dinsdag 20 december 2011

Het R-woord

Nagekomen mededeling: toen ik geslaagd was voor mijn schriftelijk, zwierde K. het huis in met een boeket witte bloemen. Ja ja, niet romanties, maar wel op de momenten dat het ertoe doet de weg naar de bloemenwinkel weten, hoe heet dat dan???

Kerstblues, of taalpuberteit

(de Nederlandse vertaling, speciaal voor Corry en Jonneke)

Maandag hadden we het laatste examen, en nu hebben we vrij. We hebben het er uitstekend vanaf gebracht, mag ik wel zeggen, vooral mijn klasgenoten. Ik was daarentegen behoorlijk ongeconcentreerd bij het mondeling, maar uiteindelijk ben ik niet helemaal ontevreden (ja, ik maak me het Jutlandse gevoel voor understatement al aardig eigen). Maar waarom voel ik me dan toch zo... klote?

Ik ben niet de enige. L. voelde zich ook een beetje down, en zei ”Ik heb het examen gehaald met prachtige cijfers, maar ik voel me een bedrieger. ik praat nog steeds als een kind, en ik heb moeite mensen te verstaan. Ik ben nog niet klaar, maar school is nu afgelopen, en ik mis school ook – het was zo'n groot deel van ons leven.”

Hij heeft gelijk – school is des te belangrijker als je in den vreemde landt, zonder werk, alleen taalschool. Voor degenen die goede herinneringen hebben aan hun school- en studietijd, is taalschool een heerlijke tijdmachine. Het is een leerzame en een leuke ervaring om leerling te zijn als volwassene. Daarom is het niet verwonderlijk dat we een beetje last hebben van onthoudingsverschijnselen, is mijn amateurdiagnose.

Maar hij heeft ook gelijk omdat het, op z'n zachtst gezegd, teleurstellend is om de school uit te huppelen en bij de eerste de beste moedige poging tot een gesprek met je bek vol tanden te staan. Elke keer als ik de grote Deense wereld intrek en weer thuiskom, kruip ik m'n bed in en voer ik de gesprekken van de dag weer overnieuw. Esprit de l'escalier heet dat in goed Nederlands – trapportaal-tegenwoordigheid van geest, zou je kunnen zeggen. Dat wat je bedenkt als je naar buiten gaat, na afloop. Te laat, verdomme!

Ik was aan het strijken (huishoudelijk werk is ook goed om de ziel op te ruimen) toen ik me herinnerde wanneer ik dezelfde soort gevoelens had: in de puberteit. En toen vielen de puzzelstukjes op hun plaats. We zijn geen kleine kinderen meer, we zijn taaltieners, maar zonder heftige hormoonschommelingen (daar ben ik trouwens ook niet helemaal zeker van).

maandag 19 december 2011

Juleblues eller sprogpubertet

(Historisk/hysterisk øjeblik: min første blog på dansk! Tak Conni og Per for rettelserne)

Den sidste eksamen var i mandags, og nu holder vi fri. Vi klarede os udmærket, må jeg sige, især mine klassekammerater. Jeg var til gengæld vildt ufokuseret da jeg gik op til min mundtlig eksamen, men alt i alt er jeg ikke helt utilfreds (ja, jeg tilegner mig stille og roligt den jyske sans for underdrivelse). Hvorfor mon har jeg det så.... skidt?

Jeg er ikke alene i det. L. følte sig også lidt nedtrykt, og sagde: ”Jeg bestod eksamen med glimrende karakterer, men jeg føler mig en svindler – jeg taler stadig som et barn, og jeg har det stadig svært med at forstå folk. Jeg er ikke færdig, men undervisningen er slut nu, og jeg savner bare skolen – det har vært så en vigtig del af vores liv.”

Han har ret – skolen bliver endnu vigtigere, når man lander i det fremmede og har ingen arbejde, bare sprogskolen. For dem, der har gode minder fra deres skole- eller studietid, er sprogskolen en dejlig tidsmaskine. Det er en lærerig og rar oplevelse at blive elev som voksen. Derfor er det ikke mærkeligt at vi lider lidt af abstinenssymptomer, er min amatørdiagnose.

Men han har også ret, fordi det er, mildt sagt, skuffende, når man hopper ud fra skolen og ved det første modige forsøg ude på gaden står med åben mund. Kun senere opdager man, hvad man kunne have sagt. Hver gang jeg tager ud i den store danske verden og kommer hjem, går jeg i seng og gennemgår dagens samtaler igen. Esprit de l'escalier, hedder det på rigtig hollandsk (jo, det er fransk) – trappeåndsnærværelse, kunne man sige på dansk. Det, som kommer i tanken når man er på vej ud. For sent, for satan!

Jeg var ved at stryge (husholdningsarbejde er også god til at rydde op sjælen), da jeg huskede hvornår jeg havde den samme følelse: Det var i puberteten. Og så faldt puslestykkerne til plads. Vi har lavet et lærespring, vi er kommet til 'the next level' – og føler, at vi starter forfra igen. Vi er ikke mere små børn, vi er sprogteenager nu, men uden store hormonsvingninger (jeg er forresten ikke helt sikker på det...).

maandag 21 november 2011

Blandede bolsjer

Ofwel gemengde snoepjes. Dat zette onze juf in modul 4 altijd boven het hoofdstukje waarin ze de meest opvallende vauten vouten fouten van onze schrijfopdrachten verzamelde. Ach ja. Dat is alweer heel wat vauten geleden, want overmorgen is de modul 5-test, oftewel Prøve i dansk 3. Vraag me niet waarom het zo heet (ach, doe eigenlijk ook maar wel, ik ben immers journalist, dus alle vragen mogen gesteld worden), maar het is een landelijk taalexamen. Het bestaat uit twee leestesten, een pauze en twee schrijftesten. Wie het haalt, heeft voldaan aan een belangrijke eis om Deen te mogen worden.

Dus overmorgen zit ik eindexamensgewijs in een gymzaal. Potlood, gum, pen in de aanslag, woordenboeken onder handbereik (maar alleen voor de schrijftest), lunchpakketje in de tas. En ergens na Sinterklaas nog een mondeling.  Het moet heel raar lopen wil ik geen voldoende halen, maar deze keer krijgen we cijfers, en om door te mogen naar de volgende ronde moet ik drie tienen halen. Van de twaalf, dat dan weer wel. Ik knijp 'm vooral voor de schrijftesten.

Tot zover de nabije toekomst. Wat is er in de tussentijd gebeurd?

Denemarken heeft een vrouwelijke premier gekregen, en dat is niet onopgemerkt gebleven. Verder timmeren Denen een nieuwe regering in ongeveer een maand in elkaar. Nee, dan Nederland. Of België! K. zit in de taalklas met een Vlaamse, en die krijgt zo ongeveer elke les te horen "Zo, hebben jullie al een regering?"

We nestelen ons steeds behaaglijker in ons nieuwe huis. 8 december wonen we er al weer een half jaar! De bladeren vallen, het landschap verandert, we stoken de houtkachel nog eens op en branden heel Deens kaarsjes als er een vermoeden van schemer is. Dat wil zeggen, ik doe dat, K. haat kaarsjes. Ik zal nooit vergeten dat ik eens het huis gezellig had gemaakt voor zijn thuiskomst, inclusief brandende kaarsen, en hij de gedenkwaardige woorden sprak: "Godverdomme, het lijkt hier wel romanties!"

Maar hij doet 's winters wel heel trouw elke avond mijn elektrische dekentje aan, zodat ik in een tot tostiwarmte opgevoerd voorverwarmd bed kan kruipen.

Ons Deens begint ook al ergens op te lijken. In winkels vallen we niet meer terug op Engels, we struikelen eigenwijs verder in ons hompelige Deens, en heel af en toe denken mensen dat ik uit Noorwegen kom, vanwege mijn accent!! Wel lijden we allebei af en toe erg aan terugvallen waardoor we denken dat we er niks van kunnen. Zo volg ik nu zeiltheoriecursus. De lesstof snap ik wel, maar het vrolijke geklets eromheen en in de pauze, en de stand-up comedy act van de instructeur is vaak een brug te ver. Je kunt een les (laat staan een grap) niet doodvragen, dus verdraag ik maar dat ik de helft niet snap, maar het is wel frustrerend. Ik houd me maar vast aan het feit dat iedereen z'n best doet om me erbij te betrekken. De triomf als ik een grap opeens wél snap, is des te groter.

Donderwolkje aan de horizon is dat Annie, een van onze katten, last heeft van haar nieren. Dat is een jammerlijke fabricagefout van katten. Het betekent ook dat ze binnenkort wel zal gaan hemelen, en dat is geen fijn vooruitzicht, maar ja, poezen doen dat nu eenmaal. Net als mensen. Vanaf deze plaats wil ik nog even een monumentje oprichten voor mijn Nijmeegse buurpoes Moor. Dat was een stevige zwarte jeweetwelkater, met witte sokjes en een befje, van het gezellige soort. Hij had de eigenaardige gewoonte om een paaltje naast het hek van zijn tuin te springen als hij hoorde dat er mensen aankwamen. Eerst schrokken die zich rot, maar vaste lopers wisten wat er stond te gebeuren en hielden even stil om hem eens even lekker aan te halen. En daar was het hem om te doen natuurlijk. Moraal van het verhaal: als je geaaid wilt worden, moet je daar zelf voor zorgen.

Maar ik dwaal af.

Ook hier hebben we gezellige buren met leuke poezen (Naburo en Pjuske) en honden (Kalle en Laika). We hebben waanzinnige hoeveelheden appels geoogst en sap geperst. We hebben evenzovele hoeveelheden blaadjes geharkt (K.) en bollen gepoot (ik). Het hout is binnen, onze Rode Schicht rijdt weer op winterbanden  - het enige wat nog aan onze winteruitrusting ontbreekt is een sneeuwveger. Wordt vervolgd, ofwel: fortsættes



donderdag 15 september 2011

Hetzelfde maar toch anders – verkiezingen in Denemarken

Nog een paar uur en dan gaan de stembureaus open. De Denen gaan stemmen voor hun parlement, de Folketing, en eind augustus barstte de verkiezingsstrijd los. Officieel dan. En dan zien de Deense staten er opeens zo uit:



Met andere woorden: je wordt uitgenodigd om te stemmen op een persoon, eentje uit jouw gebied. Mocht die persoon het niet halen, dan gaat je stem niet verloren voor de partij waarop je stemde want die wordt landelijk meegeteld. Vanmiddag liep ik door de binnenstad van Aarhus op weg om een sapcentrifuge te komen, en ik struikelde over allerlei mensen die folders uitdeelden waar ze zelf op stonden. Dat zie je toch niet zo vaak in Nederlandse parlementsverkiezingen.

Het politieke wordt ook persoonlijk op een andere manier: in roddelbladen en tabloids wordt breed uitgemeten hoe politici wonen, wat hun huis waard is, hoe ze gebotoxt zijn, enzovoorts. Helle Thorning-Schmidt, lijsttrekster van de Socialdemokraterne (de grootste linkse partij) en beoogd premier, was het onderwerp van een artikel in zo'n roddelblad. Haar haar, gewicht, kleding- en botoxstijl – geen vierkante centimeter van haar lijf bleef onbesproken. Hoe komt het toch dat zoiets mannen minder overkomt...

Ander voorbeeld: in een van de laatste televisiedebatten gaf Lars Løkke Rasmussen een spiekbriefje aan Helle Thorning-Schmidt, waarop stond wat er niet klopte aan haar beweringen. Volgens Lars Løkke dan. Het was puur bedoeld om in het nieuws te komen en dat lukte dus ook glansrijk, mede omdat het briefje werd geparodieerd. Op andere versies van het spiekbriefje stond een overdracht van de ene premier aan de andere – denk eraan de planten water te geven, het koffieapparaat heeft kuren, je kunt sigarettten bietsen bij …. Maar ook: hej Helle, je hebt een lekkere reet! Wil je verkering met me?

Overigens gooide Lars Løkke Rasmussen op dinsdag zelf zijn privé-leven in de strijd, of eigenlijk dat van zijn vader. Toen de discussie over de wachttijden in ziekenhuizen fel werd, openbaarde hij dat zijn vader prostaatkanker heeft.

Op vallend is wel dat de buitenlandersproblematiek een kleine rol speelt in de verkiezingen. Dansk Folkeparti staat ook op (weliswaar gering) verlies. Maar je zou net zo goed kunnen zeggen dat er bijna geen buitenlander het land meer inkomt, dus dat het 'probleem'  inderdaad 'onder controle' is.

De strijd is hard, want de verschillen zijn klein dus elke stem telt. En volgens sommige peilingen heeft een vijfde van de kiezers nog niet besloten op wie ze gaan stemmen. In die peilingen gaan de regeringspartijen en de gedogende Dansk Folkeparti er iets op achteruit. Drie kleinere partijen, nl. Radikale Venstre (soort D66), Liberale Alliance (soort linkse VVD) en Enhedslisten (soort heel links Groen Links) gaan vooruit, en met name die eerste twee kunnen iets speciaals toevoegen van de coalities ter linker- en ter rechterzijde.

Maar goed. Op 15 september spreekt de kiezer, daarna spreekt de koningin. Net als bij ons.

dinsdag 13 september 2011

Een reisje naar het zuiden

Vaak weet je pas achteraf wanneer het seizoen omsloeg en het opeens winter/zomer/voorjaar/herfst werd, maar nu wist ik het vandaag al. Het is herfst, jongens, en niet zo'n beetje ook. Vreemd genoeg herinner ik me altijd kledingstukken bij de aanvang van de herfst: de bruine coltrui, de wollen omslagdoek, het ribfluwelen jasje. In het voorjaar ontdek ik altijd nieuwe planten. Winters ruik ik, en zomers, die heb ik eigenlijk pas door als ze voorbij zijn.

Vanochtend leek het er nog niet op dat  het herfst zou worden. De zon scheen, en ik stond in de keuken te rommelen om een uur of acht, toen er op de deur werd geklopt (we hebben een klopper, geen bel, leuk he?). Maar we verwachtten niemand, en voor Sinterklaas was het echt te vroeg. K. had niets gehoord, die dacht dat-ie het zelf had veroorzaakt en deed het klopgeluidje nog even na maar het leek nergens op. In een flits zag ik een bestelauto, stoof naar beneden, rende over het grind (au!!) om een grijnzende Groenlander vriendelijk te horen zeggen 'Het pakje staat naast de deur'. Vroem, weg was-ie, en ik hinkelde weer naar binnen om mijn buit te bekijken.

Het waren deze (maar dan in grijs)


en deze windbreaker, maar dan in knalblauw:



En waarom http://www.landsend.de/ ? Omdat ze petite-maten hebben, ofwel kleren waar ik in pas, met de taille op de juiste plaats. Het leven is te kort om er als volwassen vrouw bij te lopen alsof je je vaders kleren aanhebt. Maar ik dwaal af. Want vandaag was de dag waarop ik mijn paspoort ging verlengen.Of vernieuwen, eigenlijk.

Nu vind ik dat altijd nogal een gedoe, maar als je in het buitenland woont wordt dat nog erger want dan moet je naar de ambassade of naar een consulaat. Ik koos voor het consulaat in Fredericia, een stad 90 km. ten zuiden van Aarhus en aan de Kleine Belt, en dat bleek een gelukkige keuze, om meerdere redenen. Want ik was wel heel blond vandaag. Ik reed een paar keer fout, op de snelweg zelfs, daar begon het gedonder al, en dan kun je het maar beter overzichtelijk houden, zowel qua tijd als qua plaats.

Maar in Fredericia zelf reed ik vrij vlot recht op het consulaat af. Het consulaat woont op kamers bij Het Loodswezen van Fredericia, aan de haven dus, vlak bij het zeemanstehuis, en werd die dag gerund door een gedistingeerde meneer die Mijn Soort Bril op had, maar helaas het Nederlands niet meester was. Beetje jammer, maar ik ben zelden te beroerd om mijn Deens te oefenen.

Eerst moest ik pasfoto's hebben. Daar zijn ze tegenwoordig nogal pietluttig in, dus leek het me een goed idee om te vragen waar ik die moest halen. Hij zei het duidelijk: tien minuten rechtdoor rijden ('hele vejen op)', aan het einde vijftig meter naar rechts, daar is de fotograaf. Zeg maar de hofleverancier.

Had ik het toch verkeerd verstaan, of liever: had ik me negentig graden vergist. Na nog geen drie minuten rijden eindigde de weg in een T-splitsing waar noch ter linker-, noch ter rechterzijde een fotograaf te ontwaren viel. Gelukkig wist ik de weg naar het station. Op het station is altijd een kaart voor vers aangekomen reizigers.

Zo niet in Fredericia. Maar Fredericia heeft een informatiemeneer in een lichtgevend hesje die gedachten kan lezen. Ik was ondertussen het station doorgelopen zonder ook maar een vermoeden van een plattegrond te ontwaren en begon me mezelf te overleggen of ik nu in paniek moest raken, maar toen las die meneer dus mijn gedachten. Hij zei: 'U heeft een probleem: u bent de weg kwijt, te laat, heeft iemand gemist... kan ik misschien helpen?'

Kijk, zo iemand is me toch veel liever dan iemand die zegt 'U gaat een donkere vreemdeling ontmoeten...', want die zie ik toevallig alle dagen, op de taalschool.

Maar inderdaad, ik liet me redden door de man met het lichtgevende hesje. Hij bezorgde me een plattegrond van de stad, zette een kruisje bij waar ik was, waar ik moest parkeren en waar ik moest zijn - het kon niet missen.

Zoals ik al zei, ik was erg blond vandaag. Ik liep de hele Danmarksgade af, op zoek naar de fotohandel, maar kon niks vinden. Wel een Tiger waar ik een borsteltje kocht om mijn haren mee te temmen. Het woei nogal vandaag, de herfst was duidelijk begonnen, maar ik had het lekker warm in mijn nieuwe grijze vestje. Ook vond ik een morsig cafe om maar weer eens de weg te vragen, want op mijn eentje zou het vandaag niet lukken, dat was wel duidelijk.

En wat ik ook ontdekte: Fredericia is een prachtige garnizoensstad!



Alleen voor voetgangers; automobilisten worden niet verblijd met tankjes of pantserwagens. En het signaal dat je mag oversteken klinkt als gewone piepjes, geen marsmuziek of gestamp van laarzen helaas. Aan de andere kant: je zal maar bij zo'n stoplicht wonen, dan had je gauw genoeg van de Deense variant op 'De mars der Belgische parachutisten'. En 's nachts steeds dat laarzengestamp, dat slaapt om meerdere redenen niet lekker.

In het morsige cafe werd ik in het Deens en Engels teruggedirigeerd, een meneer reed zelfs nog even in de auto achter me aan om te kijken of ik wel goed liep. Ik ben er niet trots op maar het was wel een veilig gevoel, vreemd genoeg.

Binnen bij de fotograaf was ik weer op bekend terrein: bril af, niet lachen, knip, twee minuten wachten, dat is dan honderdtwintig kronen alstublieft.



En word ik mooi oud, of word ik mooi oud?? Dit is volgens mij de eerste volwassen pasfoto in mijn hele leven. Mij hoor je niet mopperen. Let vooral ook op het grijze vestje *herfst*.

zaterdag 3 september 2011

Creative ways of learning Danish

Dit blog is ongeveer de uitgeschreven versie van een praatje dat ik een paar weken terug heb gehouden voor de UIC, de internationale club van Aarhus Universitet. Verschillende mensen vroegen of ik een Powerpoint ervan had, maar nee, daar doe ik niet aan. Wel aan blogjes schrijven. Deze keer dus in het Engels. Commentaar is welkom!

'Can you give a little presentation about yourself?' asked Gitte Haahr Andersen. She's the powerhouse behind Aarhus University International Club, and since I owe that group a lot since I have come to Denmark, I said yes. And I fairly quickly decided that I would give a presentation about learning Danish.

That way, I couldn't escape sharing some personal details about myself. I am a Dutch freelance journalist, 49 years old ,and the reason I am here is, as is the case with most members of the International Club, that my spouse found a job at Aarhus University. So we have been living here since August 2010.

It was obvious from the start that I would have to learn Danish, and quickly, too, because, as a journalist, my language is my tool. And since I live in Denmark, Danish is a very important tool.

Learning Danish has become a job for me. I am going to school again, at Lærdansk, a huge educational institute dedicated to teach Danish to all newcomers in Denmark: four days a week, three hours per day, with homework. I like learning languages, and I like learning, and sharing knowledge, but before I tell you how I go about learning Danish, you have to know what it is like to live in a foreign country.

Most of all, you are a professional outsider. If you like it or not, you cannot escape the fact that you weren't born here, that you grew up with different smells, songs, sounds, books, jokes, food, games, tv programmes, clothes – and perhaps also a very different climate. It is with you every minute of the day, it is part of your life.

This gives you a unique perspective: it gives you the opportunity to grow, because being a stranger allows you to discover all kinds of new things – smells, songs, sounds... and oh, I forgot about the language. See? Some things about living in a foreign country you take for granted fairly soon, and you find a way to cope with it. Your forget about being a stranger, it becomes part of your everyday life. Other things are harder to get used to: rugbrød, Danish irony, the weather...

The unique perspective of a professional outsider can also be useful for the the inhabitants of the guest country. Eveyone needs a mirror now and then, and you can be that mirror for the Danes around you. Though not every Dane is always happy to see himself or herself in your mirror. Be honest: would you? Sometimes I forget that it is hard for Danes, too, to have to get along with strangers who speak unclearly, do not act as you would expect and generally just cause problems. And who needs problems?

So there is the sore point: your new country may grow on you, but at the moments that you least expect it, you are a stranger, an outsider, you don't belong. Like grief, it creeps up on you from behind, and it makes you sad and vulnerable, and you wonder why. And why now.

A small, innocent example: I was at the computer club and brewed a cup of tea for myself. I chatted with friend, who asked: 'How are you, are you feeling well?' Mildly surprised, I thanked him for his kind words but no, all was fine, why? Well, I was making tea. And that could be interpreted as a sign of feeling unwell. Healthy people drink coffee. He didn't say that last bit, but that was what I understood.

I hadn't seen that one coming. Which is strange, because my husband starts drinking tea when he's feeling under the weather... And what struck me most was not the coffe/tea thing itself, but the fact that it surprised me so strongly.

Another thing: I found that making friends in Danish is on the one hand easy, and on the other very hard. It's easy because I am outgoing, bordering on the obtrusive. But it's also hard, because language, culture and (language) jokes are important to me in friendships. It nurtures my friendships. In Danish, I am not there yet – not by a long shot. So there I am, lost in a no-mans' land between Dutch and English on the one side, and Danish on the other. Babbling like a four-year old, trying hard to keep up with the grownups, afraid to make mistakes, wanting to fit in and frustrated to tears when she feels left out.

So you can see why learning Danish (and also Danish (popular) culture) is important, at least to me. Here's my strategy.

