlaggetjes neer te zetten. Die had ik met vooruitziende blik ingeslagen bij de feestwinkel in de Paradisgade. Zo zag het eruit.
L. (Engelse, drie jaar ervaring hier ter stede) kon de decoraties wel waarderen, maar wees me op een veelzeggend detail: ik had de vlaggetjes aan de rand van de tuin gezet. Dat gaf toch een beetje het gevoel van Hollandse territoriumdrift. Echte Denen zetten hun vlaggetjes bij de ingang en langs de oprit. Is toch anders.

Nou kreeg ik die avond nogmaals visite, deze keer van echte Denen, dus ik kon me nog revancheren. De buren zullen wel gedacht hebben.

Deense Dingetjes - 1

Vandaag is het precies twee maanden geleden dat we hier zijn aangekomen. Toen was het zomer, nu is het herfst. Niet alleen om die redenen is het vakantiegevoel er vanaf. Wat is me allemaal opgevallen?

* Het gemak waarmee Denen Engels spreken. Dat maakt het leven, met name de contacten met instanties, wel een stuk makkelijker. Het maakt de verleiding om Deens er dan maar een beetje bij te laten bungelen, wel groter. Buitenlanders die hier al wat langer zijn, klagen erover dat Denen hen niet de kans geven om Deens te praten: van hompelig Deens worden ze ongeduldig. Dan maar liever snel in het Engels.

* Stopcontacten. Die hebben hier lieve gezichtjes. Kijk!


* Winkelpersoneel. Vriend N., die zelf in de zomer een bijbaantje had als kok en kelner, zei het al: er staan relatief weinig mensen in een winkel, want personeel is duur.  Dus moet je best lang wachten voor je aan de beurt bent. Dat geldt voor allerlei soorten winkels, of ze nou groot zijn of klein.

* Verkeer. Denen zijn een stuk gezagsgetrouwer dan Nederlanders, en dat merk je als je door de stad fietst (fietspaden zijn wel een stuk smaller hier!). Iedereen wacht keurig voor stoplichten: auto's, fietsers en voetgangers. Fietsers maken een stopsein als ze linksaf gaan slaan en even willen wachten op passerend verkeer. Tegen het verkeer in fietsen gebeurt hoogst zelden. Fietsers stappen af en lopen als ze via een zebrapad oversteken.
Het is zo rielekst als mensen zich aan regels houden! En je voelt je heel erg deugdzaam en Deens als je daaraan meedoet. Echt, ik kan het aanraden.

Toch schijnen Denen ook een minder gezagsgetrouw trekje te hebben. Dat zie je het duidelijkst op de werkvloer, volgens de inburgerboekjes. Managers uit het buitenland staan te kijken van Deens personeel dat het openlijk niet eens is met de manager en dat niet onder stoelen of banken steekt. Bij het bouwen van de grote brug tussen Denemarken en Zweden kwamen meer Denen om. En dat zou zijn gekomen omdat Denen eigenwijs en ongezeglijk zijn. ' Gevaarlijk? Dat maak ik zelf wel uit... ' *baf*
In milde vorm zie ik zoiets ook bij mijn koor. Nog nooit heb ik zo vaak en zo veel terugkletsende koorleden gezien. De dirigent wil dat we bij maaat 35 beginnen, en iemand uit het koor kwekt terug. Discussie. Pas daarna zingen we. En zoiets gebeurt vaak, ik ben de tel gewoonweg kwijtgeraakt.

* Geen washandjes, maar waslapjes.

* Veel in het openbaar drinkende hangouderen. In groepjes bij elkaar, bierfles in de hand, en hijsen maar.

* Veel fietshelmdragers.

* Weinig verkeer, weinig drukte. Nou is alles relatief: een Italiaanse kennis uit Milaan die vlak bij de tweede ringweg woont (ik zou het te druk vinden daar), vond het een verademing.  'Waar zijn de auto's?'  vroeg hij zich af. Er zijn best files te zien in en rond Aarhus, maar ze lossen ook snel weer op.

Tijdens de Aarhus Festuge (=feestweek) merkte ik het ook: wat de Denen druk vinden, vinden wij gezellig.

* Werktijden. Denen beginnen vroeg, en houden nog vroeger op. Als K. om half negen op z'n werk komt, is-ie aan de late kant. Maar om half vier, vier uur stromen de kantoren leeg en de supermarkten vol. In sommige supermarkten kun je tot acht of tien uur 's avonds boodschappen doen, en dat is heerlijk want dan is het superrustig. Wel even wennen: op zaterdag sluiten de meeste winkels rond het middaguur!

* Een ander gevoel voor belastingen. Het viel me bij meerdere gelegenheden op: mensen die bij een overheidsinstantie werken, zeggen dat ze vinden dat zoveel mogelijk mensen gebruik moeten maken van hun diensten, want daar hebben burgers voor betaald. Ze nodigen je ook uit om nieuwe diensten te verzinnen die zij dan kunnen leveren. Dat overkwam me bij de bibliotheek, en bij Aarhus Teater.

Nou kan dat ook het riedeltje zijn dat voorlichters afdraaien, en in Nederland is het lang geleden dat ik me in een bibliotheek of theater heb laten rondleiden, maar toch.

Een paar Deense dingetjes verdienen meer aandacht en krijgen een eigen blogje. En verder: wordt vervolgd.

Kronprinsparret

'Gratis kaartjes, zolang de voorraad strekt, voor de opening van de tentoonstelling over het nieuwe paleis van kroonprins Frederik en kroonprinses Mary. Hunne Koninklijke Hoogheden zijn daarbij aanwezig.'

Die kans kon ik me niet laten ontglippen natuurlijk, zijnde royalist. Dus kaartjes gescoord via de Internationale Club en vriendin C., mede-royalist, gebeld. Die had onmiddelijk zin, en vriend N. liet zich gewillig meetronen.

Dus stonden we op vrijdagavond met nog een paar honderd andere Aarhusianen te wachten in AROS, het moderne kunstmuseum van Aarhus. Het was een mooie avond, wolken stormden langs de lucht en de avondzon aaide het Rådhuset.

En toen kwamen ze. Eén hele fotograaf legde de binnenkomst vast. Arme Maxima kan zich bij een solo-optreden niet verplaatsen zonder twintig paparazzi. Dan is Denemarken wel anders. Of vonden ze Aarhus te ver?


Anyway, daarna was voor mij de lol er een beetje vanaf want er werd uitgebreid gespeeched, en dat trekt mijn Deens nog niet. C. vond het ook allemaal niet zo heel erg boeiend kunstgeneuzel. Een interieur is natuurlijk leuker om naar te kijken dan om naar te luisteren via anderen. Dus keken we naar (of eigenlijk bovenop) het kroonprinselijk paar. Prinses Mary keek om zich heen, maakte een ontspannen indruk maar had blijkbaar last  van haar rug want ze wriemelde in haar stoel en ging een paar keer verzitten. Nu is ze zwanger van een tweeling, dat kan er mee te maken hebben.

Maar lang stilzitten lijkt me best een opgave. Prins Frederik vond dat  blijkbaar ook, hij trommelde met z'n vingers en maakte een ongeduldige indruk. Of was-ie zenuwachtig? Want ook hij moest speechen. En zelfs ik kon horen dat de kroonprins geen begenadigd spreker is. Of liever: hij lijkt geen performer. Wat me als aspirant-koning toch wel lastig lijkt.

C. vertelde dat er een tv-serie over het koningshuis was geweest, met beeldmateriaal van de huidige koningin Margrethe II. Daarin leek ze precies op kroonprins Frederik nu: vlakke speeches, veel op je briefje kijken en niet naar je publiek, kortom, je kon zien dat zij in haar jonge jaren ook nog haar vorm moest vinden. Een vorm die nu als vanzelfsprekend wordt gezien - maar ja, ze is ook al koningin vanaf 1972.

Over Hare Koninklijke Rookheid (ze is kettingrookster) en haar familie zal ik nog wel vaker schrijven - niet alleen omdat ik koningshuizen volg maar ook omdat de leden van het Deense koningshuis uiterst beweeglijk en zichtbaar, zo niet aaibaar zijn. AROS was vrijdag nl. geen vesting. Er liepen een paar veiligheidsmensen rond, en dat was het dan. Meget, meget afslappet, zoals we hier dan zeggen :-)

zaterdag 2 oktober 2010

Bijzondere dag


Vrijdag was een bijzondere dag omdat onze auto toen officieel Deens werd. Eigenlijk werd-ie dat al de dag daarvoor, toen ik bij SKAT (=Deense belastingdienst) was om onze auto in te voeren. Beetje jammer was dat ik het belangrijkste papier, het verzekeringsbewijs, thuis was vergeten.Maar de tweede ronde verliep helemaal vlekkeloos, niet in de laatste plaats omdat Tina Bisbo, de mevrouw achter de balie, zo ontzettend leuk was. En hulpvaardig. Want toen ik K.'s CPR-nummer niet wist, zocht ze dat voor me op in het Grote Big Brother Systeem - wat me weer een ritje scheelde. Superieur loodste ze me door de hele papierhandel heen, en toen was ik twee nummerplaten rijker.

Natuurlijk popelde ik om die dingen aan de auto te hangen, maar dat vroeg toch om meer dan een Zwitsers zakmes. De eerste de beste autowerkplaats die ik binnenreed, was jammer genoeg dicht. Wel ontmoette ik daar de eerste onwelwillende Deen op taalgebied.

ik: ' Undskyld, jeg taler ikke dansk. Do you speak English?'
hij: 'No!'

Tsja. Dan maar naar huis. In de Gele Gids de dichtstbijzijnde garage opgezocht. Maar daar waren ze een compleet nieuw gebouw aan het neerzetten. Gelukkig zag ik een Avis met een garage. Daar gevraagd of ze me konden helpen, en dat konden ze. De Automester zat twee kruispunten verder, links.

Wat ik daar ook zag, geen Automester. Wel zag ik een bestelwagen met auto-onderdelen. In de beste tradities van detective-tv-series ben ik daar achteraan gereden - follow that car! En jawel! Helaas had de Automester nu even geen tijd, maar morgenochtend wel. En ziehier het resultaat (auto links).


We zijn weer een beetje meer Deen geworden.

donderdag 23 september 2010

OSAA open!







Alle Aarhusiaanse computerliefhebbers – nou ja, een selectief gezelschap daaruit – was bij de officiële opening van OSAA.dk, ofwel Open Space Aarhus.

OSAA is een hackerspace. Voor wie bij het woord ' hacker' denkt aan puistige pubers die voor de lol bij de computers van Defensie binnendringen om raketten af te schieten, of bij een bank om het karige zakgeld aan te vullen: het is meer dan dat. De doorsnee-hacker wil bestaande apparaten gebruiken of aanpassen om te gebruiken voor iets anders dan het bedoeld was.

Een simpel voorbeeld daarvan is dit:



Een ander voorbeeld: hack (=breek in) in kinderspeelgoed en zet het naar je hand. Voor de liefhebbers.

De allermooiste tot nu toe vind ik deze. Kent u de Zingende Zaag? Bij OSAA vonden ze de Zingende Boor uit. Zingende Zaag 2.0, zogezegd:



Het ding werkt echt, getuige dit bordje:


Of dit (even de leesbril op/loep d'r bij):



Maar de drie aandrijvingsmotoren maken alle drie geluid, en daar kun je drieklanken ofwel muziek mee maken. En een computerprogramma waarmee je kunt zien hoe het eruit zou zien als je de boor zou laten werken volgens de muziek.

Maar OSAA biedt ook onderdak aan Senioren zonder Grenzen, die computers voor jongeren in Afrika opknappen en verschepen; een Ubuntu-gebruikersgroep; en 1x per maand is er een open podium voor mensen die een presentatie willen houden over een hack-aangelegenheid. Dat kan zijn de nieuwe manieren waarop je porno kun maken, een nieuwe programmeertaal, sociale media.

Hackspaces zijn echte vrijplaatsen voor mensen die de vrijheid van internet in combinatie met de mogelijkheden van computers willen uitbuiten. Er hangt een prettige sfeer die me een beetje doet denken aan de kraakbeweging van de jaren tachtig. Of, anders gezegd: Pippi Langkous zou zich hier prima op haar gemak voelen.


Sol og Vind

Zon en Wind. Zo heet de woongemeenschap die in 1981 werd gebouwd volgens de ideeën van vijf Deense alleenstaande moeders uit Aarhus. Milieuvriendelijk, was het devies. Maar ook: gemeenschappelijk leven, met de positieve kenmerken van de sociale controle van een dorp.

Dus verrees er een nieuwbouwdorpje, met twee pleintjes, gemeenschapsgebouwen voor gezamenlijk eten, de was en speelruimte voor kinderen. Maar ook een moestuin en een kippenren. En een enorme batterij zonnepanelen. Het kostte veel geld, maar nog meer discussie en ruzie. Maar na vijf jaar vond de gemeenschap een balans.

Afgelopen zaterdag gaf Sten Tiedemann een inkijkje in dit idyllisch-ideologische dorp in Beder, ten zuiden van Aarhus. Sterker nog, hij gooide zijn huis open voor zo'n twee dozijn vreemdelingen. En hij voedde en laafde ze in de gemeenschappelijke eetzaal (zie foto).

Wat viel op?

  • Deense huizen betreed je op kousevoeten

  • geen autoverkeer bij de huizen, dus veilig voor kinderen en ouderen, en rustig!

  • Deense huizen zijn best klein

  • desondanks hebben Deense huizen vaak twee woonkamers, ' stuen'. Eentje voor gewoon (meestal bij de keuken) en eentje voor netjes. Of eentje voor de kinderen!

 
Een aantal gemeenschappelijke projecten heeft in de loop der tijd averij opgelopen: de groententuin is woest en ledig op wat bessenstruiken na; de kippenren staat leeg; het beachvolley-veldje is verwaarloosd. En, het allerergste: de zonnepanelen zijn lek! Ook de windmolen was over zijn hoogtepunt heengeraakt en tot schroot vermalen.

Toch is deze manier van leven populair. Een aantal jaren geleden is naast het Sol og Vind-complex een groep mensen begonnen met Sol og Vind-'light': ietsje meer privacy, iets grotere huizen ook, maar niet voor niks met een pad tussen beide gemeenschappen. De gemeenschappelijke keuken heeft een grondige renovatie ondergaan, want samen eten blijft populair.

En: er is een wachtlijst om het eerst vrijkomende huis te mogen kopen.

maandag 13 september 2010

K¢tdag

Het begon ermee dat mijn printer het niet deed. Daarna stootte ik mijn teen tegen m'n koffer. Ik had ruzie met de huissleutel. En bij de SKAT (het Deense belastingkantoor) hadden ze geen parkeerplaatsen meer. Ik moest bij de belastingdienst zijn omdat we onze auto willen invoeren, en dat is best een ingewikkelde operatie.

Maar eenmaal binnengedrongen in het belastingkasteel aan de Lyseng Allee liep alles vanzelf. Immer geradeaus, nummertje trekken, binnen vijf minuten aan de beurt, adequate aanwijzingen bij het invullen van de 'blanketter' (=formulieren), ik had alles bij me wat ik moest laten zien - kortom, het parkeren duurde langer dan het bezoek aan het belastingkantoor zelf. Volgens de mevrouw achter de balie krijg ik binnen vijf tot zeven dagen een e-mail met een 'voorstel' van SKAT. Daarin vertellen ze hoeveel we moeten betalen om onze tien jaar oude Rode Schicht te mogen importeren. Dan moet ik nog een keertje terug om het geld te betalen en nummerplaten te laten maken, en dan is onze inburgering weer een stapje verder.

Wat vandaag echter een beetje zielig bleef hangen, was mijn taalles. Ik was er om me op te geven, en de eerste datum om me te laten testen is 29 september. En daarna mag ik meedoen aan de lessen. Zucht. Misschien had ik beter in bed kunnen blijven liggen vandaag. Aan de andere kant: dan weet je het maar.

Het goede nieuws achter al deze activiteiten is dat we onze CPR hebben. Zeg maar een BSN, maar met veel verderreikende, Big Brother-achtige implicaties. Zonder CPR kun je geen dvd huren, bankrekening openen (dus loon ontvangen), gratis taalles krijgen, kortom je kan niks.

Maar in de avond nam deze rotdag toch nog een positieve wending. Ik moest auditie doen voor het koor en dat ging goed. Wel een beetje hallucinant dat ik als voorzingstuk 'I Danmark er jeg f¢dt' heb gezongen: een vaderlandslievend lied waarin o.a. de schone Deense taal wordt bezongen - mijn moeders taal, zing je dan letterlijk. Geen wonder dat dirigent en andere beoordelaars een beetje zaten te grijnzen toen ik dit in zelfgeborduurd Deens kweelde. Ik ben nu dus officieel tweede alt, met kans op een tenorenplek. Je zou het niet geloven van zo'n dwerg maar ik heb een behoorlijk diepe zangstem.

En ja, om lid te worden van een koor heb je ook een CPR nodig :-)

donderdag 26 augustus 2010

De Eerste Keer - Den F¢rste Gang


Voor alles is er een eerste keer: fietsen, handstand tegen de muur, schieten, autorijden, trouwen - noem maar op.

Vandaag had ik twee Eerste Keren. Midden in de nacht haalde mijn poes Snollie het in haar poezele hoofd om in mijn bed te plassen. Gelukkig lag ik er niet in, ik was eruit om haar zooi op te ruimen die ze in mijn kamer had veroorzaakt omdat ze de nieuwe steentjes van de kattenbak niet bliefde.

Laten we zeggen dat het voor de haar de eerste keer moest worden om op Deense steentjes te schijten, en dat iets haar bewoog om dat moment nog even uit te stellen. Dus daar sta je dan 's nachts een bed te verschonen.

De andere Eerste Keer vond plaats in een snuitig dorpje waar we een tot woonhuis omgebouwde school hebben bekeken. Man, wat romantisch: roodgeschilderd, joekel van een tuin, allemaal rare beelden erin, lekker rustig en plek zat voor boeken, poezen (het poezenluik zat al in de deur) computers en piano's. Want één schoollokaal had nog de oorspronkelijke afmetingen. En een ijzeren kachel. K. en ik zagen ons daar al helemaal een salon houden, over dikke boeken en mooie muziek, met de intelligentsia van Aarhus en omstreken en met kaffe og kage (koffie en cake).


Dat was de website. Vanmiddag zagen we deze droom ' in real life', en toen zagen we naast alle pittoreske details (leuke kleine deurtjes! Kamers waar je ze niet verwacht! De oude jongens- en meisjesplees! => zie foto onder) toch ook voorzetramen, buigende plafonds, krakende vloeren (die hoorden we dus) en: een houtgestookte centrale verwarmingsinstallatie. Ik kan eerlijk zeggen dat ik zoiets nog nooit gezien had, sterker nog: ik wist niet eens dat het bestond. Ik zag 'm niet alleen, ik rook 'm ook.

Kortom, dit is geen huis, dit is een project. Een project met aannemers. We hebben één keer een jaar een aannemer over de vloer gehad, waarna we wisten waarom ze zo heten: ze beginnen elk antwoord op een vraag met ' Ik neem aan...'.

En dat dan in het Deens. Dat leek ons geen fijn vooruitzicht. Het droomhuis is overduidelijk voor iemand anders bestemd.  Wij dromen door.

zondag 22 augustus 2010

Le Danemark, douze points

Het is fijn om een taal te leren met liedjes. Liedjes die je vrijuit kunt meezingen. Mijn volgende project is dit: Dansevise (en hoor ik daar Willem Duys?).

De tekst staat hier.

Het was afgelopen donderdag twintig jaar geleden dat de zangeres, Grethe Ingmann (geboren Clemmensen), overleed.

En dit is een rapversie van Dansevise - van Outlandish

Kysse

Denen kussen niet. Althans, niet zoals Nederlanders dat doen: zodra je iemand een beetje kent, ga je zoenen bij verwelkoming en afscheid. En dan meteen ook drie keer. In kusserige buitenlanden zoals Spanje en Italië sta ik dus geregeld in het luchtledig te zoenen, want daar houden ze het op twee zoenen.

Je lebbert heel wat af als Nederlandse vrouw met een rijk sociaal leven. Dus dat is afkicken in Denemarken. Ze omhelzen wél. En zo kon het dus gebeuren dat ik na een gezellig dagje Legoland een nieuwverworven vriend pardoes nogal intiem op z'n oorlel zoende. Tsja, je verdwijnt in een berenomhelzing en als in een reflex parkeer je een zoen op iemands wang, maar de berenomhelzing mikt op full body contact dus dan schiet je je doel voorbij en hang je in iemands oor.

Leermoment.

Toch heb ik voor de zekerheid maar even op woensdag bij mijn Internationale Club gevraagd hoe dat nou zat, met dat kussen en omhelzen. Nadat ze waren uitgelachen, bevestigden Helle en Lis (de Deensen van dienst op de University International Club) dat er hier niet gezoend wordt, maar omhelsd. En zelfs dat laatste gebeurt maar spaarzaam. Het verraderlijke is dat je bij het omhelzen wel wang-tot-wangcontact hebt, een kopje dus (voor de kattenbezitters onder ons).  Tot nu toe zijn er verder geen ongelukken gebeurd, want er hebben zich weinig momenten voorgedaan waarin ik werd verleid tot zoenen (en dat wil wat zeggen., voor mijn doen). Maar vrijdag is er een afdelings-uitje van K.'s werk...

dinsdag 17 augustus 2010

What's in a name - vervolg


Bonuspunten voor Denemarken: vandaag lag alsnog mijn registratie in de bus, met de correcte achternaam en een excuus! Nou ja!
*kusje voor de Statsforvaltning.dk*

O ja, niet onbelangrijk ook: zonder CPR  geen Deense taalles... Die is hier trouwens gratis - niet zoals in Nederland.

maandag 16 augustus 2010

What's in a name


Bijna twee weken geleden waren K. en ik bij de One Stop Shop. Dat is het spreekuur van de gemeente Aarhus waar je in één klap je verblijfsregistratie, de aanvraag van je CPR (= Deense BSN) en je Gele Kaart kunt regelen.

De wantrouwigen onder ons snappen meteen dat het een met het ander samenhangt, dat je dus geen maatschappelijke stap kunt doen zonder je CPR of je Gele Kaart, dus die cijfers en dat kaartje zijn Heel Belangrijk.

En dat is ook zo. Zonder CPR geen bankrekening, dus geen salaris. En zonder gele kaart geen ziektekostenverzekering.

Aan de manier waarop een land zijn immigranten behandelt, kun je zijn beschaving aflezen. En dan vind ik een service waarbij drie immigratie-stappen bij elkaar worden gevoegd, een goede zet. Goede beurt voor Denemarken.

De One Stop Shop is, heel symbolisch, gevestigd in het oude havenkantoor van Aarhus. Het is een prachtig gebouw uit het begin van de 20ste eeuw (zie de foto voor de schildering van het stadswapen in het ingebouwde theekoepeltje). En het was er drukker dan we dachten, maar we waren dan ook een beetje dom: begin augustus, spitsuur voor het onderwijs, suffie! Als grijze duiven zaten we tussen het jonge spul op de trap te wachten, achter ons twee Vlamingen en verder veel Oost-Europeanen.

Het was dus even wachten, maar dan werd ook alles in gang gezet. We hadden nog even de illusie dat het appeltje in één middag geschild zou zijn, maar de boomlange hoogblonde Deense van dienst legde uit dat we twee weken moesten wachten op onze registratie, dan zouden ze de spullen doorsturen naar de gemeente die er weer twee weken over zou doen om ons een CPR-nummer te geven, en de gele kaart kwam er dan ergens achteraan. Maar we moesten wel nu, stante pede, een huisarts uitzoeken. Hier is de lijst, zei ze, kies maar eentje in je postcodegebied. We kozen braaf.

Stiekem vind ik het wat pervers dat je al wel een huisarts hebt, maar geen gele kaart om van haar of zijn diensten gebruik te mogen maken.

Nu zijn we niet van plan om ziek te worden, maar die rekening, die is toch wel belangrijk. Nou, over twee weken zouden we naar de BorgerService van Aarhus kunnen gaan, tegen betaling van 50 kronen (of zoiets) konden we dan ons nummer opvragen. Om de een of andere reden vond ik dat een veilig idee.

Groot was dus ook onze vreugde toen we zaterdag post van de Statsforvaltning in de brievenbus vonden: de eerste hobbel is genomen, we zijn geregistreerd als buitenlands ingezetene!

Dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws: mijn achternaam staat verkeerd gespeld. Je vraagt je af hoe dat mogelijk is, met kopieën van paspoort en trouwboekje bijgevoegd, maar ja. Dus maar even gebeld met de Statsforvaltning. Ze gaan het verbeteren, ik moet maar rustig afwachten.

Je vraagt je af hoe belangrijk het is, want in het Deens valt toch altijd de helft van een woord weg. In het Nederlands ook trouwens. Ik kan een voetbaltoernooi organiseren met het aantal mensen dat me in mijn leven heeft aangesproken met Inge, of Stokking, of allebei. In Italië is mijn naam eens verbasterd tot Imeer, en Franse correspondentie gericht aan mijn vader droeg de fraaie naam Stouckint. En 'dinges' lijkt ook verdomd veel op Inger, dus waar zeur ik eigenlijk over?!

Goed, ik zit dus in de baan met de slome cavia. Maar K. kwam er vrijdag achter dat hij al een tijdelijk CPR had, vanwege een eerdere klus voor de uni hier. Dat biedt perspectieven! Wie wint? Wie heeft het eerst zijn CPR of gele kaart? Wordt vervolgd!

donderdag 12 augustus 2010

Eerst langzaam, dan snel. Of andersom?


Het inburgeren gaat snel. Elke dag leer ik wat woorden Deens erbij, die ik dan, als het zo uitkomt, uitprobeer op onschuldige Denen. Een van de voordelen van er niet-buitenlands uitzien, is dat je automatisch in het Deens wordt aangesproken. En als je dan iets semi-verstaanbaars terugbrabbelt, gaat het Deens gewoon door, totdat ik met de billen bloot moet omdat ik het echt niet meer versta, of totdat ik zoiets raars zeg dat mijn Deense gesprekspartner wel doorheeft dat hier een beginner staat.

Zo stond ik vandaag in de F¢tex. Dat is een soort Albert Heijn maar dan groter en met een uitgebreider assortiment. Verse gist wou ik hebben, ik wist zeker dat het er was, maar vind dat maar eens, in een zaak zo volgeladen. Gelukkig liep er een F¢tex-man los rond, dus die vroeg ik om 'går'. Hij keek me glazig aan. ' Yeast', probeerde ik in het Engels, maar dat leverde ook niet veel op. Toen maar mijn laatste bod gedaan: 'gær'? En ja hoor. Ik herinnerde me nog wel dat het een woord met een moeilijke Deense letter was – bijzonder hoe het brein met ezelsbruggetjes werkt. En grappig dat 'i går' gisteren betekent, en 'gær' gist. Vrolijk liepen we naar de koeling waar de blokjes gist met Maltezer kruisjes op hun bastjes lagen te wachten. En heel elegant bedankte de man mij omdat hij weer iets nieuws had geleerd.

Zo gezellig verloopt het inburgeren niet altijd. Begin deze week vond K. een joekel van een postzak op de oprit, met 'ons' adres erop. Hij bracht het ding snel in veiligheid, maar ja, wat nu? Openmaken, leek me, en een enorme stapel reclamefolders staarde ons aan. Niet voor hier, dus bracht Kees de zak weer terug naar de oprit, alwaar hij werd uitgeveterd door de postbode van dienst: ' Don't you ever do that again!', en we moesten als de donder onze namen op de brievenbus zetten, anders...

Nou moe.

Maar over het algemeen is inburgeren dus leuk. Wat me alleen tegenvalt, en dat had ik niet verwacht, is het Algemeen Verhuissyndroom: Alles Is Anders. Je wordt er enorm langzaam van – en ik ben al niet zo snel.

Stel je voor: ik ga op de fiets naar de stad. Moet ik een vestje mee? Welk vestje dan? Of een regenjas? Of allebei? Het weer in Aarhus kan ik nog niet helemaal lezen, het licht buiten en de temperatuur in huis zijn anders, ik moet mezelf in dat opzicht opnieuw kalibreren. En dat op de vroege morgen.

Volgende stap: portemonnee – waar ligt-ie? Sleutels – waar zijn die dan? Nog niet alles heeft z'n vaste plek gevonden namelijk. Tasje. Maar natuurlijk ook de tas die in mijn fietsmandje past (de onverwachte bonus van de nieuwe rode fiets, altijd leuk voor een tassofiel). Of toch ook maar de boodschappentas die ik aan m'n bagagedrager kan klemmen? Dilemma. Ach, ik neem ze gewoon allebei mee. Daadkracht!

Extra slot? Ligt dat in het mandje of in de tas? Gevonden. Dan kunnen we naar buiten. Huis op slot. Sleutels. O nee, helm vergeten. Sleutels (waar?), deur los, naar binnen. Ligt de helm in mijn kamer of bij de voordeur? Niet bij de voordeur, maar in mijn kamer. Tuurlijk.

