vrijdag 24 januari 2014

Meanwhile, on the domestic front...

*beginning of domestic announcement*

... we have a cat again!

Her name is Petra, she is smoky grey, 10 years old and a quiet, lovely cuddly cat.

Purrs like a diesel.

World Champion Getting-Under-Your-Feet.

She fills up again, in her own way, the feline-formed hole in my heart that Snollie left when she died.

To sum it up in Danish: Hun er pragtfuld. See for yourselves:


*end of domestic announcement*

dinsdag 21 januari 2014

Foute drop



Via een Nederlandse Facebookvriend werd ik gewezen op een Scandinavisch snoepschandaal: binnenkort verdwijnen deze figuurtjes uit de Skipper Mix van Haribo in Zweden en Denemarken.

De reden is dat er in Zweden (ook een enthousiast dropland) eind vorig jaar in de sociale media geklaagd is over de als racistisch en kwetsend ervaren dropjes. Ze leunen namelijk zwaar op karikaturen van zwarten en Chinezen.


Dat is niet zo raar, want de dropmix bestaat sinds 1943 en toen was racisme een stuk gewoner dan nu. De Skipper Mix moest de dingen en mensen verbeelden die een schipper tegenkwam op zijn tochten over de wereldzeeën.

Je kunt 'm hier in Denemarken niet in alle winkels vinden, de Skipper Mix. Ik probeerde de Brugsen onder mijn kantoor, en die had ze niet. Maar die heeft dan ook geen 'Haribo-muur', behangen met zakjes drop en ander snoep.


Wat zien we in de schipppermix? Een negermasker, een negervrouw, nog een masker, een Chinees, een beertje, een zeilschip, een vis, een platvis, een zeepaardje, een tros bananen, een vogel, een soort T-balk maar dan met zes ribben, en iets onduidelijks (een cocktailglas?). Ze smaken overigens allemaal hetzelfde, zoet, en de bite is typisch Haribo: eigenlijk wijngummi. Behalve de T-balk dan, die zouter smaakt en harder en taaier is.

Opvallend vind ik dat je in de mix geen Skipper Skrå vindt (1935, het eerste Deense Haribodropje nota bene!) – de soort drop die ik in Nederland kende als priemdrop. Althans te koop onder die naam in de jaren tachtig van de vorige eeuw, in de snoepwinkel op de Albert Cuypmarkt, Amsterdam. De smaak is niet uitgesproken, ingehouden eerder (hoe komt het toch dat er nu wijnproeversproza opborrelt in mijn hoofd?), maar de consistentie is prettig taai en een beetje ruw. En kruimelig. Geen wijngummidrop.

Zowel in Zweden als Denemarken zijn tegenstemmen opgegaan, die het belachelijk vinden dat 'hun' dropjes moeten verdwijnen. Het heeft alleen niet de felheid aangenomen van de lakridsspibe-affaire in augustus 2013. Toen was er namelijk sprake van dat een andere Deense dropklassieker (die dan weer wel in Finland was uitgevonden in de jaren twintig van de vorige eeuw), de schipperspijp, van EU-wege verboden zou worden omdat het lijkt op rookwaar. Tsjonge, wat waren ze daar boos over. Het leek bijna op de Zwartepietenaffaire een paar maanden later in Nederland.

Wat overigens wel aardig was, was de inventieve oplossing van het probleem: draai de pijp om, en je hebt een onschuldige douchesproeier

Uiteindelijk bleek het allemaal op een misverstand te berusten. Het adagium van Martin van Amerongen, 'je moet een goed verhaal niet kapotchecken', is Deense hoofdredacteuren ook niet onbekend. Het ging namelijk om een voorstel, niet om een EU-wet.

Mag ik overigens vanaf deze plaats even een persoonlijke frustratie ventileren? Ik kan al een jaar geen Soft Piratos (ook Haribo) meer vinden in Denemarken. Ze smaken als salmiakriksen, een van mijn favoriete (Nederlandse) dropjes. Wat zou daar nou weer achter zitten?






vrijdag 3 januari 2014

Se min kjole...

 ... is de titel van een Deens kinderliedje: kijk mijn jurk eens! Waar het sartoriale hoogtepunt van het politieke leven in Nederland plaatsvindt in september, geldt dat voor Denemarken op 1 januari (ik heb het over mode). Prinsjesdag is van lieverlee een hoedenmodeshow geworden. De Deense Nytårskur is een modeshow voor avondjaponnen. En wat voor een!

Op Oudejaarsavond houdt de Deense koningin, Margrethe II, haar nieuwjaarstoespraak. Daarna gaat ze het in het nieuwe jaar voortvarend van start met drie nieuwjaarsrecepties (nytårskure): eentje voor de regering, eentje voor de diplomaten en het lijfregiment van de koningin, en eentje voor het leger en maatschappelijke organisaties. Voor maatschappelijke organisaties moet je lezen: de clubs waar leden van het Deense Koninklijk Huis beschermvrouw of -heer van zijn.

Die eerste, voor de regering, vindt plaats op 1 januari 's avonds, en wordt live uitgezonden op tv. De ene auto na de andere laadt een vracht ministers uit, en omdat veel ministers vrouwen zijn, en de dress code white tie is, gaan ze in het lang. Een lust voor het oog – maar ja, dat is mijn afwijking.

En elke vrouw in een feestjurk wordt gevraagd wie de jurk gemaakt heeft. Eerst dacht ik dat dat een afwijking/speurwerk was van De Bladen (had ik al gezegd dat ik Deens heb geleerd met o.a. de Deense equivalenten van Privé en Story, nl. Billedbladet en Se og Hør?), maar, zo zag ik op tv, dat wordt de hoogwaardigheidsbekleders gewoon gevraagd door het uitverkoren groepje journalisten dat staat te kleumen bij de ingang. DR, de publieke zender, had drie verslaggevers op het plein voor het paleis staan, waarvan eentje speciaal voor de jurken.

De koningin en haar familieleden worden niet lastiggevallen met dat soort vragen. Heel veel spectaculairs was er ook niet te beleven: alleen prinses Marie had een nieuwe jurk. Kroonprinses Mary en de koningin hadden 'afleggertjes' aan – jurken die ze eerder hadden gedragen en die, in het geval van kroonprinses Mary, was vermaakt omdat ze de jurk voor het eerste droeg toen ze zwanger was.

Het afleggertje van de koningin was het weerzien wel waard: een bijna gebeeldhouwde jurk van knalgroene zijde met diepe plooien all over the place. Ze kan het hebben, mensen. Daaroverheen een prachtige, politiek incorrecte, langharige zilvervos-stola. En dan heb ik het nog niet gehad over haar juwelen: de smaragdset uit de kroonjuwelencollectie, met een tiara natuurlijk, een ketting, broches, oorbellen en armbanden. En als bonus de Orde van de Witte Olifant, de hoogste orde die Denemarken te vergeven heeft. Theatraal gevoel valt haar niet te ontzeggen. Kijk hier voor de koninklijke entrée: http://www.billedbladet.dk/kongelige/danmark/flot-video-kongelig-ankomst-til-nytaarskur

Of kijk naar de foto's van royaltyfotograaf Patrick van Katwijk hier.

Wat je dan weer doet nadenken over afleggertjes, retro, vintage en erfstukken. De koningin gaat regelmatig in vol (tweedehands) ornaat de rode loper op, zo blijkt uit het boek 'Dronningens kjoler' (= de jurken van de koningin). Het is een geweldig boek waarin de koningin en de textielconservator van de koninklijke collectie, Katia Johansen, zeventig jaar kleren doornemen. Persoonlijke herinneringen en naaitechnische details wisselen elkaar af. En dan die prachtige foto's! Mémoires van stof, dat zijn het, die jurken. Sommige verdwenen uit zicht, andere werden omgebouwd of eindigden hun leven als onderdeel van een placemat.

Ik krijg bijna medelijden met kroonprins Frederik. Mannen hebben het volgens mij moeilijker in een constitutionele monarchie, omdat ze eigenlijk niets wezenlijks te doen hebben, en het dragen van mooie kleren, laat staan het commentaar erop, daar worden ze ook niet zo gauw op betrapt. Eén keer het admiraalsuniform bewonderen is leuk, maar daarna wordt het toch een afleggertje want heel veel veranderen uniformen nu ook weer niet. Hoewel... hij is wel eens aangetroffen in het uniform van de huzaren – een schattig pakje voorwaar.

Overigens: terwijl de ministers bij de koningin op visite zijn, houdt de man van de premier, Stephen Kinnock, een feestje voor de partners van de ministers op Marienborg (de residentie van de premier). Hij is ook nog jarig die dag! Maar als de foto van twee jaar geleden voorspellende waarde heeft, dan is het daar geen langejurkenfeest. Helaas. Verschil moet er zijn. Ook in het egalitaire Denemarken.