Eergisteren ging ik op de fiets de stad in. Dat is een leuk ritje: bijna alles heuvel-af, dwars door de Botanische tuin die er nu prachtig uitziet met al die herfstkleuren en de laatste rozen van het jaar. Je dendert zo het centrum in, het geeft een dynamisch gevoel waar je he-le-maal niks voor hoeft te doen, zelfs niet trappen. Alleen remmen bij het stoplicht, dat moet natuurlijk wel, als het rood is. Want zo doen we dat in Denemarken :-): stoppen bij rode lichten, hand uitsteken, stoptekens geven...
Maar dinsdag trof ik een verkeersdeelnemertje dat dat niet helemaal door had. Ik suisde over Vesterbro Torv en zag op de stoep verderop twee eenden. ' Hee, eenden,' dacht ik nog, en toen steeg er eentje (!) op! En die kwam recht op me af!
Ik dook al in elkaar, maar de stakker kwam niet eens zo hoog. Met een verbazingwekkend zacht plofje kwam-ie tegen m'n kuit aan en tolde over het wegdek. Ik stopte vijftig meter verder, keek om, en daar zag ik een versufte eend overeind krabbelen, glazig in de koplampen van stilstaande auto's kijken, en bedachtzaam een stapje vooruit doen. En toen weer achteruit. Met allemaal auto's om 'm heen.
Hoe het verhaal eindigde, weet ik niet - ik moest door. En nu ik dit allemaal opschrijf, herinner ik me opeens die twee eenden die het Nijmeegse Keizer Karelplein overstaken. Lopend. En levend de overkant haalden.
Het kan dus wel. De eendenbeschermengel heeft het er maar druk mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten