Posts tonen met het label zee. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zee. Alle posts tonen

maandag 9 april 2012

Sejlads


Ik was elf, en met alle zesdeklassers van mijn lagere school maakten we het Amstelmeer onveilig in vier vletjes en een schouw. Daarna heb ik nooit meer gezeild (afgezien van die ene keer met kapitein Iglo ”Touwtje? Touwtje?! Dat heet een VAL!!”). O ja, ik wou ook stuurvrouw worden toen ik elf was, maar het vooruitzicht om me mijn hele middelbare school te moeten wijden aan wis- en natuurkunde was iets te veel gevraagd, ondanks dat mijn oom Theo (zelf stuurman op de koopvaardij, ooit) bemoedigend zei dat wiskunde 99% transpiratie en 1% inspiratie was.

Maar nu woon ik al weer bijna twee jaar op loopafstand van de zee en ja, de zee, zij roept. Onweerstaanbaar. Vorig jaar ben ik dus zeilles gaan nemen, en dat beviel zo goed dat ik in de winter de theoriecursus ben gaan doen, en die heb ik een tijdje geleden met succes afgerond. En weer moest ik aan oom Theo denken, want er kwam toch wel behoorlijk wat rekenwerk aan te pas, met al die peilingen, stroom, wind, deviatie, variatie, positielijnen en gegist bestek.

Wat is er nou zo leuk aan zeilen? Allereerst is het op zee, en je deint zo lekker mee op de golven. Aarhus Bocht ligt beschut dus het is niet erg wild, dat moet ik er wel even bij zeggen. Deinen tot kotsens toe, dat heb ik nog niet meegemaakt.

Verder is het leuk omdat je dingen 'op gevoel' moet doen, maar dat kan je leren. Maar er zijn ook een heleboel dingen die je gewoon moet weten – van de betekenis van boeien tot kaart- en kompaslezen. Ook dat kan je leren. En dat is leuk.

Verder kun je op allerlei niveau's zeilen. Het hangt een beetje af in wat voor soort boot je zeilt, maar je kunt racen, en ook rustig en veilig van A naar B zeilen. De zeilboot als crossmotor, als racefiets, of als drijvend vakantiehuis. Zelf houd ik van lekker hard zeilen en flink schuin gaan met je boot, rap overstag gaan, en dat dan zeiltechnisch zo slim mogelijk. Ja, ik heb nog een hoop te leren...

Zeilen is leuk op elk niveau, en dat doet me dan weer denken aan cricket. Dat speelde ik jarenlang. Cricket is ook een technische sport die je op allerlei niveaus kunt spelen. En van zeilen krijg je ook onverklaarbaar opgelopen blauwe plekken in de loop van het seizoen.

Zeilers en cricketers kunnen zich ook helemaal verliezen in prutsen en poetsen aan hun uitrusting. Zeilers nog een graadje meer. Het heeft iets knus-huishoudelijks, al die netjes opgeschoten lijnen hangend aan hun eigen haakje, die keurig linksom-rechtsom opgevouwen zeilen. En het zijn dus merendeels mannen hè, die dat doen. Samen met medeleerlingen maak ik een boot van de zeilschool zeilklaar, en elke keer als ik in de haven kom valt me weer op hoe poetserig zeilers zijn. En hoe blij ze daar van worden. Ze sjouwen in hun overall of oude kleren rond en aaien hun boot, dat is het eigenlijk.

Afijn. Lang verhaal kort: ik heb een boot gekocht. Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling om dat dit jaar al te doen, maar het is zo'n schatje (en financieel een buitenkansje – echte zeilers werpen zich nu brullend van het lachen ter aarde) dat ik het toch maar heb gedaan. Voor de kenners: het is een H-boot uit 1973. Er gaat nu een wereld van buitenboordmotoren, scheepsonderhoud en Hogere Touwkunde voor me open. En qua zeilen heb ik een steile leercurve voor de boeg...


donderdag 16 februari 2012

Vinterbadning

Als een fruitvliegje in een glas whisky. On the rocks. Zo voelde ik me toen ik me in een staalgrijze zee gelardeerd met ijsschotsen dompelde en daarna het verijsde trappetje opglibberde, met een snerpende oostenwind op m'n blote bast. Maar ik wou het zelf. Dat is nou vinterbadning. Een adembenemende ervaring.

M. nam me mee naar Den Permanente, een badpaviljoen uit de jaren dertig bij de haven van Aarhus, om de geneugten van het winterzwemmen aan den lijve te ervaren. Midden in de winter rondspartelen in zee, de sauna in, dan de zee weer in, enzovoorts. Het is een gewoonte waar een vleugje Viking en een vleugje gezondheidsfreak omheen hangt, en ik wou dat wel eens van dichtbij meemaken.

Nu was het al jaren geleden dat ik voor het laatst naar de sauna was geweest. Wat ik me ervan herinner was warmte, vruchtensla eten en de leesmap doornemen. En de menthollucht van het Turkse bad. Een klein beetje zenuwachtig was ik dus wel. Voordeel bij een sauna is dat de vraag 'wat zal ik aantrekken' makkelijk te beantwoorden is, maar het heeft toch meer om het lijf dan je denkt. Dus snoeide ik dagen tevoren al haren weg van plaatsen waar vrouwen geacht worden geen haar te hebben. En op De Dag mikte ik alles in m'n tas wat ik me van vroeger herinnerde als onmisbaar: handdoek, badjas, shampoo, zeep, bodylotion en zelfs haarspul (normaal doe ik niet aan haarspul, maar van die droge vrieslucht krijg ik van die statische plakharen, dat vind ik stom dus vandaar).

Nou, dat had ik allemaal rustig thuis kunnen laten, op die handdoek na dan. Niks geen zalfjes en oliën andere weldadige attributen. Winterzwemmen wil je, en dat krijg je: zee, sauna, klaar. Gezandstraald door de gierende wind als je geluk hebt. Geen ligstoelen maar houten bankjes. Buiten. Kleedkamers: ook buiten. Geen deuren. Haken aan de muur, geen kluisjes. Geen warme douches, maar koude. Beschut tegen nieuwsgierige blikken van buitenaf, dat wel. En al helemaal geen vruchtensla! M. had een bidonnetje voor me meegenomen, we vulden de bidons met water bij de wc's en toen was het strippen, plonzen en dan de sauna invluchten. Met bidon, om het vochtverlies tegen te gaan.

We waren bepaald niet de enigen. We zaten met een man of twaalf in een vrij krappe sauna, maar wel een sauna met uitzicht! Een uitzicht op de bocht van Aarhus en een giga voor anker liggend schip. En af en toe een deinende strook drijfijs die kalm strandwaarts dreef.

Verder heb ik nog nergens een plek meegemaakt waar Denen zo toeschietelijk zijn, en de argeloze nieuwkomer willen betrekken in een gesprek. M. vertelde dat er soms hele saunagroepsgesprekken en -discussies ontstaan over van alles en nog wat, en dat vinterbadning eigenlijk de geheime universiteit van Aarhus is: Jomsborg Universitetet.

Jomsborg, zo heet de winterzwemvereniging die badpaviljoen Den Permanente bevolkt. 's Zomers is het vrij toegankelijk, maar in de winter hebben alleen de vijfduizend leden van vinterbadning toegang tot het complex. Het heeft, zoals het een ouderwets badpaviljoen betaamt, een mannen- en een vrouwengedeelte, maar in de winter hokt iedereen samen in het mannengedeelte waar de sauna's zijn. Bij volle maan is het paviljoen 's avonds tot elf uur geopend, de plankieren worden verlicht met kaarsen als de wind dat toelaat, en leden kunnen zich opgeven om een voordracht te houden, of foto's tentoon te stellen.

Jullie begrijpen: ik kan niet wachten om lid te worden. Dat kan pas met ingang van het volgende winterseizoen. Om te verpozen daarom deze vraag: doen Nederlanders eigenlijk aan winterbaden, buiten dus? Toen ik in Konstanz woonde zag ik, midden in de winter, een naakte man uit de Rijn oprijzen, en K. vertelde dat er geregeld oudere dames voorbijliepen in badpak als het weer daar helemaal geen aanleiding toe gaf (zijn werkkamer keek uit over de Rijn). En de rabbi van Konstanz ging wekelijks baden in het meer van Konstanz, maar dat was omdat daar geen mikwe (ritueel bad) was.

Enfin, ik dwaal af. Winterbaden – wie biedt?

cartoon van Natalie Hanssen

zondag 2 januari 2011

Snert

Vanmiddag na een valse start (K. was z'n jas vergeten, toch een prestatie met dit weer) een wandelingetje gemaakt bij Kaløvig Slotsruine. Dat is een ruïne op een eilandje met een dam ernaartoe, in de Kaløvig baai. Of binnenzee. Of hoe heet zo'n ding. In elk geval, hier zo'n half uur rijden vandaan.

Van de burcht naar het vasteland

Van het vasteland naar de burcht

De Burcht - Kaløvig Slotsruine


Mooi he. De zee lag ook grotendeels dicht, zoals je ziet, en we hebben zelfs even op de zee gelopen!

Dit schreeuwde om snert. Dus op de terugweg langs de supermarkt gereden en daar spullen ingeslagen. Maar ja, geen spliterwten. Ik eigenwijs meende me te herinneren een Deens gerecht te hebben gezien dat verdomd veel leek op snert, maar dan met GELE erwten. En gele, die hadden ze nou weer wel.

Dacht ik.

Toen ik de gele erwten in de pan wilde storten, zag ik dit: gele hagelslag, ofwel instant gele erwten! Herregud! (dat is Deens voor here god)

Geheel tegen het oorspronkelijke recept in heb ik eerst vlees, spek en groenten gekookt en daarna de gele dingetjes in de erwtloze erwtensoep gesprenkeld. Die overigens opvallend veel naar erwtensoep rook - en dat zonder 1 enkele erwt! Het gele erwtensubstraat ruikt dan weer naar doorgekookte erwtjes uit blik, ik kreeg tenminste meteen een knus visioen van een zondagmiddagmaaltijd in Apeldoorn.

Afijn, dit is de soep geworden. Een soort Deens-Hollandse bastaardsoep, snert-maar-dan-anders-snert. Wat meteen het volgende probleem oploste, want hoe kom je hier aan Unox-, HEMA- of Gelderse rookworst voor je Hollandse snert? Heerlijk, die zelfoplossende problemen.

Bastaardsnert. Tjee, wat ziet het er eigenlijk onappetijtelijk uit.