Oké, wegwezen. Huis op slot, sleutels weg. Tuin uit, trappetje af, naar links of naar rechts? Ach, stadsplattegrond vergeten. Fiets op slot (nieuw, mooi, je weet maar nooit, zelfs in deze rustige buurt), helm af? Nee, ophouden, sleutels (die zaten toch in mijn broekzak? O nee, toch in mijn vestzak), naar binnen, waar ligt die kaart nou? Aha. Ach, nu ik toch binnen ben, dan toch ook maar de zonnebril mee. Maar waar ligt die?

Enzovoorts. Het is een wonder dat ik de deur uitkom, dezer dagen.

woensdag 4 augustus 2010

Kat in 't bakkie


Nog geen week hier, en al

- zoethoutijs gegeten (smaakt naar meer)
- eerste confrontatie met Deense bureaucratie gehad (kon erger)
- in een tof huis geland
- neukende egels in de tuin aangetroffen (zie postcoitale foto)
- op mijn nieuwe rooie fiets rondgereden. Met helm op, gelukkig had ik er nog eentje van mijn Duitse avontuur. Maar die is hopeloos ouderwets, zie ik nu. Helemaal hip is een soort Stahlhelm van lichtgewicht plastic. In dof zwart (voor Echte Mannen), bloemetjes (kinderen, lieve vrouwen) of glanzend zilver (stoere vrouwen)
- naar de Internationale Club van de universiteit geweest - gelukkig waren ze niet allemaal op vakantie, mijn collega-vreemdelingen. Daar Italiaans gepraat :-)
- de geneugten van koken op een inductieplaat ontdekt
- in een soort Deens boodschappen bij de bakker gedaan (stokbrood en kanelgifler)
- kanelgifler gegeten (kruising tussen bolus en croissant)
- boeken naar kantoor van echtgenoot helpen sjouwen, en als dank thee en broodjes en jam gegeten met K.'s nieuwe collega's
- Deense tv gekeken met woordenboek in de aanslag

Kortom, het grote inburgeren is begonnen. Het gaat allemaal makkelijker dan gedacht. Zelfs de poezen burgeren in rap tempo in. Waar poes Annie zich tijdens het Duitse avontuur twee weken lang onder het bed verstopte, trippelde zij nu al binnen 24 uur door het huis. Wel heeeeeel voorzichtig, en verontwaardigd miauwend - en ook 's nachts. Dat slaapt wat rot, maar ja. Als het haar allemaal te spannend wordt, trekt ze zich eventjes terug in haar reisbakje. Dus in alle opzichten kat in 't bakkie hier.

Morgen naar de International Community van de gemeente Aarhus. Netwerken is net werken :-)

dinsdag 27 juli 2010

'Moet dit ook mee?'


Nog even en we landen in Århus, Denemarken. K. kreeg een aanbod dat-ie niet kon weigeren, en omdat ik eigenlijk overal wel gelukkig ben, dachten we 'waarom niet'.

En daarom buigen wij ons dezer dagen over de vraag: 'Moet dit ook mee?'

Ik sta er niet zo heel erg bij stil, maar eigenlijk gaan we dus emigreren. Emigreren, dat klinkt alsof je een nieuw leven gaat beginnen. En dat is natuurlijk zo. Maar het betekent niet dat je je oude leven dan maar aan de straat moet zetten. En dat is de boodschap die ik soms hoor in de licht-geëergerde vraag 'Moet dit ook mee?'

Ja dus. Dit moet ook mee. Het schoonschrijfschriftje uit de eerste klas lagere school, boeken over Europese koningshuizen, kruiden en specerijen om Indische rijsttafel te kunnen maken en ja, al mijn schoenen: ze moeten mee. Niet allemaal tegelijkertijd misschien, maar ze moeten mee. Omdat ze tastbare bewijzen zijn van wie ik was en wie ik ben. Maar ook omdat een nieuw nest best behangen mag zijn met dingetjes die de geur van het oude nest dragen - het helpt om je een beetje thuis te voelen. En schoenen zijn natuurlijk gewoon handig.

En nu weer snel aan de gang met de voorbereidingen, er moet nog gestreken worden. Poppenkleertjes, onder andere. Want die moeten ook mee.

[update]

Wat zou jij ABSOLUUT mee willen nemen als je ging emigreren?