dinsdag 11 februari 2014

Marius

Marius

Als een vuurzee trok het nieuws over internet: de dierentuin in Kopenhagen zou een girafje gaan vermoorden. De anderhalf jaar oude mannetjesgiraf Marius moest worden doodgemaakt omdat ervoor hem geen plaats was in het internationale giraffenfoknetwerk tussen dierentuinen. Belangrijkste reden daarvoor was dat de kans op inteelt te groot zou zijn.

Dus, dachten ze in de dierentuin, we maken hem dood, houden een openbare autopsie, en voeren hem aan de andere dieren in de tuin die in het echt ook wel eens giraf op het menu hebben staan.

Maar ja, een jong girafje is knuffelbaar. Deense dierenliefhebbers kwamen in het geweer, en de hele internetwereld deed mee. Het was niet eerlijk, zeiden ze. Aan de beslissing lagen genuanceerde overwegingen ten grondslag, legde de dierentuin uit. Waarom kon-ie niet aan de pil (nare bijwerkingen), waarom kon-ie niet losgelaten worden in de Vrije Natuur (hij zou zich niet kunnen handhaven), waarom moest-ie worden geslacht en opgevoerd (dat doen we met alle dieren die in de dierentuin overlijden), waarom was Marius niet direct na zijn geboorte geëuthanaseerd (voor de moeder was het goed om jonkies groot te brengen), was dat hele fokprogramma trouwens niet onnatuurlijk (tsja, hoe natuurlijk is een dierentuin?) en waren die Denen eigenlijk geen fascisten, met hun eugenetische giraffenprogramma? Kortom, fout na de oorlog?

De Denen gingen ijzerenheinig door. De dierenarts van de dierentuin legde uit hoe het in z'n werk was gegaan: Marius werd gelokt met, hoe Deens, een sneetje roggebrood, en daarna in zijn hoofd geschoten. Op zijn karkas werd, ter lering voor wie dat wilde meemaken, sectie gepleegd. Beelden van een bloederig giraffenhoofd gingen de wereld over. Altijd prijs natuurlijk, want giraffenwimpers zijn de ontroerendste wimpers van het universum. En dan die foto's van kinderen die neerstaarden op brokken giraf...

Kortom, we zagen een onvervalste Marius-hype, maar ik zag ook nog wat anders: hoe Denen werden misverstaan door de rest van de wereld.

Ten eerste noemen Denen dingen graag bij hun naam, ook bij de minder aangename dingen des levens (en des doods). Zo'n dierenarts die vrij nuchter vertelt hoe hij het beest heeft omgelegd en verwerkt, valt rauw op je dak (sic!) maar hij is waarachtig niet de enige hier. De toon die niet-Denen als bot en onaangenaam treft, is hier veel gewoner.

Ten tweede zijn Denen vrij praktisch ingesteld. Als je dan toch opeens een berg vlees over hebt, waarom dan niet de resten voeren aan de andere dieren in de dierentuin? Of: ja, die enorme energiecentrale bederft het landschap tientallen kilometers in de omtrek, maar we willen toch elektriciteit hebben voor onze computers, en verwarming in onze huizen? Nou dan.

Misschien, zo bedacht ik, is dat ook een verklaring voor het feit dat Denen zo hoog scoren als het gelukkigste volk op aarde. Leg je neer bij het onvermijdelijke, aanvaard de consequenties van je keuze ('Sådan er det,' zo is het nu eenmaal, hoor je hier tot vervelens toe) en ga door met leven. Samen met het feit dat Denen grootgebruikers zijn van Prozac en andere 'gelukspilletjes'. Maar dit terzijde.

Ten derde snappen ze de ophef niet die anderen erover maken. Je zou dat gebrek aan empathie kunnen noemen, maar het heeft vooral veel te maken met de eenvormigheid van Denemarken en de Denen: alles ziet er hetzelfde uit, en iedereen doet hetzelfde. (Ik overdrijf nu even.) Afwijkend gedrag komt niet veel voor, en wordt in eerste instantie vaak ook niet begrepen. Dat is trouwens ook een van de redenen waarom de controverse rond de Mohammed-karikaturen destijds zo hoog opliep.

Ten vierde zijn Denen erg natuur-minded. Als immigrant word je tot vervelens toe aangeraden om eens lekker de natuur in te gaan – goed voor de ziel en de gezondheid. Jagen en vissen valt ook onder de Deense natuuropvatting, en dan begrijp je ook beter waarom afschot van een gezonde giraffe – hoewel opmerkelijk – niet shockerend is.

Ten vijfde is Denemarken een land dat leeft van dood vlees. Varkensvlees vooral: er wonen bijna meer dan zes keer zo veel varkens als Denen. Negentig procent van de varkens verdwijnt als export naar andere, meest Europese, landen. Vijfentwintigduizend slachtvarkens gaan eraan – per dag. En nee, Denemarken is geen goede vakantiebestemming voor een vegetariër.

Maar nu gebeurt er ook nog iets anders! De directeur van de Kopenhaagse dierentuin, Bengt Hansen, gaf een interview aan het Britse Channel 4. Daarin legde hij nogmaals uit waarom Marius dood moest, en verdedigde hij zich tegen de Britse presentator die alle sentimentele trucs uit de kast haalde om zijn gelijk te halen. Bengt Hansen weerde zich kranig, maar veel Denen werden kribbig van de sentimele gelijkhebber die het bestond om 'onze' Bengt koud en cynisch te noemen.

De zaak-Marius wekte in Denemarken zelf weinig opzien. De ophef daarover die in het buitenland is ontstaan (zo wil de Amerikaanse ambassadeur (zelf getrouwd met een dierenarts) een gesprek met Bengt Hansen over Marius) doet dat wèl. Dat er wordt getwijfeld aan de voortreffelijkheid van het (Deense) besluit, vinden ze wereldvreemd en een tikje beledigend. En dat Bengt Hansen, zijn familie en zijn medewerkers met de dood worden bedreigd vinden ze ronduit schandelijk.

En wat vind ik er zelf van? Ik vind het jammer voor Marius maar begrijp wel waarom hij dood moest. Wat ook een rol speelt is dat ik overtuigd carnivoor ben, en de Disney-benadering van dieren ligt me helemaal niet. Kort samengevat: ik houd van dieren, ook op mijn bord.


Maar wat me nog meer opviel, is dat ik ook de neiging kreeg om Bengt Hansen te gaan verdedigen. Ik verdeens! Dat is wel raar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten