Gek word ik ervan. Vraag je aan Deense
vrienden wat ze doen, gaan doen of hebben gedaan: 'Oh, jeg skal bare
slappe af' zeggen ze dan. 'Slappe af' betekent ontspannen. Relaxen.
Het kan aan mij liggen maar ik vind het
vaag klinken. Ik houd niet van containerbegrippen. En de woorden
zelf, 'slappe af' (in het Deens klinkt het als 'sleppe èh') ze
klinken niet erg appetijtelijk. (Ik zou bijna zeggen: ik krijg er
geen stijve van). Om de verwarring nog te vergroten: relaxed in het
Deens is 'afslappend', maar dat klinkt dan weer als 'auwsleppend'.
Als taal is Deens bepaald niet 'rielekst', voor je het weet zing je
een woord helemaal verkeerd en dan is de verwarring weer compleet.
Maar ik dwaal af.
'Slappe af', ontspannen dus. In mijn
ogen is dat een nogal wijds begrip. Lezen, slapen, zwemmen, je
teennagels lakken, je schroevendraaiers op kleur en volgorde leggen,
punniken, gitaarspelen, in bad... Maar als Denen ontspannen, doen ze
niks. Tenminste, dat zeggen ze, ik heb het aan verschillende
gevraagd.
Onder nietsdoen versta ik vrij
letterlijk 'niets doen'. Niet bewegen, blik op oneindig, verstand op
nul – en ik kan me gewoon niet voorstellen dat een Deen, een mens,
een levend wezen vrijwillig en voor z'n genoegen in de zombiestand
gaat. En dat dan een heel weekend achter elkaar!
Vanmiddag lag ik onder het mes bij de
kapster en in een opwelling besloot ik het haar te vragen. 'Helle,
wat bedoelen Denen nou als ze zeggen dat ze ontspannen?' Helle's
antwoord was simpel. 'Dat kan voor iedereen iets anders zijn: een
boswandeling, lezen... maar voor mij betekent het niet-bewegen,
bankzitten. Vrije tijd. Programmaloze tijd. Iets doen wat je leuk
vindt, zonder afspraken of verplichtingen – bare slappe af.'
Toen begon ik het te begrijpen. Waar
Denen zeggen dat ze niets doen, zeggen wij dat we een beetje
aanrommelen - maar we doen dan per saldo niks. Toch gebruiken we er een actief woord voor, want ledigheid is des duivels oorkussen. Zou dat de
invloed van het calvinisme zijn? Dat we nietsdoen verheffen tot (of maskeren door) een handeling – al is het maar aanrommelen?