Marius
Als een vuurzee trok
het nieuws over internet: de dierentuin in Kopenhagen zou een girafje
gaan vermoorden. De anderhalf jaar oude mannetjesgiraf Marius moest
worden doodgemaakt omdat ervoor hem geen plaats was in het
internationale giraffenfoknetwerk tussen dierentuinen. Belangrijkste
reden daarvoor was dat de kans op inteelt te groot zou zijn.
Dus, dachten ze in de
dierentuin, we maken hem dood, houden een openbare autopsie, en
voeren hem aan de andere dieren in de tuin die in het echt ook wel
eens giraf op het menu hebben staan.
Maar ja, een jong
girafje is knuffelbaar. Deense dierenliefhebbers kwamen in het
geweer, en de hele internetwereld deed mee. Het was niet eerlijk, zeiden ze. Aan de beslissing
lagen genuanceerde overwegingen ten grondslag, legde de dierentuin uit. Waarom kon-ie niet
aan de pil (nare bijwerkingen), waarom kon-ie niet losgelaten worden
in de Vrije Natuur (hij zou zich niet kunnen handhaven), waarom
moest-ie worden geslacht en opgevoerd (dat doen we met
alle dieren die in de dierentuin overlijden), waarom was Marius niet
direct na zijn geboorte geëuthanaseerd (voor de moeder was het goed
om jonkies groot te brengen), was dat hele fokprogramma trouwens niet
onnatuurlijk (tsja, hoe natuurlijk is een dierentuin?) en waren die
Denen eigenlijk geen fascisten, met hun eugenetische
giraffenprogramma? Kortom, fout na de oorlog?
De Denen gingen
ijzerenheinig door. De dierenarts van de dierentuin legde uit hoe het
in z'n werk was gegaan: Marius werd gelokt met, hoe Deens, een
sneetje roggebrood, en daarna in zijn hoofd geschoten. Op zijn karkas
werd, ter lering voor wie dat wilde meemaken, sectie gepleegd.
Beelden van een bloederig giraffenhoofd gingen de wereld over. Altijd
prijs natuurlijk, want giraffenwimpers zijn de ontroerendste wimpers
van het universum. En dan die foto's van kinderen die neerstaarden op
brokken giraf...
Kortom, we zagen een
onvervalste Marius-hype, maar ik zag ook nog wat anders: hoe Denen
werden misverstaan door de rest van de wereld.
Ten eerste noemen Denen
dingen graag bij hun naam, ook bij de minder aangename dingen des
levens (en des doods). Zo'n dierenarts die vrij nuchter vertelt hoe
hij het beest heeft omgelegd en verwerkt, valt rauw op je dak (sic!)
maar hij is waarachtig niet de enige hier. De toon die niet-Denen als bot en onaangenaam treft, is hier veel gewoner.
Ten tweede zijn Denen
vrij praktisch ingesteld. Als je dan toch opeens een berg vlees over
hebt, waarom dan niet de resten voeren aan de andere dieren in de
dierentuin? Of: ja, die enorme energiecentrale bederft het landschap
tientallen kilometers in de omtrek, maar we willen toch elektriciteit
hebben voor onze computers, en verwarming in onze huizen? Nou dan.
Misschien, zo bedacht
ik, is dat ook een verklaring voor het feit dat Denen zo hoog scoren
als het gelukkigste volk op aarde. Leg je neer bij het
onvermijdelijke, aanvaard de consequenties van je keuze ('Sådan er
det,' zo is het nu eenmaal, hoor je hier tot vervelens toe) en ga
door met leven. Samen met het feit dat Denen grootgebruikers zijn van
Prozac en andere 'gelukspilletjes'. Maar dit terzijde.
Ten derde snappen ze de
ophef niet die anderen erover maken. Je zou dat gebrek aan empathie
kunnen noemen, maar het heeft vooral veel te maken met de
eenvormigheid van Denemarken en de Denen: alles ziet er hetzelfde
uit, en iedereen doet hetzelfde. (Ik overdrijf nu even.) Afwijkend
gedrag komt niet veel voor, en wordt in eerste instantie vaak ook
niet begrepen. Dat is trouwens ook een van de redenen waarom de
controverse rond de Mohammed-karikaturen destijds zo hoog opliep.
Ten vierde zijn Denen
erg natuur-minded. Als immigrant word je tot vervelens toe aangeraden
om eens lekker de natuur in te gaan – goed voor de ziel en de
gezondheid. Jagen en vissen valt ook onder de Deense natuuropvatting,
en dan begrijp je ook beter waarom afschot van een gezonde giraffe –
hoewel opmerkelijk – niet shockerend is.
Ten vijfde is
Denemarken een land dat leeft van dood vlees. Varkensvlees vooral: er
wonen bijna meer dan zes keer zo veel varkens als Denen. Negentig
procent van de varkens verdwijnt als export naar andere, meest
Europese, landen. Vijfentwintigduizend slachtvarkens gaan eraan –
per dag. En nee, Denemarken is geen goede vakantiebestemming voor een
vegetariër.
Maar nu gebeurt er ook
nog iets anders! De directeur van de Kopenhaagse dierentuin, Bengt
Hansen, gaf een interview aan het Britse Channel 4. Daarin
legde hij nogmaals uit waarom Marius dood moest, en verdedigde hij
zich tegen de Britse presentator die alle sentimentele trucs uit de
kast haalde om zijn gelijk te halen. Bengt Hansen weerde zich kranig,
maar veel Denen werden kribbig van de sentimele gelijkhebber die het
bestond om 'onze' Bengt koud en cynisch te noemen.
De zaak-Marius wekte in
Denemarken zelf weinig opzien. De ophef daarover die in het
buitenland is ontstaan (zo wil de Amerikaanse ambassadeur (zelf
getrouwd met een dierenarts) een gesprek met Bengt Hansen over
Marius) doet dat wèl. Dat er wordt getwijfeld aan de
voortreffelijkheid van het (Deense) besluit, vinden ze wereldvreemd
en een tikje beledigend. En dat Bengt Hansen, zijn familie en zijn
medewerkers met de dood worden bedreigd vinden ze ronduit
schandelijk.
En wat vind ik er zelf
van? Ik vind het jammer voor Marius maar begrijp wel waarom hij dood
moest. Wat ook een rol speelt is dat ik overtuigd carnivoor ben, en
de Disney-benadering van dieren ligt me helemaal niet. Kort samengevat: ik houd van dieren, ook op mijn bord.
Maar wat me nog meer
opviel, is dat ik ook de neiging kreeg om Bengt Hansen te gaan
verdedigen. Ik verdeens! Dat is wel raar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten