woensdag 13 oktober 2010

And i trafikken

Eergisteren ging ik op de fiets de stad in. Dat is een leuk ritje: bijna alles heuvel-af, dwars door de Botanische tuin die er nu prachtig uitziet met al die herfstkleuren en de laatste rozen van het jaar. Je dendert zo het centrum in, het geeft een dynamisch gevoel waar je he-le-maal niks voor hoeft te doen, zelfs niet trappen. Alleen remmen bij het stoplicht, dat moet natuurlijk wel, als het rood is. Want zo doen we dat in Denemarken :-): stoppen bij rode lichten, hand uitsteken, stoptekens geven...

Maar dinsdag trof ik een verkeersdeelnemertje dat dat niet helemaal door had. Ik suisde over Vesterbro Torv en zag op de stoep verderop twee eenden. ' Hee, eenden,' dacht ik nog, en toen steeg er eentje (!) op! En die kwam recht op me af!

Ik dook al in elkaar, maar de stakker kwam niet eens zo hoog. Met een verbazingwekkend zacht plofje kwam-ie tegen m'n kuit aan en tolde over het wegdek. Ik stopte vijftig meter verder, keek om, en daar zag ik een versufte eend overeind krabbelen, glazig in de koplampen van stilstaande auto's kijken, en bedachtzaam een stapje vooruit doen. En toen weer achteruit. Met allemaal auto's om 'm heen.


Hoe het verhaal eindigde, weet ik niet - ik moest door. En nu ik dit allemaal opschrijf, herinner ik me opeens die twee eenden die het Nijmeegse Keizer Karelplein overstaken. Lopend. En levend de overkant haalden.

Het kan dus wel. De eendenbeschermengel heeft het er maar druk mee.

Vild med dansk

Eindelijk, eindelijk is het zover. Maandag over twee weken gaat mijn taalles van start.

De afgelopen tijd heb ik al wel veel gelezen in het Deens en ik merk dat het steeds beter gaat. Verstaan gaat ook steeds beter. Ik hoor nu woorden, niet alleen maar (nasale en overgeef-)klanken. Maar ja, wat die woorden precies betekenen... het gaat nog te snel.

Aan zelf Deens praten durf ik niet zo goed te beginnen. Ik doe het wel, en soms verstaan ze me nog ook, maar dan versta ik het antwoord niet... Vaker verstaan ze me niet, omdat het Deens een paar geniepige uitspraakdingetjes heeft.

Meest in het oog/oor loopt de 'zachte d', onder K. en mij bekend als de 'dikke l' - en hoofdschuldige van het feit dat Deens soms als overgeven klinkt. Eigenlijk is het een Engelse th. Maar dan anders. Hoe anders, dat kunnen Denen me tot op heden ook niet uitleggen. Ik beloof mezelf nu al een maand dat ik de Deense spraaktherapeute die ik ken, moet opbellen om een lesje te vragen. Maar het komt er niet van.

Verder is er het fenomeen van de Deense stoot. Dat is een soort kuchje. Engelsen noemen het ook wel de glottal stop, en dat is precies wat het is, je sluit een woord of lettergreep af door je stembanden te sluiten. (Overigens sluit je je stembanden ook als je perst bij het poepen. Maar dit terzijde)  Hoe dan ook, de Deense stoot is belangrijk want sommige woorden die verder hetzelfde klinken, veranderen van betekenis als je de stoot weglaat.

Eigenlijk is het een combinatie van problemen, want woorden schrijf je verschillend maar je spreekt ze hetzelfde uit: 'hond' en 'zij' is 'hund' en 'hun', en je zegt 'hoen'. Maar in het geval van hond dus mét stoot.

Leuk is wel dat het Deens veel woorden klinken zoals Nederlandse woorden: elastiek; ketel, bon. Of woorden die veel op Nederlandse woorden lijken, maar net iets anders betekenen: gammel (=oud), altid (=nooit), straks (=onmiddellijk), knallert (=brommer). Of die je tot oud-Nederlandse of dialectwoorden kunt herleiden: stadig (=vaak), bukse (boks = broek).

Afijn. Dat is dan nog maar het begin. Mijn ambitie is om op dit blog ook Deense stukjes te zetten, maar of dat voor de Kerst gebeurt... ik heb er een hard hoofd in, nu. Straks. Nee, nu! *verwarring*

zondag 3 oktober 2010

Deense dingetjes - 2: feest!

Denen zijn nogal van het vlagvertoon. Jaren geleden verbaasden K. en ik ons al over Deense campings waar bij elke caravan een vlaggenstandaard met de Dannebrog stond.

Want de Deense vlag heeft ook nog eens een eigen naam. De Dannebrog zou in 1219 door goddelijke tussenkomst uit de lucht zijn komen vallen tijdens de slag om Lyndanisse, in Estland, tijdens de noordelijke kruistochten. Koning Valdemar II stond op het punt die slag te verliezen toen dit wonder gebeurde. De vlag dwarrelde uit de hemel, de koning ving 'm op en zwaaide ermee, de soldaten kregen nieuwe moed en wonnen de slag, hiep hiep hoera.

Anno 2010 is een visite niet compleet zonder wapperende vlaggen. Een grote Dannebrog aan de vlaggenmast, en kleine Dannebrogjes in de tuin.

Laatst kreeg ik visite, dus leek het mij een goed idee om wat Nederlandse vlaggetjes neer te zetten. Die had ik met vooruitziende blik ingeslagen bij de feestwinkel in de Paradisgade. Zo zag het eruit.
L. (Engelse, drie jaar ervaring hier ter stede) kon de decoraties wel waarderen, maar wees me op een veelzeggend detail: ik had de vlaggetjes aan de rand van de tuin gezet. Dat gaf toch een beetje het gevoel van Hollandse territoriumdrift. Echte Denen zetten hun vlaggetjes bij de ingang en langs de oprit. Is toch anders.

Nou kreeg ik die avond nogmaals visite, deze keer van echte Denen, dus ik kon me nog revancheren. De buren zullen wel gedacht hebben.

Deense Dingetjes - 1

Vandaag is het precies twee maanden geleden dat we hier zijn aangekomen. Toen was het zomer, nu is het herfst. Niet alleen om die redenen is het vakantiegevoel er vanaf. Wat is me allemaal opgevallen?

* Het gemak waarmee Denen Engels spreken. Dat maakt het leven, met name de contacten met instanties, wel een stuk makkelijker. Het maakt de verleiding om Deens er dan maar een beetje bij te laten bungelen, wel groter. Buitenlanders die hier al wat langer zijn, klagen erover dat Denen hen niet de kans geven om Deens te praten: van hompelig Deens worden ze ongeduldig. Dan maar liever snel in het Engels.

* Stopcontacten. Die hebben hier lieve gezichtjes. Kijk!


* Winkelpersoneel. Vriend N., die zelf in de zomer een bijbaantje had als kok en kelner, zei het al: er staan relatief weinig mensen in een winkel, want personeel is duur.  Dus moet je best lang wachten voor je aan de beurt bent. Dat geldt voor allerlei soorten winkels, of ze nou groot zijn of klein.

* Verkeer. Denen zijn een stuk gezagsgetrouwer dan Nederlanders, en dat merk je als je door de stad fietst (fietspaden zijn wel een stuk smaller hier!). Iedereen wacht keurig voor stoplichten: auto's, fietsers en voetgangers. Fietsers maken een stopsein als ze linksaf gaan slaan en even willen wachten op passerend verkeer. Tegen het verkeer in fietsen gebeurt hoogst zelden. Fietsers stappen af en lopen als ze via een zebrapad oversteken.
Het is zo rielekst als mensen zich aan regels houden! En je voelt je heel erg deugdzaam en Deens als je daaraan meedoet. Echt, ik kan het aanraden.

Toch schijnen Denen ook een minder gezagsgetrouw trekje te hebben. Dat zie je het duidelijkst op de werkvloer, volgens de inburgerboekjes. Managers uit het buitenland staan te kijken van Deens personeel dat het openlijk niet eens is met de manager en dat niet onder stoelen of banken steekt. Bij het bouwen van de grote brug tussen Denemarken en Zweden kwamen meer Denen om. En dat zou zijn gekomen omdat Denen eigenwijs en ongezeglijk zijn. ' Gevaarlijk? Dat maak ik zelf wel uit... ' *baf*
In milde vorm zie ik zoiets ook bij mijn koor. Nog nooit heb ik zo vaak en zo veel terugkletsende koorleden gezien. De dirigent wil dat we bij maaat 35 beginnen, en iemand uit het koor kwekt terug. Discussie. Pas daarna zingen we. En zoiets gebeurt vaak, ik ben de tel gewoonweg kwijtgeraakt.

* Geen washandjes, maar waslapjes.

* Veel in het openbaar drinkende hangouderen. In groepjes bij elkaar, bierfles in de hand, en hijsen maar.

* Veel fietshelmdragers.

* Weinig verkeer, weinig drukte. Nou is alles relatief: een Italiaanse kennis uit Milaan die vlak bij de tweede ringweg woont (ik zou het te druk vinden daar), vond het een verademing.  'Waar zijn de auto's?'  vroeg hij zich af. Er zijn best files te zien in en rond Aarhus, maar ze lossen ook snel weer op.

Tijdens de Aarhus Festuge (=feestweek) merkte ik het ook: wat de Denen druk vinden, vinden wij gezellig.

* Werktijden. Denen beginnen vroeg, en houden nog vroeger op. Als K. om half negen op z'n werk komt, is-ie aan de late kant. Maar om half vier, vier uur stromen de kantoren leeg en de supermarkten vol. In sommige supermarkten kun je tot acht of tien uur 's avonds boodschappen doen, en dat is heerlijk want dan is het superrustig. Wel even wennen: op zaterdag sluiten de meeste winkels rond het middaguur!

* Een ander gevoel voor belastingen. Het viel me bij meerdere gelegenheden op: mensen die bij een overheidsinstantie werken, zeggen dat ze vinden dat zoveel mogelijk mensen gebruik moeten maken van hun diensten, want daar hebben burgers voor betaald. Ze nodigen je ook uit om nieuwe diensten te verzinnen die zij dan kunnen leveren. Dat overkwam me bij de bibliotheek, en bij Aarhus Teater.

Nou kan dat ook het riedeltje zijn dat voorlichters afdraaien, en in Nederland is het lang geleden dat ik me in een bibliotheek of theater heb laten rondleiden, maar toch.

Een paar Deense dingetjes verdienen meer aandacht en krijgen een eigen blogje. En verder: wordt vervolgd.

Kronprinsparret

'Gratis kaartjes, zolang de voorraad strekt, voor de opening van de tentoonstelling over het nieuwe paleis van kroonprins Frederik en kroonprinses Mary. Hunne Koninklijke Hoogheden zijn daarbij aanwezig.'

Die kans kon ik me niet laten ontglippen natuurlijk, zijnde royalist. Dus kaartjes gescoord via de Internationale Club en vriendin C., mede-royalist, gebeld. Die had onmiddelijk zin, en vriend N. liet zich gewillig meetronen.

Dus stonden we op vrijdagavond met nog een paar honderd andere Aarhusianen te wachten in AROS, het moderne kunstmuseum van Aarhus. Het was een mooie avond, wolken stormden langs de lucht en de avondzon aaide het Rådhuset.

En toen kwamen ze. Eén hele fotograaf legde de binnenkomst vast. Arme Maxima kan zich bij een solo-optreden niet verplaatsen zonder twintig paparazzi. Dan is Denemarken wel anders. Of vonden ze Aarhus te ver?


Anyway, daarna was voor mij de lol er een beetje vanaf want er werd uitgebreid gespeeched, en dat trekt mijn Deens nog niet. C. vond het ook allemaal niet zo heel erg boeiend kunstgeneuzel. Een interieur is natuurlijk leuker om naar te kijken dan om naar te luisteren via anderen. Dus keken we naar (of eigenlijk bovenop) het kroonprinselijk paar. Prinses Mary keek om zich heen, maakte een ontspannen indruk maar had blijkbaar last  van haar rug want ze wriemelde in haar stoel en ging een paar keer verzitten. Nu is ze zwanger van een tweeling, dat kan er mee te maken hebben.

Maar lang stilzitten lijkt me best een opgave. Prins Frederik vond dat  blijkbaar ook, hij trommelde met z'n vingers en maakte een ongeduldige indruk. Of was-ie zenuwachtig? Want ook hij moest speechen. En zelfs ik kon horen dat de kroonprins geen begenadigd spreker is. Of liever: hij lijkt geen performer. Wat me als aspirant-koning toch wel lastig lijkt.

C. vertelde dat er een tv-serie over het koningshuis was geweest, met beeldmateriaal van de huidige koningin Margrethe II. Daarin leek ze precies op kroonprins Frederik nu: vlakke speeches, veel op je briefje kijken en niet naar je publiek, kortom, je kon zien dat zij in haar jonge jaren ook nog haar vorm moest vinden. Een vorm die nu als vanzelfsprekend wordt gezien - maar ja, ze is ook al koningin vanaf 1972.

Over Hare Koninklijke Rookheid (ze is kettingrookster) en haar familie zal ik nog wel vaker schrijven - niet alleen omdat ik koningshuizen volg maar ook omdat de leden van het Deense koningshuis uiterst beweeglijk en zichtbaar, zo niet aaibaar zijn. AROS was vrijdag nl. geen vesting. Er liepen een paar veiligheidsmensen rond, en dat was het dan. Meget, meget afslappet, zoals we hier dan zeggen :-)

zaterdag 2 oktober 2010

Bijzondere dag


Vrijdag was een bijzondere dag omdat onze auto toen officieel Deens werd. Eigenlijk werd-ie dat al de dag daarvoor, toen ik bij SKAT (=Deense belastingdienst) was om onze auto in te voeren. Beetje jammer was dat ik het belangrijkste papier, het verzekeringsbewijs, thuis was vergeten.Maar de tweede ronde verliep helemaal vlekkeloos, niet in de laatste plaats omdat Tina Bisbo, de mevrouw achter de balie, zo ontzettend leuk was. En hulpvaardig. Want toen ik K.'s CPR-nummer niet wist, zocht ze dat voor me op in het Grote Big Brother Systeem - wat me weer een ritje scheelde. Superieur loodste ze me door de hele papierhandel heen, en toen was ik twee nummerplaten rijker.

Natuurlijk popelde ik om die dingen aan de auto te hangen, maar dat vroeg toch om meer dan een Zwitsers zakmes. De eerste de beste autowerkplaats die ik binnenreed, was jammer genoeg dicht. Wel ontmoette ik daar de eerste onwelwillende Deen op taalgebied.

ik: ' Undskyld, jeg taler ikke dansk. Do you speak English?'
hij: 'No!'

Tsja. Dan maar naar huis. In de Gele Gids de dichtstbijzijnde garage opgezocht. Maar daar waren ze een compleet nieuw gebouw aan het neerzetten. Gelukkig zag ik een Avis met een garage. Daar gevraagd of ze me konden helpen, en dat konden ze. De Automester zat twee kruispunten verder, links.

Wat ik daar ook zag, geen Automester. Wel zag ik een bestelwagen met auto-onderdelen. In de beste tradities van detective-tv-series ben ik daar achteraan gereden - follow that car! En jawel! Helaas had de Automester nu even geen tijd, maar morgenochtend wel. En ziehier het resultaat (auto links).


We zijn weer een beetje meer Deen geworden.