1. Go to school
Don't tell yourself that you dont't have time – make time. It's important. Especially women tend to push their needs aside for the practicalities of a household with children in a new country, but think of the warning you'll hear every time you are on board of an aeroplane: first put your own oxygen mask on, then help your children.

It's the same with learning Danish. If you are stranded in your house somewhere around Aarhus, no friends, grappling with daily life - which unfortunately contains more Danish than you can cope with -, how does that help your husband and children? See it as an investment, not only in your Danish life but also in the education of your children. They will learn from your example if you show resilience and a 'can do'-mentality.

2. Get a job
Another important one. It is good for your soul, because it is nice to be acknowledged for something you are good at. And people like to be useful – so do you. Also, you will be meeting people on a regular basis, so you can get used to their way of speaking Danish. Maybe some of them will become friends. You will learn to use a Danish vocabulary that is confined to your professional field, which is both surveyable and stimulating, because you can get things done without asking all the time 'Hvad siger du?' At the same time, you will learn some contemporay 'slang' Danish that will make you one of 'them'.

There's a big problem, though: it is really, really hard to find a job, let alone one in your field – whatever it is. Finding jobs in Denmark 'happens', mostly via informal ways. For this you need a network, and for a network you need Danish. Aaarrgh! To make things worse: almost all women work in Denmark, so a non-working woman stands out like a sore thumb. Your status is very, very low. Sometimes I feel like a parasite here, a lazy bitch spending her husbands money. Which is, of course, exactly what I am... for the moment, that is. Which is what I keep telling myself. Happiness is also self-delusion :-)

3. Get a voluntary job
If you can't get a real job, do voluntary work. It has all the advantages of a real job where selfrespect, acknowledgement, making friends and learning the language are concerned. And if you choose you voluntary job well, you will develop a network that may lead you to a paid job. Also, it will be appreciated by Danes around you that you make an effort to do your bit.

4. Pick up a hobby
Why not indulge yourself and pick up a hobby? Do something you really really love, something you are good at. Again, it is good for the soul, it is a great way to get to know people,(you have a hobby in common, that helps!), and to develop yourself.

You can also choose a hobby in a field that is totally alien but still attractive to you. I am a regular of OSAA, which is Aarhus hackspace, but I know very little about computers. But something tells me that OSAA is the place to be for me, and I trust that feeling, so every Tech Talk Tuesday (first Tuesday of the month) you can find me there, listening to presentations about computers and programming that leave me baffled. And the 'nørds' are extremely helpful and friendly – and maybe a bit baffled about my being there, too.

Or start out on a hobby that has been sleeping in your heart since you were a child. Since Aarhus lies on the sea, I started taking sailing lessons. Sailing is something I wanted to do since I was eleven, but somehow never got round to actually doing it – you know, life got in the way, as John Lennon said. But the opportunity to sail was created by Danish circumstances, and sailing has been more fun and satisfying than I ever expected it to be.

5. Make everything into a project
There are many, many ways of letting Danish into your life. Make your shopping list in Danish. If the plummer is coming around for repairs, look up the right words in a dictionary and make a 'shopping list' for him (or her), too. Listen to Danish radio programmes with your favourite music. That way you already have an idea of what they are going to say, so it will be easier for you to fill in the blanks. Watch the Danish television news. I like watching DR Update (we call it 'Doctor' Update), because the transmission is repeated endlessly, and that allows you look and listen again, again and again. And after the fifth time, you will understand a little bit more.

Read local newspapers, children's or girls' books. Watch childrens' DVDs, perhaps with your children. Watch Danish DVDs for grownups with Danish subtitles on, and see how much you can grasp. Watch English movies on Danish television with Danish subtitles.Use apps for your smartphone as pocket dictionaries. Every little bit helps.

Learn Danish songs! It will endear you to Danes, and the combination of music and words has an uncanny way of finding its way into your brain. Singing will also help you with Danish pronunciation, or 'udtale'.

For the funny thing with Danish is that it doesn't sound like it is written. Basically, you leave out most of the consonants and just pronounce the vowels. But you have to 'think' the consonants while saying the vowels, otherwise you don't say the words right. In other words, consonants in Danish are like sexy lingerie under jeans and a jumper: you don't actually see it, but it's there and the effect is undeniable :-)

And once you have dreamt your first dream in Danish, celebrate! It is a sign that Danish has become a part of you, and it means that from then on learning will be easier.

By the same token, let no one tell you that everything has to be Danish now. Your own language is the fundament on which your Danish is being built, and it needs love and care, too.

6. Make speaking and understanding into a game
See how long you can keep up your end of a Danish conversation without having to fall back on English. In the beginning you will get stuck in the first sentence, but very soon it will be two, three, four - you can probably measure your progress in weeks. And again, celebrate the moment you had a complete conversation in Danish, no matter how small. Or the first time you understood a joke. Or the first time you made a joke – in Danish. Or the first time you presented yourself in Danish, in public – at your children's school, at a small party with friends... the opportunities for this game are endless. There are many firsts because you are in a new environment. Make them work for you.

7. Finally: don't be afraid to say the magic words
These are: 'Kan du hjælpe mig?' If you appeal for help, nine out of ten people will react positively. It really works! Even in English! But do try it in Danish first, and see how far you get...

dinsdag 19 juli 2011

Svanen og Thyra, ofwel hoe zeilontwenning te overleven

Het leek zo'n gewone maandag. K. en ik togen naar Aarhus, met mijn fiets achterop want de auto moest naar de garage. Nadat ik K. op z'n werk en de auto bij de garage had afgeleverd, suisde ik de heuvel af naar de haven want daar zouden Svanen en Thyra vertrekken.

Vooraan Svanen, daarachter Thyra. Tweelingschepen. Deden me denken aan de Pollux.


Svanen ("De Zwaan") en Thyra (Deense meisjesnaam) zijn opleidingszeilschepen van de Deense marine (Y 101 en Y 102). Svanen is 51 en Thyra is vijftig jaar oud, en van mei tot oktober zeilen ze rond Denemarken met een vaste bemanning van vier en een wisselende bemanning van zes kadetten (officiers-in-opleiding). Het idee is dat ze zo al zeilende hun vaarkennis verbreden. Zo moeten ze twee keer per uur hun positie bepalen – niet met GPS maar gewoon ouderwets met sextant (geloof ik), en dat dan opschrijven en dat dan nog een keer in het net in een logboek. Overigens: R. vertelde me dat het in Groot-Brittannië verplicht is om een logboek bij te houden van waar je was en wat er gebeurde (wat voor wind, wat voor weer, waarheen, waarvoor, wie/welk schip je tegenkwam, enzovoorts). In het onvolprezen, tot nadenken stemmende boek 'Total Loss - 45 verhalen van zeiljachten die op zee vergaan zijn' van Jack Coote las ik telkens weer hoe verdrietig mensen waren dat ze hun logboek niet mee hadden kunnen nemen omdat hun schip te snel verging. Leuk hoor, logboeken.

Maar ik dwaal af.

Svanen en Thyra, positiebepaling. Je zou bijna zeggen: een kantoorbaan op het water, maar dat is niet zo. Geen zelfhalende lieren met twee versnellingen en een zwengel, maar gewoon aan het touw (sorry, de schoot) gaan hangen met twee of drie man. En de zeilen zijn ook geen kleintjes, het kleinste (bezaan-)zeil meet twintig vierkante meter. Verder slapen de zes kadetten in één ruimte die overdag dienst doet als, nou ja, kantine. Wil je zien hoe dat eruit ziet, kijk dan hier en scroll naar beneden.

Afijn, waarom vertel ik dit? Omdat de zeilschool vakantie heeft en ik aan zeilontwenningsverschijnselen lijd. Zeilvriend R. heeft daar ook last van en maakte me attent op de aanwezigheid van deze twee beauties. Dus zondagmiddag, tussen twee stortbuien door, togen we naar de jachthaven van Aarhus om hebberig bootjes te kijken en daarna de wachtlopende kadet bij Svanen en Thyra lastig te vallen.

Bij de opleiding hoort dat marinemensen burgervolk vriendelijk tegemoettreden, dus gaf hij geduldig antwoord op al R.'s vragen. Op mijn verzoek ging dat allemaal in het Deens maar daar werd ik dan weer zo verlegen van (en het verwerken van alle informatie gaat zo langzaam dat actief deelnemen aan een gesprek onmogelijk is omdat ik altijd achterloop) dat ik alles aanhoorde en verder weinig vragen stelde.

Maar zo hoorden we wel dat Svanen en Thyra maandagochtend negen uur zouden vertrekken. Dat wilden R. en ik wel zien, dus daarom stonden we op maandagochtend in de haven, samen met wat toevallige zeilpensionado's en stratenmakers.

We hadden de stille hoop dat ze onder zeil zouden vertrekken, maar ze deden het op de motor (Volvo Penta Turbo TMD 22P voor de kenners). Ter compensatie was er een hoop marineceremonieel, wat ik mooi en aandoenlijk vind maar waar ik ook een beetje lacherig van word. Vlaggetjes, salueren naar alle kanten, zeg maar de tafelmanieren van de marine maar dan anders.
Hier prevelden de heren standaardformules naar elkaar. Met grijnsje.

Trossen los!

Inderdaad, de man met de zonnebril is van de US Navy (Deense Amerikaanse vloot doen aan uitwisseling). Hij had het commando en praatte het schip de haven uit

Wachten op een commando

Ook het touwwerk is groter hier

Svanen vaart Aarhus Lystbådehavn uit

Eenmaal buiten de haven hesen ze de zeilen.

Svanen tegen de achtergrond van Mols Bjerge

Thyra en Svanen


R. en ik leverden wijsgerig zeilcommentaar op het hoe en waarom en toen, als kers op de slagroom, zagen we een dolfijn spelen in de haven!



Tien voor half tien. De dag kon niet meer stuk. En we hadden nog geen centimeter gezeild.

ff weg

Ja, ik was even weg, maar we hebben de verhuizing overleefd - dankuwel voor de belangstelling. Ondertussen was het ook nog eens het eind van het schooljaar en kwam er visite en heb ik twee artikelen geschreven voor een expat-magazine alhier, kortom drukdrukdruk. Maar nu is het 1) vakantie en 2) bijna een jaar dat we al weer in Denemarken zitten. Dat noodt tot nadenken en opschrijven, en er lagen so wie so nog wat dingetjes op de plank, maar nu eerst, heet van de naald, wat er maandag gebeurde.

zondag 29 mei 2011

Køkken(et)

Over anderhalve week gaan we verhuizen. Eindelijk.

Aan ons nieuwe huis hebben we niet heel veel gedaan, omdat we in het gebruik pas goed weten welke oplossing de juiste is voor die lelijke muur, die ongemakkelijke hoek, en andere ongemakjes.

De keuken is wat gedateerd en aan een opknapbeurt toe. Maar ook daar gaan we eerst eens kijken hoe die in het dagelijks gebruik bevalt, zonder 'm van tevoren vol te plempen met inductiefornuizen en laden en verzonken stekkerzuilen. Hij was alleen wat saai van kleur: wit gepigmenteerd hout.




Nu niet meer. De beukenhouten aanrechten zijn weer terug en in de olie gezet, en de keukenkastjes hebben alle kleuren van de regenboog. Nix wit. Nou ja, alleen de tegels en sommige zijkanten van kastjes. Zestien kleuren (inclusief wit) hebben we erop gesmeerd.






Ja, Pippi Langkous is inderdaad mijn inspiratiebron, ook voor woninginrichting. Nou nog een paard. ' Kleine Witje, kom!'

woensdag 11 mei 2011

Milepælerne

Vanavond zat ik op een bootje met vier mannen en blikjes bier knopen te leggen in stukken touw. Pælestik, dobbelt halvstik... Mijn tweede zeilles, de eerste zonder wind. Als dat geen mijlpaal is.

 
Een andere mijlpaal kwam half april voorbij: mijn eerste droom in het Deens! Dat betekent dat de Deense taal houvast in mijn hersens heeft gevonden. Dat idee geeft rust.

De allerallergrootste mijlpaal is dat we begin juni gaan verhuizen. Het huis dat er in de sneeuw zo leuk uitzag, is in het voorjaar ( goddelijk voorjaar trouwens) nog mooier.



En aan die vlaggemast moet natuurlijk wel een vlag hangen. Dus hebben we vandaag een Deense vlag (Dannebrog heet-ie) gekocht. Nog zo'n mijlpaal.

Nu snel een Nederlandse vlag bestellen.

Tot zover het laatste nieuws uit Denemarken.

zondag 27 februari 2011

At flytte

Verhuizen. Dinsdag is het op de kop af vier maanden geleden dat ons Hollandse huishouden in een heeeeele grote vrachtwagen verdween, om te worden uitgepakt alhier.

De dagen van inpakken verliepen in een roes. In ijltempo raakte het huis onttakeld en stapelden de dozen zich op. Nog nooit kreeg ik zo vaak achter mekaar het McDonaldsgevoel: 'Mevrouw, waar moet dit heen? Moet dit helicoptertje naar de universiteit of naar het woonhuis?' We hebben nl. een geestig piepklein helicoptertje dat je draadloos kunt besturen en dat met het geluid van een bezorgde bromvlieg rondzwiert

Natuurlijk moest het helicoptertje naar de universiteit. Ik heb nog steeds een visioen van K. die op vrijdagmiddag met het helicoptertje uit wandelen gaat om uiteindelijk te (be-)landen in een van de vele vrijmibo's of vrijdagmiddagbars die de universiteit van Aarhus rijk is. Zo'n beetje elke afdeling heeft er eentje. Al is er weinig kans dat K. dit zal doen, hij vindt het belachelijk om al om twee uur 's middags op te houden met werken. Moet je net in Denemarken zijn, daar houdt op een gewone werkdag het kantoorleven meestal om vier uur op. En op zaterdag scheiden veel winkels er al om een uur 's middags mee uit.

Maar ik dwaal af.

Enfin, verhuizen. Wat een luxe als mensen je huis voor je inpakken en meehelpen met denken waar wat heen moet, en waarom. Het helpt ook enorm als die mensen prettig in de omgang zijn, want je trekt een aantal dagen intensief met ze op. En ze pakken ook je bh's in, dus het is best een vertrouwenspositie :-)

Wat me in de hele verhuisroes opviel, was de manier van inpakken. Sommige kasten werden niet uitgepakt maar omwikkeld met een soort huishoudfolie. Ik heb volgens mij meters en meters folie van meubels gepeld. Alle stickers, en plakband en folie, lieten geen spoortje achter.

De dozen van de eerste verdieping gingen niet per trap naar beneden; ze bouwden een eigen 'trap' buiten, met hellingplaten en een soort tafeltjes. De een gaf een doos aan vanuit het raam, de ander pakte die aan en wandelde de trap af, de stoep op, en via weer een hellingplaat de vrachtwagen in. Niks geen gestamp op de trap of stoere vrachtliftjes. Gewoon hersen- en spierkracht. En dat anderhalve dag achter mekaar, en dan weer anderhalve dag maar dan in Denemarken.

Hoe onze piano de vrachtwagen in is gekomen, weet ik niet. Maar ik zal niet gauw vergeten hoe de goede oude Rosenkranz (ergens begin vorige eeuw geleverd door de firma G.A.J. van Kalmthout, Nijmegen), zachtjes schommelend in banden, door A. en P. door de serre naar binnen werd gedragen in ons nieuwe huis.



Dit schiet me nu weer allemaal te binnen omdat de volgende verhuizing zich al aandient. Ergens in het begin van de zomer hopen we hier aan te landen.




En dit is het uitzicht. Mooi he?


zondag 9 januari 2011

Bos hout voor de deur

Op een gegeven moment voldoet het tankstation niet meer. Onze houtkachel/brændeovn is niet alleen maar voor de leuk. Als het serieus vriest, is zo'n kachel het verschil tussen 'uit de kou' en 'aangenaam'.

Maar houtjes van het tankstation komen in kleine zakjes, de kwaliteit van het hout is niet altijd daverend, dus besloten te doen wat de Denen doen: we bestelden een toren. En vrijdag kwam-ie. Een toren vol essenhout.

Het Hout en De Deur (rechts)
 In het kader van de kinderarbeid bestelden we voor zondag een vriendin met drie dochters, om de toren af te breken en in de houtschuur op te slaan. Maar omdat voor zaterdag regen was voorspeld, hebben we het maar zelf gedaan, en dat was eigenlijk best leuk. Het leukste was nog wel om kleine houtjes te hakken van het verpakkingsmateriaal. Waaruit maar weer blijkt dat ook volwassenen nog het vermogen hebben van een tweejarige - om blijer te zijn met de verpakking dan met wat erin zit. Ze moeten er alleen harder voor werken.

Maar ik dwaal af.

Al doende kwamen we er ook achter dat essenhout harder is dan grenen of vurenhout. K. zaagde zich een ongeluk. Beperkingen maken creatief en daarom viel hem in dat we in de verhuizing ook nog ergens een decoupeerzaag hadden. In de houtschuur vonden we een zaagbok en in het oliestookhok een hakblok. Een bijltje hadden we ook meeverhuisd ('Moet dit ook mee?' 'Ja, dat moet ook mee'). Binnen een kwartier waren we in business en veroorzaakten een burengerucht zonder weerga.

Maar nu ligt er een ordelijke stapel in de houtschuur, met een rustieke mand vol aanmaakhoutjes (foto komt nog). En het hout ruikt heerlijk! Het deed meook ergens aan denken, iets uit mijn kindertijd maar dat is raar want toen ik vijf, zes was hadden we geen open haard. Sterker nog, we waren net van de kolenhaard af.

En opeens wist ik het. Het was de blokkendoos,

Met dank aan http://www.amelias.nl

of de Sio-Montage die naar essenhout rook:


Sio-Montage. Vintage, natuurlijk. Met dank aan http://goedgevonden.info/Varia/Sio-Montage-1776.aspx
Toen we weer binnen waren (lekker vuurtje in de houtkachel), bleek dat het Deense koningshuis vandaag ook niet had stilgezeten. Kroonprinses Mary heeft het leven geschonken aan een gezonde tweeling.
 



zondag 2 januari 2011

Snert

Vanmiddag na een valse start (K. was z'n jas vergeten, toch een prestatie met dit weer) een wandelingetje gemaakt bij Kaløvig Slotsruine. Dat is een ruïne op een eilandje met een dam ernaartoe, in de Kaløvig baai. Of binnenzee. Of hoe heet zo'n ding. In elk geval, hier zo'n half uur rijden vandaan.

Van de burcht naar het vasteland

Van het vasteland naar de burcht

De Burcht - Kaløvig Slotsruine


Mooi he. De zee lag ook grotendeels dicht, zoals je ziet, en we hebben zelfs even op de zee gelopen!

Dit schreeuwde om snert. Dus op de terugweg langs de supermarkt gereden en daar spullen ingeslagen. Maar ja, geen spliterwten. Ik eigenwijs meende me te herinneren een Deens gerecht te hebben gezien dat verdomd veel leek op snert, maar dan met GELE erwten. En gele, die hadden ze nou weer wel.

Dacht ik.

Toen ik de gele erwten in de pan wilde storten, zag ik dit: gele hagelslag, ofwel instant gele erwten! Herregud! (dat is Deens voor here god)

Geheel tegen het oorspronkelijke recept in heb ik eerst vlees, spek en groenten gekookt en daarna de gele dingetjes in de erwtloze erwtensoep gesprenkeld. Die overigens opvallend veel naar erwtensoep rook - en dat zonder 1 enkele erwt! Het gele erwtensubstraat ruikt dan weer naar doorgekookte erwtjes uit blik, ik kreeg tenminste meteen een knus visioen van een zondagmiddagmaaltijd in Apeldoorn.

Afijn, dit is de soep geworden. Een soort Deens-Hollandse bastaardsoep, snert-maar-dan-anders-snert. Wat meteen het volgende probleem oploste, want hoe kom je hier aan Unox-, HEMA- of Gelderse rookworst voor je Hollandse snert? Heerlijk, die zelfoplossende problemen.

Bastaardsnert. Tjee, wat ziet het er eigenlijk onappetijtelijk uit.

zaterdag 1 januari 2011

Vær Velkommen Herrens År

Een nieuw jaar! Iedereen een gezond en vrolijk en tevredenstemmend 2010 gewenst!

Mijn goede voornemen is om meer te schrijven dit jaar. Om te beginnen voor dit blog, dus daar gaat-ie dan. Eventjes een korte samenvatting van de feestdagen.

Met Australische vrienden hebben we een traditioneel Deens kerstmaal aangericht, met eend en rojekool en rijstpudding (koud) met kersensaus (warm). Oud & Nieuw vierden we met Engels/Spaans/Arabische vrienden. Daarom zaten we klokke twaalf op de slagen van de klok van de Puerta del Sol druiven te eten, eentje voor elke klokslag. Ergens onderweg raakte ik de tel kwijt en hield ik twee druiven over. Niet best.

Oudejaar in Denemarken leek verder wel Nederlands, met al dat vuurwerk - niet alleen op het moment suprème, maar ook vooraf en achteraf, met jongetjes die vuurpijlen afsteken op klaarlichte dag, brievenbussen en vuilnisbakken laten ontploffen. Gewoon omdat ze het niet kunnen laten.


Vuurwerk wordt ook uitbundig geadverteerd, en elke supermarkt, doe-het-zelfzaak enzovoorts heeft een container naast de deur waar je je vuurpijlen, heksehyl (naast drop ook de naam voor gillende keukenmeiden), hundenpropper (soort klappertjespistool, staat op verlanglijst voor volgend oudjaar) en batteri kunt kopen. Een batteri is een doos met een assortiment vuurwerk - één lontje d'rbij, een paar minuten knaleffecten en vuurbollen, en je bent weer vierhonderd kronen lichter.

Onze batteri voor gebruik


Naast een weelderig aanbod van vuurwerk kun je op de laatste pagina van de vuurwerkfolder ook vinden: veiligheidsbrillen, slimme stormaanstekers, lanceerpinnen, oordopjes en een eerstehulpverbanddoos. Soms is de Deen Duits in z'n grondigheid.

Vuurwerkhulpstukken: veiligheidsbrillen, lanceerpinnen, eerstehulpdoos...

De sneeuw is vandaag ook verdwenen. Voor de zon, letterlijk. Het was prachtig weer, alleen autorijden is dan wel moeilijk met die lage zon. Wat blijft, is ijs. Onze oprit is in die dikke maand met sneeuw nog nooit zo glad geweest!

Ander hoogtepunt: we hadden een bevroren radiator op onze slaapkamer. Die is weer zachtjes ontdooid, zonder te lekken of andere nare sporen achter te laten.

Nog een paar dagen mooi weer, dan gaat het weer sneeuwen en vriezen. Dinsdag begint school weer. En morgen meer, over andere Deense hoogtepunten, zoals het koor waar ik zing. Als voorproefje een Nieuwjaarslied zoals we dat in Hamburg hebben gezonden, hier in de uitvoering van Vocal Line (ook mooi).