Wanneer zijn de verkiezingen? Na drie
jaar heeft de zittende premier het recht om verkiezingen uit te
schrijven in Denemarken. 2015 wordt dus het jaar van de verkiezingen
in Denemarken, al weet niemand nog precies wanneer. Ja, misschien de
premier zelf, en een paar ingewijden.
Voor de zekerheid brengen de politieke
partijen hun verkiezingsmachines alvast onder stoom. De grote vraag daarbij is wat Het Thema
van de verkiezingen zal zijn. De vorige verkiezingen gingen om de
economische ontwikkeling van Denemarken. Nu lijkt het erop dat dat
het Deense vreemdelingenbeleid zal zijn.
Niet zo gek, aangezien er hier, net
zoals in de rest van Europa, meer en meer vluchtelingen komen.
Voornamelijk Syriërs. Waar laat je ze, is de eerste vraag. In een
piepklein dorpje zonder verdere voorzieningen is misschien niet een
goed idee...
Het is ook niet gek dat je dan
terugkijkt om te zien hoe het is gegaan met die andere vluchtelingen
en immigranten die in de afgelopen jaren hier zijn gekomen. En dan
lees je artikel na artikel over al die niet-westerse immigranten die
maar met z'n allen in de bijstand zitten, tegen kerstbomen en
varkensvlees zijn, en vóór hoofddoekjes.
Ik kan me er nog steeds over opwinden,
over het niveau waarop de integratie-discussie zich bevindt, ook al
omdat het wel dichtbij komt. Ik ben namelijk óók immigrant, al zou
ik dat soms bijna vergeten, en immigrantenkind. Dat laatste realiseer
ik me steeds meer naarmate ik hier langer woon.
Maar vanochtend zei K. iets wat me aan
het denken zette. Ik las stukken voor uit het hoofdartikel van
Jyllands-Posten vandaag en raakte steeds meer opgewonden, toen hij
zei “Ik ben opgehouden de integratie-discussie in Denemarken te
volgen toen ik me realiseerde dat het helemaal niet meer om een
inhoudelijke discussie gaat.”
En inderdaad. Want waar maakte ik me
nou zo druk om? Om een opiniepeiling die vertelt dat zestig procent
van de Denen vindt dat immigranten niet hard genoeg hun best doen om
te integreren. En dan drie deskundigen erbij die zeggen dat het
inderdaad toch wel heel erg is.
Lees de eennalaatste zin nog eens over.
[leespauze]
Het gaat erom dat zestig procent Denen
iets vindt. Maar het zegt niks over of het zo is,
en op grond waarvan dan wel. Wanneer doe je je best om te integreren?
Wanneer ben je voldoende geïntegreerd? Hoe ziet de ideale integratie
eruit?
En dan
nog wat. De hele tijd gaat het over de nieuwkomers die iets moeten,
of juist laten. Maar wat doen de ontvangers, de autochtonen, zelf aan
integratie – behalve belasting betalen aan de staat die daar dan
integratiedingen mee doet? Integratie is een wederzijds proces – de
een past zich aan, de ander schikt wat in. Dat gaat nooit helemaal
zonder wrijving, helaas. Maar die wederzijdsheid op het persoonlijke
vlak, daar hoor je niemand over.
Een
voorbeeld. Deelnemen aan het maatschappelijk verkeer, dat is een eis
die aan alle immigranten, waar ook ter wereld, wordt gesteld.
Deelnemen aan het maatschappelijk verkeer is op z'n allersimpelst:
boodschappen doen, fietsen, naar de kroeg. Vooral in het begin is dat
eng, want het is allemaal in een andere taal, je begrijpt dingen
niet, je bent bang dat je je belachelijk maakt.
Maar
goed, die angst overwin je, alleen al omdat je niet anders kan, en
dan ontmoet je andere mensen. Denen dus. Als die dan van me weglopen,
of me negeren wanneer ik in de buurt kom, dan ben ik
het niet, die niet aan het maatschappelijk verkeer deelneemt. Dat is
de Deen of Deense, die zich afwendt.
Die
doet dat meestal niet uit hufterigheid. Die doet dat omdat die geen
zin heeft in moeilijk gedoe – taal, misverstanden, bang om
overvraagd te worden. En dat kan. Soms is er in je leven even geen
tijd voor moeilijk gedoe. Dus dan ontwijk je dat probleem.
Maar
zo ontstaat er wel een probleem voor mij: hoe word ik in een winkel
geholpen zonder dat de verkoper mij helpt? Hoe vraag ik de weg zonder
een Deen die antwoordt? Hoe bestel ik een biertje zonder kroegbaas?
Negeren is voor mij geen optie.
Ik kan
niet deelnemen aan het maatschappelijk verkeer als Denen mij negeren.
Ik kan geen Deens leren als niemand met mij wil praten, behalve de
leerkrachten op school. Zoals je neuken, of voetbal, uiteindelijk leert in de
praktijk (en niet uit een boek) kan integratie niet zonder nader
menselijk contact. Je afwenden en roepen dat de staat daar maar voor
moet zorgen, is voor sommige dingen geen optie. Het is wel lekker
makkelijk.
Maar
dat is dus precies wat er gebeurt, met instemming van politici die
het integratievraagstuk zien als een gebruiksvoorwerp om zichzelf en
hun partij te kunnen profileren. Ook lekker makkelijk.
Maar
lost het wat op? Nee. Integendeel. In verbale wedstrijdjes waarin
iedereen elkaar opjuint om dingen weer net even wat scherper te
zeggen, verruwt het spel.